Europese ondernemers nemen weer meer krediet op.
Hieronder het bericht uit het FD van 26 maart 2010
De kredietverlening aan bedrijven in de eurozone komt uit het slop. Na ruim een jaar durven ondernemers hun schulden weer te vergroten.
Dat blijkt uit cijfers van de Europese Centrale Bank. Analisten noemen de voorzichtige stijging in februari met 0,3% op maandbasis een 'bijzonder hoopvol' signaal voor het herstel van de economie en spreken van een omslagpunt.
Bedrijven hadden eind vorige maand voor euro 4700 mrd aan leningen opgenomen, euro13 mrd meer dan in januari. De kredietverlening aan huishoudens nam vorige maand al weer voor de tiende achtereenvolgende maand toe en wel met euro 11 mrd tot euro 4968 mrd. Daarvan werd het overgrote deel gebruikt ter financiering van een woning.
Traditioneel herstelpatroon
De ontwikkeling past keurig in het traditionele herstelpatroon, stelt econoom Martin van Vliet van ING. Het zijn altijd de consumenten die al vroeg in de cyclus weer instappen. Ondernemers zijn lang afwachtend en financieren eventuele investeringen vanuit de cashflow. Als de herstelfase eenmaal onderweg is, kloppen ze bij hun banken aan. 'Dat patroon zie je bij iedere recessie weer terug.'
Opvallend is dat bedrijven vooral leningen met een looptijd van meer dan vijf jaar zijn aangegaan. De hoeveelheid kredieten van minder dan een jaar nam in februari licht af. Ook dat beeld past in het traditionele patroon, benadrukt analist Michael Schubert van Commerzbank. Ondernemers gaan een langetermijncontract aan, omdat de lange rente in dit stadium nog bijzonder laag is. Ze weten dat de rente in een opgaande conjunctuur altijd oploopt.
Bedrijfsvoorraden
Een andere reden voor de geringe behoefte aan kort geld is dat de bedrijfsvoorraden nog steeds op een laag niveau liggen. Aangezien die doorgaans kort worden gefinancierd hebben bedrijven daarvoor minder kort geld nodig.
De laatste dagen schrijven steeds meer analisten dat de economie ontwaakt uit haar winterslaap en dat de groei in de eurozone in het eerste kwartaal verrassend hoog kan uitkomen. Voorlopende indicatoren als de Duitse Ifo-index en de inkoopmanagersindices wezen deze week duidelijk op een versnelling van het economisch herstel.
Ik ben eigenaar van BCG Corporate Finance B.V. Ik ben oud bankier en heb ruim 10 jaar bankierservaring. Tevens ben ik afgestudeerd als Register Adviseur Bedrijfsopvolging (RAB) en daarmee gecertificeerd adviseur in bedrijfsoverdracht. Met 20 jaar praktijkervaring in bedrijfsfinancieringen, bedrijfsovernames, Corporate Finance, gecombineerd met mijn academische en bedrijfskundige achtergrond ben ik optimaal inzetbaar bij Overnames, Financieringen en Strategie.
woensdag 31 maart 2010
donderdag 25 maart 2010
bedrijfswaarderingen MKB
Het is een maatwerkproduct en kan u duidelijk inzicht geven in de waarde van uw onderneming.
Wat is de beste bedrijfswaarderingmethode bij bedrijfsoverdracht?
Op het moment dat u een bedrijfsoverdracht (bedrijfsverkoop, bedrijfsovername, management buy-in, management buy-out) overweegt komt direct de vraag naar voren: wat is de verkoopwaarde van het bedrijf?
Er zijn talrijke theorieën om de waardebepaling van een onderneming vast te stellen. Hieronder volgt een korte opsomming van bedrijfswaardering methode bij bedrijfsoverdracht:
Verbeterde rentabiliteitswaarde methode ofwel de verbeterde rentabiliteitsmethode
De rentabiliteitswaarde is gelijk aan de contante waarde van de gemiddelde mogelijke toekomstige nettowinst (gebaseerd op grond van historische winsten minus afschrijvingen, incidentele lasten/baten en voorzieningen/reserveopbouw).
