In de regel berusten transacties tussen ondernemer en financier op een strakke planning, ambitieuze prognoses en boeteclausules voor het geval planning en prognose niet realistisch waren. Niettemin weten beide partijen dat de ontwikkeling van een onderneming tijd kost en dat prognoses - al dan niet gebaseerd op realistische aannames - niet zelden een al te optimistische inschatting zijn van de werkelijkheid. Bron Brooks.
Rendement
Het is gebruikelijk dat een aanvraag voor een bancaire financiering vergezeld gaat van een drie- tot vijfjarenplan. Hierbij gaat de ondernemer veelal uit van een voorspoedige gang van zaken, waarbij rente en schuld volgens plan worden afgelost. De bank hanteert dit positieve scenario als basis voor de kredietvoorwaarden, maar houdt voorzichtigheidshalve ook rekening met een minder positief draaiboek. Zodoende ontvangt de ondernemer een kredietofferte met convenanten of ratio's waaraan hij moet voldoen. Lukt dit niet, dan kan de bank aanvullende voorwaarden stellen dan wel het krediet opzeggen en zo nodig haar zekerheden uitwinnen.
De participatiemaatschappij die risicokapitaal verstrekt, neemt het optimistische meerjarenplan eveneens als basis. Net als de bank neemt zij in haar overeenkomst clausules op ter dekking van de risico's bij een minder gunstig scenario. Presteert de ondernemer volgens plan, dan realiseert de participatiemaatschappij een gezond rendement. Zoniet, dan kan een herverdeling plaatsvinden van het gerealiseerde rendement, waarbij de ondernemer het onderspit delft. Ook kan de participatiemaatschappij als extra beschermende maatregel het recht van ontslag van de directie bepalen.
Wat nu als het tij tegenzit? Krijgt de onderneming de tijd om zich te herstellen? In de meeste gevallen is dit niet het geval, want zowel de bank als de participatiemaatschappij hebben haast. De bank heeft belang bij tijdige aflossing omdat het krediet dat zij heeft verleend vaak niet volledig wordt gedekt door harde zekerheden. Bij veel participatiemaatschappijen geldt de verplichting dat de aandeelhouders binnen een bepaalde termijn worden terugbetaald. De duur van de participatie is dan afhankelijk van de (resterende) levensduur van het fonds. Met andere woorden, of de gewenste groei nu wel of niet heeft plaatsgevonden, de onderneming wordt verkocht.
Financiële prognose
Tegen deze race tegen de klok kan de ondernemer zijn bedrijf en zichzelf beschermen. Allereerst door middel van een realistisch meerjarenplan. Een ambitieuze prognose levert weliswaar gunstigere voorwaarden op in termen van lage rente of hoog aandelenbelang, maar het risico dat financiers strakke aanvullende voorwaarden stellen, neemt navenant toe. Voor de ondernemer vergroot dit de kans dat bij een tegenvallend bedrijfsresultaat de kosten hoger zijn dan de baten.
Ten tweede dient de ondernemer de ingrijpende consequenties van convenanten en aandeelhoudersafspraken niet te onderschatten. Het is dus raadzaam om zich goed te voorbereiden danwel een adviseur in de arm te nemen alvorens hierover bindende afspraken te maken. Immers, de partij aan de overzijde van de tafel is als geen ander thuis in deze materie.
Tot slot loont het de moeite om de organisatiestructuur en -cultuur van de financier te doorgronden: hoe zijn de belangen verdeeld en wat is de gebruikelijke handelwijze bij tegenvallende resultaten van een onderneming. Mijn advies: maak bij de keuze van een financieel partnership een goede kosten- batenafweging voor de lange termijn.
Voor vragen kunt u mij bellen op 06 – 5799 8781 Tevens ben ik een geregistreerde RAB® adviseur (www.rabregister.nl).
Met ruim 12 jaar praktijkervaring in bedrijfsovernames, bedrijfsfinancieringen en Corporate Finance, gecombineerd met mijn academische en bedrijfskundige achtergrond ben ik optimaal inzetbaar bij:
* bedrijfsfinancieringen incl. herstructuring en recovery
* bedrijfsoverdracht, overname en aankoop en verkoop bedrijf
* strategische businessplannen
* business coach / klankbord voor de ondernemer
Ik ben lid van divers instanties, te weten: Brancheorganisatie Bedrijfsoverdracht Bemiddelaars (BOBB), Industriele Kring Gorinchem (IKG), VNO NCW West, Werkgevers Drechtsteden, Unitas Business Club, Meerbusiness en De Ronde Tafel Gorinchem.
Ik ben zelf ondernemer en met onze succesvolle aanpak scoren wij ondanks de crisis nog altijd 100% op de uitgewerkte financieringsaanvragen en bedrijfsoverdrachten!
Neem vrijblijvend contact op en bel 06 57 99 87 81.
Ik ben eigenaar van BCG Corporate Finance B.V. Ik ben oud bankier en heb ruim 10 jaar bankierservaring. Tevens ben ik afgestudeerd als Register Adviseur Bedrijfsopvolging (RAB) en daarmee gecertificeerd adviseur in bedrijfsoverdracht. Met 20 jaar praktijkervaring in bedrijfsfinancieringen, bedrijfsovernames, Corporate Finance, gecombineerd met mijn academische en bedrijfskundige achtergrond ben ik optimaal inzetbaar bij Overnames, Financieringen en Strategie.
vrijdag 25 februari 2011
woensdag 23 februari 2011
Fase na de bedrijfsovername
Ondernemers die ooit een bedrijf hebben gekocht weten het: een bedrijfsovername begint pas echt wanneer de juridische overdracht is voltooid. De bedrijfsvoering en financiën moeten worden doorgelicht, klanten en leveranciers bezocht en de werknemers geïnformeerd. Veel van deze zaken zijn praktisch of commercieel van aard. Toch sta ik graag even stil bij de juridische kant van deze aspecten, en zeker in verhouding tot de overnameovereenkomst.
Managementstijl
Vaak heeft de Verkoper garanties afgegeven over zaken die na de overdracht onder de verantwoordelijkheid van de Koper vallen. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld het aanblijven van klanten of essentiële personeelsleden. Als een klant of werknemer na de overname aangeeft te willen of zullen vertrekken, is een Koper vaak te druk met het ontwikkelen van het recent gekocht bedrijf om de onder druk staande relatie met de klant/werknemer de aandacht te geven die deze op dat moment verdient.
En een Koper zal al helemaal geen tijd hebben om deze ontwikkelingen met de Verkoper te delen of te bespreken. In een eventuele juridische procedure, kan dit gebrek aan nazorg een Koper duur komen te staan.
Wanneer de gerezen situatie resulteert in een daadwerkelijk vertrek van de klant/werknemer, zal een Koper - daarbij ingefluisterd door zijn kostbare adviseurs - in die situatie wel onmiddellijk bij de Verkoper op de stoep staan om de geleden schade vergoed te krijgen. Het gevolg: een eindeloze, zeer kostbare en niet te winnen discussie over de reden van vertrek. Lag het aan de overname zelf, of aan de stijl van managen van de Koper?
Bedrijfsoverdracht
Het beste advies: behandel je wederpartij zoals je zelf behandeld zou willen worden. Een Verkoper wordt over het algemeen graag betrokken bij de overdracht van de bedrijfsvoering, een bezoek aan een belangrijke klant of een gesprek met een essentiële werknemer. Een Koper zal hier zeker om moeten vragen om de Verkoper in de gelegenheid te stellen zijn schade te beperken. Een Koper wordt daarentegen graag in zijn waarde gelaten ten aanzien van de zakelijke keuzes die hij maakt. Een Verkoper zal dit moeten respecteren. Als deze gesprekken vervolgens goed worden vastgelegd, ontstaat een veel betere uitgangspositie in een eventuele procedure.