Hoewel de winst contant wordt gemaakt tegen een bepaald risicoprofiel van de branche/onderneming is het nadeel dat een aantal componenten in deze berekening niet wordt meegenomen. Zo wordt bijvoorbeeld met de verbeterde rentabiliteitswaarde methode geen rekening gehouden met grote investeringen in vaste activa of werkkapitaal. Men spreekt ook wel van verbeterde rentabiliteitsmethode.
Intrinsieke waarde methode
De intrinsieke waarde is de actuele waarde van bezittingen minus de waarde van de schulden. Deze methode gaat echter niet uit van de winstgevendheid van de onderneming in de toekomst en langlopende contracten worden ook niet meegenomen.
Waarde op basis van koers/winst-verhoudingen
Indien een bedrijf qua activiteiten, opbouw en marktprofiel kan worden vergeleken met beursgenoteerde ondernemingen is een waardebepaling op basis van koers/winstverhouding mogelijk. Hier worden standaard variabelen op losgelaten zoals verkoopwaarde = 3x de winst wat afhankelijk is van de branche.
DCF methode (Discounted Cash Flow methode)
De Discounted Cash Flow methode gaat uit van de verwachte kasstromen die uw bedrijf in de toekomst zal genereren. Onder verwachte kasstromen wordt verstaan de liquide middelen die jaarlijks beschikbaar komen om aflossing of dividenduitkeringen uit te keren (winst + afschrijvingen - netto investeringen in werkkapitaal en vaste activa).
Bij de DCF methode heeft de winstbepaling geen invloed op de berekende waarde. Er wordt immers gekeken naar de kasstromen die worden verdisconteerd tegen een rendementeis. Dit is de rendementeis die een koper stelt als hij een bepaalde onderneming wil kopen. Met andere woorden: binnen hoeveel jaar wil hij zijn geld terugverdienen. Des te hoger het risicoprofiel, des te hoger de rendementeis en des te lager de waarde. Overigens is dit risicoprofiel voor iedere onderneming verschillend. De enige maar van de DCF methode is dat de prognoses op realiteit getoetst moeten worden en de cijfers uit het verleden betrouwbaar in kaart gebracht zijn.
Mocht uw interesse hebben in een waardering van uw onderneming kunt u contact opnemen op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
www.havendijk.nl
Wat is de beste bedrijfswaarderingmethode bij bedrijfsoverdracht?
Op het moment dat u een bedrijfsoverdracht (bedrijfsverkoop, bedrijfsovername, management buy-in, management buy-out) overweegt komt direct de vraag naar voren: wat is de verkoopwaarde van het bedrijf?
Er zijn talrijke theorieën om de waardebepaling van een onderneming vast te stellen. Hieronder volgt een korte opsomming van bedrijfswaardering methode bij bedrijfsoverdracht:
Verbeterde rentabiliteitswaarde methode ofwel de verbeterde rentabiliteitsmethode
De rentabiliteitswaarde is gelijk aan de contante waarde van de gemiddelde mogelijke toekomstige nettowinst (gebaseerd op grond van historische winsten minus afschrijvingen, incidentele lasten/baten en voorzieningen/reserveopbouw).
Hoewel de winst contant wordt gemaakt tegen een bepaald risicoprofiel van de branche/onderneming is het nadeel dat een aantal componenten in deze berekening niet wordt meegenomen. Zo wordt bijvoorbeeld met de verbeterde rentabiliteitswaarde methode geen rekening gehouden met grote investeringen in vaste activa of werkkapitaal. Men spreekt ook wel van verbeterde rentabiliteitsmethode.
Intrinsieke waarde methode
De intrinsieke waarde is de actuele waarde van bezittingen minus de waarde van de schulden. Deze methode gaat echter niet uit van de winstgevendheid van de onderneming in de toekomst en langlopende contracten worden ook niet meegenomen.