Kortom, blijf na de overname in gesprek met je wederpartij. Het verkleint de kans op schade, verbetert je positie in een eventuele procedure.
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
www.havendijk.nl
Managementstijl
Vaak heeft de Verkoper garanties afgegeven over zaken die na de overdracht onder de verantwoordelijkheid van de Koper vallen. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld het aanblijven van klanten of essentiële personeelsleden. Als een klant of werknemer na de overname aangeeft te willen of zullen vertrekken, is een Koper vaak te druk met het ontwikkelen van het recent gekocht bedrijf om de onder druk staande relatie met de klant/werknemer de aandacht te geven die deze op dat moment verdient.
En een Koper zal al helemaal geen tijd hebben om deze ontwikkelingen met de Verkoper te delen of te bespreken. In een eventuele juridische procedure, kan dit gebrek aan nazorg een Koper duur komen te staan.
Wanneer de gerezen situatie resulteert in een daadwerkelijk vertrek van de klant/werknemer, zal een Koper - daarbij ingefluisterd door zijn kostbare adviseurs - in die situatie wel onmiddellijk bij de Verkoper op de stoep staan om de geleden schade vergoed te krijgen. Het gevolg: een eindeloze, zeer kostbare en niet te winnen discussie over de reden van vertrek. Lag het aan de overname zelf, of aan de stijl van managen van de Koper?
Bedrijfsoverdracht
Het beste advies: behandel je wederpartij zoals je zelf behandeld zou willen worden. Een Verkoper wordt over het algemeen graag betrokken bij de overdracht van de bedrijfsvoering, een bezoek aan een belangrijke klant of een gesprek met een essentiële werknemer. Een Koper zal hier zeker om moeten vragen om de Verkoper in de gelegenheid te stellen zijn schade te beperken. Een Koper wordt daarentegen graag in zijn waarde gelaten ten aanzien van de zakelijke keuzes die hij maakt. Een Verkoper zal dit moeten respecteren. Als deze gesprekken vervolgens goed worden vastgelegd, ontstaat een veel betere uitgangspositie in een eventuele procedure.
Kortom, blijf na de overname in gesprek met je wederpartij. Het verkleint de kans op schade, verbetert je positie in een eventuele procedure.
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
www.havendijk.nl
maandag 21 februari 2011
Nederlandse mkb'er wil groeien door overnames
Overnamedrang ruim boven het wereldgemiddelde
Meer dan de helft (55%) van de Nederlandse mkb-bedrijven wil binnen drie jaar groeien door overnames, blijkt uit het International Business Report (IBR 2011) van accountants- en adviesorganisatie Grant Thornton.
De acquisitiebereidheid in Nederland steeg in de afgelopen twaalf maanden met veertien procentpunten
Dat percentage ligt 21 procentpunten boven het wereldgemiddelde (34%). Ook Europees gezien scoort Nederland bovengemiddeld, zeker als het gaat om de bereidheid tot grensoverschrijdende overnames. Het EU-gemiddelde staat daarbij op 40% en Nederland zit daar ruim boven met een gemiddelde van 48%.
Bedrijfsovername
De acquisitiebereidheid in Nederland steeg in de afgelopen twaalf maanden met veertien procentpunten. Wereldwijd nam deze bereidheid met acht procentpunten toe. De behoefte aan grensoverschrijdende transacties steeg dus ook in Nederland, zoals gezegd naar 48%. Dit percentage ligt wereldwijd op 32%.
Als het gaat om acquisitiebereidheid is net als in 2010 alleen Polen nog ambitieuzer (59%). Dit staat in scherp contrast tot de sterkst groeiende economie in de EU: Duitsland. Duitse mkb-bedrijven tonen juist heel weinig animo voor overnames en fusies, gezien het bescheiden percentage van 11%.