Waarde op basis van koers/winst-verhoudingen
Indien een bedrijf qua activiteiten, opbouw en marktprofiel kan worden vergeleken met beursgenoteerde ondernemingen is een waardebepaling op basis van koers/winstverhouding mogelijk. Hier worden standaard variabelen op losgelaten zoals verkoopwaarde = 3x de winst wat afhankelijk is van de branche.
DCF methode (Discounted Cash Flow methode)
De Discounted Cash Flow methode gaat uit van de verwachte kasstromen die uw bedrijf in de toekomst zal genereren. Onder verwachte kasstromen wordt verstaan de liquide middelen die jaarlijks beschikbaar komen om aflossing of dividenduitkeringen uit te keren (winst + afschrijvingen - netto investeringen in werkkapitaal en vaste activa).
Bij de DCF methode heeft de winstbepaling geen invloed op de berekende waarde. Er wordt immers gekeken naar de kasstromen die worden verdisconteerd tegen een rendementeis. Dit is de rendementeis die een koper stelt als hij een bepaalde onderneming wil kopen. Met andere woorden: binnen hoeveel jaar wil hij zijn geld terugverdienen. Des te hoger het risicoprofiel, des te hoger de rendementeis en des te lager de waarde. Overigens is dit risicoprofiel voor iedere onderneming verschillend. De enige maar van de DCF methode is dat de prognoses op realiteit getoetst moeten worden en de cijfers uit het verleden betrouwbaar in kaart gebracht zijn.
Mocht uw interesse hebben in een waardering van uw onderneming kunt u contact opnemen op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
www.havendijk.nl
donderdag 18 maart 2010
Garantie Ondernemingsfinanciering biedt nu nog ruimere toepassingsmogelijkheden
In mijn vorige blog heb ik reeds bericht over de interessante mogelijkheden om met de tijdelijke regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) krediet te verstrekken. Recentelijk zijn de mogelijkheden verder verruimd. De overheid komt hiermee tegemoet aan wensen van bedrijven om waar mogelijk ondersteuning te bieden tijdens de crisis.
De GO-regeling is verlengd tot eind 2010 en heeft een aantal verruimingen gekregen. De verstrekking onder GO-garantie is verhoogd van € 50 miljoen naar een maximum van € 150 miljoen. Verder is de zogenaamde Fresh Money-eis verruimd. Zo wordt het onder voorwaarden mogelijk voor een bank om de positie van een andere bank over te nemen.
Ook wordt herfinanciering met een garantie door dezelfde bank in bepaalde gevallen mogelijk gemaakt. Voorwaarden zijn:
• Er is een aantoonbaar belang voor de continuïteit van de onderneming.
• De bank blijft een substantieel risico lopen.
• Er mag dus geen sprake zijn van doelbewust afwentelen van bestaande risico’s op de staat. Voor nadere uitleg van deze voorwaarden verwijzen we u naar AgentschapNL (voorheen SenterNovem): het agentschap van de overheid die met de uitvoering is belast. Zie ook senternovem.nl.
Deze wijzigingen vergroten de toepassingsmogelijkheden van de regeling aanzienlijk. Het deels loslaten van de Fresh Money-eis heeft tot gevolg dat bij de beoordeling door SenterNovem nadrukkelijk wordt getoetst of er sprake is van misbruik van de regeling. Het ondernemingsbelang moet aantoonbaar gediend worden als er risico van de verstrekkende bank naar de staat wordt overgeheveld.
De minister gaat onderzoeken onder welke voorwaarden projectontwikkeling tot de GO-regeling kan worden toegelaten. En of de GO ook mogelijk te maken is voor bankgarantiefaciliteiten. Het gaat dan vooral om bankgaranties die in de bouwsector gebruikelijk zijn bij omvangrijke bouwwerken. Ik adviseer u hiervoor de site van AgentschapNL te volgen. Bron Fortis.