Overnamekandidaten
Schaalvergroting is net als vorig jaar de belangrijkste reden voor Nederlandse ondernemers om te acquireren (81%). In tegenstelling tot 2010 staat niet toegang tot nieuwe geografische markten (56%) op de tweede plek, maar toegang tot kostenbesparende operaties (60%). Overnames en fusies om de kosten te kunnen drukken, zijn namelijk in populariteit toegenomen met twaalf procentpunten.
Dit is opmerkelijk, want in dezelfde periode vorig jaar was deze key driver met negentien procentpunten gedaald. Het meer over de grens kijken voor overnamekandidaten kan hier een verklaring voor zijn. Het bemachtigen van nieuwe technologie of merken is met één op vier ook een vaak genoemd argument om te acquireren. Bron Brookz.
Meer dan de helft (55%) van de Nederlandse mkb-bedrijven wil binnen drie jaar groeien door overnames, blijkt uit het International Business Report (IBR 2011) van accountants- en adviesorganisatie Grant Thornton.
De acquisitiebereidheid in Nederland steeg in de afgelopen twaalf maanden met veertien procentpunten
Dat percentage ligt 21 procentpunten boven het wereldgemiddelde (34%). Ook Europees gezien scoort Nederland bovengemiddeld, zeker als het gaat om de bereidheid tot grensoverschrijdende overnames. Het EU-gemiddelde staat daarbij op 40% en Nederland zit daar ruim boven met een gemiddelde van 48%.
Bedrijfsovername
De acquisitiebereidheid in Nederland steeg in de afgelopen twaalf maanden met veertien procentpunten. Wereldwijd nam deze bereidheid met acht procentpunten toe. De behoefte aan grensoverschrijdende transacties steeg dus ook in Nederland, zoals gezegd naar 48%. Dit percentage ligt wereldwijd op 32%.
Als het gaat om acquisitiebereidheid is net als in 2010 alleen Polen nog ambitieuzer (59%). Dit staat in scherp contrast tot de sterkst groeiende economie in de EU: Duitsland. Duitse mkb-bedrijven tonen juist heel weinig animo voor overnames en fusies, gezien het bescheiden percentage van 11%.
Overnamekandidaten
Schaalvergroting is net als vorig jaar de belangrijkste reden voor Nederlandse ondernemers om te acquireren (81%). In tegenstelling tot 2010 staat niet toegang tot nieuwe geografische markten (56%) op de tweede plek, maar toegang tot kostenbesparende operaties (60%). Overnames en fusies om de kosten te kunnen drukken, zijn namelijk in populariteit toegenomen met twaalf procentpunten.
Dit is opmerkelijk, want in dezelfde periode vorig jaar was deze key driver met negentien procentpunten gedaald. Het meer over de grens kijken voor overnamekandidaten kan hier een verklaring voor zijn. Het bemachtigen van nieuwe technologie of merken is met één op vier ook een vaak genoemd argument om te acquireren. Bron Brookz.
donderdag 17 februari 2011
Eigen inbreng bij MBO/MBI belangrijk
Inzetten van uw eigen middelen voor de overname is onontkoombaar. Als u zelf al niet bereid bent om risico’s te lopen, waarom zou een bank het dan wel doen? Banken, maar ook andere financiers en investeerders, willen dat u maximale commitment toont. Ze willen dat u pijn lijdt als het misloopt, want alleen dan zult u zich maximaal inspannen om van het overgenomen bedrijf een succes te maken.Een koper die zich niet financieel committeert, kan zomaar in de verleiding komen om een leuke baan in loondienst te aanvaarden en zijn bedrijf vaarwel te zeggen. Financiers en investeerders hebben daar vanzelfsprekend geen trek in.