De GO-regeling is verlengd tot eind 2010 en heeft een aantal verruimingen gekregen. De verstrekking onder GO-garantie is verhoogd van € 50 miljoen naar een maximum van € 150 miljoen. Verder is de zogenaamde Fresh Money-eis verruimd. Zo wordt het onder voorwaarden mogelijk voor een bank om de positie van een andere bank over te nemen.
Ook wordt herfinanciering met een garantie door dezelfde bank in bepaalde gevallen mogelijk gemaakt. Voorwaarden zijn:
• Er is een aantoonbaar belang voor de continuïteit van de onderneming.
• De bank blijft een substantieel risico lopen.
• Er mag dus geen sprake zijn van doelbewust afwentelen van bestaande risico’s op de staat. Voor nadere uitleg van deze voorwaarden verwijzen we u naar AgentschapNL (voorheen SenterNovem): het agentschap van de overheid die met de uitvoering is belast. Zie ook senternovem.nl.
Deze wijzigingen vergroten de toepassingsmogelijkheden van de regeling aanzienlijk. Het deels loslaten van de Fresh Money-eis heeft tot gevolg dat bij de beoordeling door SenterNovem nadrukkelijk wordt getoetst of er sprake is van misbruik van de regeling. Het ondernemingsbelang moet aantoonbaar gediend worden als er risico van de verstrekkende bank naar de staat wordt overgeheveld.
De minister gaat onderzoeken onder welke voorwaarden projectontwikkeling tot de GO-regeling kan worden toegelaten. En of de GO ook mogelijk te maken is voor bankgarantiefaciliteiten. Het gaat dan vooral om bankgaranties die in de bouwsector gebruikelijk zijn bij omvangrijke bouwwerken. Ik adviseer u hiervoor de site van AgentschapNL te volgen. Bron Fortis.
woensdag 17 maart 2010
Overnamesommen MKB onder druk
Overnamesommen MKB onder druk
De Nederlandse financiële economie wordt behoorlijk geraakt door de kredietcrisis. Echter welke gevolgen heeft de crisis op de reële economie en met name het midden- en kleinbedrijf. CM&P voorziet grote continuïteitsproblemen bij bedrijven die onlangs zijn overgenomen tegen buitensporige waarderingen.
De financieringen die afgesloten zijn voor deze overnames trekken een zware wissel op de exploitatie van de ondernemingen. Hierdoor kunnen deze ondernemingen geen klappen opvangen. Echter de markt krijgt nu wel klappen, enkele sectoren staan zwaar onder druk. Dit resulteert in dalende verkopen. Hierdoor kan niet meer aan de financiële verplichtingen worden voldaan, omdat die veelal uitgaan van groei. Zonder groei kan de rente en aflossing van de overnamesom niet meer worden betaald.
Ondanks de crisis en ondanks alle waarschuwingen en praktijkvoorbeelden wordt door enkele financiers, adviseurs en ondernemers nog steeds de te hoge waardering toegepast en wordt de ondernemer/onderneming opgezadeld met te hoge financieringslasten.
Het gevolg van de kredietcrisis en van de te hoge waarderingen is een stilstand in de overnames, in de tijd dat juist veel babyboomers moeten verkopen. De waarderingen/vraagprijzen van bedrijven moeten derhalve weer terug naar een reële waarde. Op deze manier is het alsnog mogelijk om een goede prijs te krijgen voor de onderneming en de koper kan alles duurzaam financieren. Groot voordeel is dat de onderneming bij een reële overnamesom wel overleefd in economisch zwaardere tijden.
CM&P heeft ook in een sterk groeiende economie altijd geadviseerd om reële financieringslasten ten opzichte van de overnamesom en de exploitatie aan te houden. Hierdoor is bij CM&P nog nooit een koper failliet gegaan door de te hoge overnamesom. Ondanks trends in de markt blijft vasthouden aan deze duurzame manier van financieren.
CM&P
CM&P adviseert ondernemers bij het complexe en complete traject van een bedrijfsoverdracht, fusie en overname. CM&P werkt landelijk met 30 vestigingen en heeft een uitgebreid bestand van kopende en verkopende partijen.
De Nederlandse financiële economie wordt behoorlijk geraakt door de kredietcrisis. Echter welke gevolgen heeft de crisis op de reële economie en met name het midden- en kleinbedrijf. CM&P voorziet grote continuïteitsproblemen bij bedrijven die onlangs zijn overgenomen tegen buitensporige waarderingen.
De financieringen die afgesloten zijn voor deze overnames trekken een zware wissel op de exploitatie van de ondernemingen. Hierdoor kunnen deze ondernemingen geen klappen opvangen. Echter de markt krijgt nu wel klappen, enkele sectoren staan zwaar onder druk. Dit resulteert in dalende verkopen. Hierdoor kan niet meer aan de financiële verplichtingen worden voldaan, omdat die veelal uitgaan van groei. Zonder groei kan de rente en aflossing van de overnamesom niet meer worden betaald.
Ondanks de crisis en ondanks alle waarschuwingen en praktijkvoorbeelden wordt door enkele financiers, adviseurs en ondernemers nog steeds de te hoge waardering toegepast en wordt de ondernemer/onderneming opgezadeld met te hoge financieringslasten.
Het gevolg van de kredietcrisis en van de te hoge waarderingen is een stilstand in de overnames, in de tijd dat juist veel babyboomers moeten verkopen. De waarderingen/vraagprijzen van bedrijven moeten derhalve weer terug naar een reële waarde. Op deze manier is het alsnog mogelijk om een goede prijs te krijgen voor de onderneming en de koper kan alles duurzaam financieren. Groot voordeel is dat de onderneming bij een reële overnamesom wel overleefd in economisch zwaardere tijden.
CM&P heeft ook in een sterk groeiende economie altijd geadviseerd om reële financieringslasten ten opzichte van de overnamesom en de exploitatie aan te houden. Hierdoor is bij CM&P nog nooit een koper failliet gegaan door de te hoge overnamesom. Ondanks trends in de markt blijft vasthouden aan deze duurzame manier van financieren.
CM&P
CM&P adviseert ondernemers bij het complexe en complete traject van een bedrijfsoverdracht, fusie en overname. CM&P werkt landelijk met 30 vestigingen en heeft een uitgebreid bestand van kopende en verkopende partijen.
maandag 15 maart 2010
MKB Groeicertificaat
MKB Groeicertificaat
Ik kan ook voor u als business coach werkzaam zijn.
Uit onderzoek blijkt dat maar weinig van de ISO gecertificeerde Midden- en Kleinbedrijven daadwerkelijk aan echte kwaliteit werkte. De rest ervaarde het behalen van het kwaliteitscertificaat als bureaucratisch en interpreteerde dit als: "opschrijven wat je doet en laten zien wat je hebt opgeschreven ook doet". Dit resultaat was aanleiding tot de ontwikkeling van het MKB Groeicertificaat in samenwerking met MKB Nederland en de Raad van Accreditatie. Het MKB GroeicertificaatTM wordt gesteund door instanties als MKB-Nederland, Ministerie van EZ, ING-Bank, Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK), Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) en de Raad voor Accreditatie (RvA). Dit betekent dat het behalen van dit certificaat een gerechtvaardig vertrouwen geeft aan belanghebbenden zoals de klant en de financier.
Ik kan ook voor u als business coach werkzaam zijn.
Uit onderzoek blijkt dat maar weinig van de ISO gecertificeerde Midden- en Kleinbedrijven daadwerkelijk aan echte kwaliteit werkte. De rest ervaarde het behalen van het kwaliteitscertificaat als bureaucratisch en interpreteerde dit als: "opschrijven wat je doet en laten zien wat je hebt opgeschreven ook doet". Dit resultaat was aanleiding tot de ontwikkeling van het MKB Groeicertificaat in samenwerking met MKB Nederland en de Raad van Accreditatie. Het MKB GroeicertificaatTM wordt gesteund door instanties als MKB-Nederland, Ministerie van EZ, ING-Bank, Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK), Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) en de Raad voor Accreditatie (RvA). Dit betekent dat het behalen van dit certificaat een gerechtvaardig vertrouwen geeft aan belanghebbenden zoals de klant en de financier.
maandag 8 maart 2010
Opvolger gezocht voor bedrijfsovername
Een bedrijf overnemen zit niet in de mindset van de gemiddelde ondernemer en werknemer. Omdat voorlichting ontbreekt blijft veel potentieel onbenut.