De hoogte van de eigen inbreng is relatief. Een koper die met het omkeren van het spaarvarken van zijn kinderen en met de spreekwoordelijke overwaarde op de caravan 50.000 euro bij elkaar sprokkelt en bereid is dit volledig in te zetten, zet meer op het spel dan een koper die een miljoen op z’n rekening heeft staan en maar een ton wil investeren. Geen enkele bank zal een koper helemaal leeg willen schudden, maar een koper zal wel een significant deel van zijn vermogen moeten inzetten.
De eigen middelen zijn meestal niet noodzakelijk om de transactie rond te krijgen. Doorgaans brengen kopers tussen de 50.000 en 200.000 euro aan eigen geld in. Op een overnamesom van vijf miljoen is dat een klein bedrag. De praktijk leert dat een bank bij een heel mooie deal bereid is om van de eigen inbreng af te zien, maar dit is echt een uitzondering. De belangrijkste bronnen voor de eigen inbreng zijn:
* spaarrekeningen
* aandelenpakketten
* de overwaarde op de eigen woning.
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
www.havendijk.nl
De hoogte van de eigen inbreng is relatief. Een koper die met het omkeren van het spaarvarken van zijn kinderen en met de spreekwoordelijke overwaarde op de caravan 50.000 euro bij elkaar sprokkelt en bereid is dit volledig in te zetten, zet meer op het spel dan een koper die een miljoen op z’n rekening heeft staan en maar een ton wil investeren. Geen enkele bank zal een koper helemaal leeg willen schudden, maar een koper zal wel een significant deel van zijn vermogen moeten inzetten.
De eigen middelen zijn meestal niet noodzakelijk om de transactie rond te krijgen. Doorgaans brengen kopers tussen de 50.000 en 200.000 euro aan eigen geld in. Op een overnamesom van vijf miljoen is dat een klein bedrag. De praktijk leert dat een bank bij een heel mooie deal bereid is om van de eigen inbreng af te zien, maar dit is echt een uitzondering. De belangrijkste bronnen voor de eigen inbreng zijn:
* spaarrekeningen
* aandelenpakketten
* de overwaarde op de eigen woning.
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
www.havendijk.nl
donderdag 10 februari 2011
Eigen inbreng bij Management Buy Out
Inzetten van uw eigen middelen voor de overname is onontkoombaar. Als u zelf al niet bereid bent om risico’s te lopen, waarom zou een bank het dan wel doen? Banken, maar ook andere financiers en investeerders, willen dat u maximaal commitment toont. Ze willen dat u pijn lijdt als het misloopt, want alleen dan zult u zich maximaal inspannen om van het overgenomen bedrijf een succes te maken.Een koper die zich niet financieel committeert, kan zomaar in de verleiding komen om een leuke baan in loondienst te aanvaarden en zijn bedrijf vaarwel te zeggen. Financiers en investeerders hebben daar vanzelfsprekend geen trek in.
De hoogte van de eigen inbreng is relatief. Een koper die met het omkeren van het spaarvarken van zijn kinderen en met de spreekwoordelijke overwaarde op de caravan 50.000 euro bij elkaar sprokkelt en bereid is dit volledig in te zetten, zet meer op het spel dan een koper die een miljoen op z’n rekening heeft staan en maar een ton wil investeren. Geen enkele bank zal een koper helemaal leeg willen schudden, maar een koper zal wel een significant deel van zijn vermogen moeten inzetten.
De eigen middelen zijn meestal niet noodzakelijk om de transactie rond te krijgen. Doorgaans brengen kopers tussen de 50.000 en 200.000 euro aan eigen geld in. Op een overnamesom van vijf miljoen is dat een klein bedrag. De praktijk leert dat een bank bij een heel mooie deal bereid is om van de eigen inbreng af te zien, maar dit is echt een uitzondering. De belangrijkste bronnen voor de eigen inbreng zijn:
* spaarrekeningen
* aandelenpakketten
* de overwaarde op de eigen woning.