Dat is de belangrijkste uitkomst uit een onderzoek van Motivaction naar potentiële bedrijfsopvolgers. Het onderzoek is verricht in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en heeft als doel inzicht te verschaffen in de kritische succes- en faalfactoren bij bedrijfsopvolging en het profiel van potentiële opvolgers.
Het onderzoek is verricht onder 200 ondernemers en 910 werknemers. Binnen de totale groep ondernemers (starters en bestaande ondernemers) uit dit onderzoek bedraagt het aandeel potentiële opvolgers 45%. Daarnaast vindt bijna een op de vijf werknemers het aantrekkelijk om het bedrijf waarin ze nu werkzaam zijn over te nemen. Het merendeel van deze werknemers met overnameambities heeft op dit moment een leidinggevende functie (38%). De animo voor het overnemen van een bestaand bedrijf is kleiner dan voor het zelf opbouwen van een bedrijf. Dit hangt waarschijnlijk samen met de relatieve onbekendheid met het overnemen van een bedrijf. Als belangrijkste voordelen om een bestaand bedrijf over te nemen worden genoemd het feit dat het bedrijf al klanten en naamsbekendheid heeft (47%), het een goedlopende zaak is (13%), het gemakkelijker is (6%) en minder risicovol (3%). Potentiële opvolgers noemen het uitwerken van eigen ideeën en het bestaande bedrijf verder laten groeien als grootste kans. Gevraagd naar de favoriete branches om een bedrijf over te nemen scoren detailhandel (18%) en horeca (12%) het hoogste gevolgd door industrie, gezondheidszorg en overige dienstverlening Succes- en faalfactoren Als belangrijkste zaken voor een succesvolle bedrijfsovername worden goede voorbereiding (20%), goede informatie (10%), een sterke motivatie (10%) en een eerlijke relatie met de overdrager (9%) gezien. Aan de andere kant wordt financiën (30%) als het grootste risico van overname gezien, gevolgd door onverwachte kosten, fiscale zaken en de geloofwaardigheid van de overdrager. Een overname appelleert sterk aan de behoeften van deze groep omdat deze vorm van ondernemerschap als minder risicovol wordt gezien dan zelf iets opbouwen. Gekeken naar de persoonlijkheidskenmerken kunnen de overnemers worden getypeerd als doorzetters, gedegen voorbereiders, goede communicators, werken ze graag nieuwe ideeën uit en houden ze bij voorkeur de touwtjes stevig in de handen. Als belangrijkste aanbeveling noemt het rapport in het algemeen de voorlichting over het overnemen van een bedrijf. Door de relatieve onbekendheid zit de optie ´bedrijfsovername ´ niet in de mindset van de gemiddelde werknemer en ondernemer. Ook de beeldvorming dat het zelf starten van een eigen bedrijf meer vrijheid zou geven dan het overnemen van een bedrijf zou moet volgens de onderzoekers worden bijgesteld. Het Ministerie van Economische Zaken weet wat ze de komende tijd te doen staat. Bron Brookz.
http://nl.linkedin.com/in/martijnboer
Dat is de belangrijkste uitkomst uit een onderzoek van Motivaction naar potentiële bedrijfsopvolgers. Het onderzoek is verricht in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en heeft als doel inzicht te verschaffen in de kritische succes- en faalfactoren bij bedrijfsopvolging en het profiel van potentiële opvolgers.