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
De hoogte van de eigen inbreng is relatief. Een koper die met het omkeren van het spaarvarken van zijn kinderen en met de spreekwoordelijke overwaarde op de caravan 50.000 euro bij elkaar sprokkelt en bereid is dit volledig in te zetten, zet meer op het spel dan een koper die een miljoen op z’n rekening heeft staan en maar een ton wil investeren. Geen enkele bank zal een koper helemaal leeg willen schudden, maar een koper zal wel een significant deel van zijn vermogen moeten inzetten.
De eigen middelen zijn meestal niet noodzakelijk om de transactie rond te krijgen. Doorgaans brengen kopers tussen de 50.000 en 200.000 euro aan eigen geld in. Op een overnamesom van vijf miljoen is dat een klein bedrag. De praktijk leert dat een bank bij een heel mooie deal bereid is om van de eigen inbreng af te zien, maar dit is echt een uitzondering. De belangrijkste bronnen voor de eigen inbreng zijn:
* spaarrekeningen
* aandelenpakketten
* de overwaarde op de eigen woning.
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
donderdag 3 februari 2011
Borgstelling en Groeifaciliteit populair in het MKB
De verruiming van de garantieregelingen door de overheid heeft het afgelopen jaar effect gehad voor financiering aan het mkb. In de eerste drie kwartalen van 2010 werd er gretig gebruik gemaakt van de Borgstellingsregeling MKB (BMKB), Groeifaciliteit en microfinanciering voor het verkrijgen van kredieten door het mkb. Tot en met het derde kwartaal van vorig jaar heeft de BMKB ruim 527 miljoen euro aan leningen mogelijk gemaakt terwijl er voor deze faciliteit is totaal 765 miljoen beschikbaar is. Specifiek voor kleinere bedragen met een maximum van 250.000 euro geldt sinds maart 2010 een garantieregeling tot 80 procent.
De Groeifaciliteit laat een gestage toename van het aantal toekenningen zien. In de eerste drie kwartalen van 2010 bedroeg het toegekende garantiebedrag al 11 miljoen. Toch wordt de faciliteit nog niet optimaal benut, want er is 170 miljoen euro beschikbaar.
Een verklaring daarvoor kan zijn dat mkb'ers terughoudend zijn bij het zoeken naar alternatieve financieringsvormen zoals durfkapitaal.
Ook microfinanciering voorziet in een behoefte onder voornamelijk kleinere bedrijven. Met name de detailhandel en zakelijke dienstverlening doen voor hun startkapitaal vaak een beroep op Qredits.
Inmiddels zijn er 1.000 leningen verstrekt aan evenzoveel bedrijven en is de bodem voor de eerste tranche bereikt.
Eind 2010 is er echter een tweede tranche van 30 miljoen euro beschikbaar gekomen, waardoor deze vorm van financiering doorgang kan vinden.
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
www.havendijk.nl
De Groeifaciliteit laat een gestage toename van het aantal toekenningen zien. In de eerste drie kwartalen van 2010 bedroeg het toegekende garantiebedrag al 11 miljoen. Toch wordt de faciliteit nog niet optimaal benut, want er is 170 miljoen euro beschikbaar.
Een verklaring daarvoor kan zijn dat mkb'ers terughoudend zijn bij het zoeken naar alternatieve financieringsvormen zoals durfkapitaal.
Ook microfinanciering voorziet in een behoefte onder voornamelijk kleinere bedrijven. Met name de detailhandel en zakelijke dienstverlening doen voor hun startkapitaal vaak een beroep op Qredits.
Inmiddels zijn er 1.000 leningen verstrekt aan evenzoveel bedrijven en is de bodem voor de eerste tranche bereikt.
Eind 2010 is er echter een tweede tranche van 30 miljoen euro beschikbaar gekomen, waardoor deze vorm van financiering doorgang kan vinden.
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
www.havendijk.nl
Abonneren op:
Posts (Atom)