Het onderzoek is verricht onder 200 ondernemers en 910 werknemers. Binnen de totale groep ondernemers (starters en bestaande ondernemers) uit dit onderzoek bedraagt het aandeel potentiële opvolgers 45%. Daarnaast vindt bijna een op de vijf werknemers het aantrekkelijk om het bedrijf waarin ze nu werkzaam zijn over te nemen. Het merendeel van deze werknemers met overnameambities heeft op dit moment een leidinggevende functie (38%). De animo voor het overnemen van een bestaand bedrijf is kleiner dan voor het zelf opbouwen van een bedrijf. Dit hangt waarschijnlijk samen met de relatieve onbekendheid met het overnemen van een bedrijf. Als belangrijkste voordelen om een bestaand bedrijf over te nemen worden genoemd het feit dat het bedrijf al klanten en naamsbekendheid heeft (47%), het een goedlopende zaak is (13%), het gemakkelijker is (6%) en minder risicovol (3%). Potentiële opvolgers noemen het uitwerken van eigen ideeën en het bestaande bedrijf verder laten groeien als grootste kans. Gevraagd naar de favoriete branches om een bedrijf over te nemen scoren detailhandel (18%) en horeca (12%) het hoogste gevolgd door industrie, gezondheidszorg en overige dienstverlening Succes- en faalfactoren Als belangrijkste zaken voor een succesvolle bedrijfsovername worden goede voorbereiding (20%), goede informatie (10%), een sterke motivatie (10%) en een eerlijke relatie met de overdrager (9%) gezien. Aan de andere kant wordt financiën (30%) als het grootste risico van overname gezien, gevolgd door onverwachte kosten, fiscale zaken en de geloofwaardigheid van de overdrager. Een overname appelleert sterk aan de behoeften van deze groep omdat deze vorm van ondernemerschap als minder risicovol wordt gezien dan zelf iets opbouwen. Gekeken naar de persoonlijkheidskenmerken kunnen de overnemers worden getypeerd als doorzetters, gedegen voorbereiders, goede communicators, werken ze graag nieuwe ideeën uit en houden ze bij voorkeur de touwtjes stevig in de handen. Als belangrijkste aanbeveling noemt het rapport in het algemeen de voorlichting over het overnemen van een bedrijf. Door de relatieve onbekendheid zit de optie ´bedrijfsovername ´ niet in de mindset van de gemiddelde werknemer en ondernemer. Ook de beeldvorming dat het zelf starten van een eigen bedrijf meer vrijheid zou geven dan het overnemen van een bedrijf zou moet volgens de onderzoekers worden bijgesteld. Het Ministerie van Economische Zaken weet wat ze de komende tijd te doen staat. Bron Brookz.
http://nl.linkedin.com/in/martijnboer
dinsdag 2 maart 2010
Financiering bedrijf via borgstelling overheid
Financiering bedrijf via borgstelling overheid
Veel ondernemers hebben momenteel problemen met de financiering van hun bedrijf. Voor deze ondernemers en bedrijven op zoek naar financiering zijn er regelingen waarbij de overheid borg staat voor een lening. Hierdoor kunnen ondernemers gemakkelijker geld lenen of meer krediet krijgen bij een bank. Enkele belangrijke zijn: Borgstelling MKB-kredieten (BMKB), Regeling Groeifaciliteit en Garantie Ondernemingsfinanciering (GO).
BBMKB - Besluit Borgstelling MKB Kredieten
U heeft de ambitie om een eigen onderneming te starten. Of u bent al ondernemer en u wilt bijvoorbeeld uitbreiden of innoveren. In beide situaties heeft u geld nodig om uw investeringsplannen te realiseren. De gang naar de bank ligt voor de hand. Banken willen uiteraard graag een krediet verstrekken, maar tegelijk willen ze ook hun risico’s beperken. Het antwoord op de vraag of u voldoende zekerheden kunt bieden, weegt dan ook zwaar mee in hun risicoanalyse. Heeft u te weinig zekerheden (bijvoorbeeld een pand of machines), dan is de kans groot dat u niet voor een krediet in aanmerking komt. Voor veel mkb-ondernemers wringt daar de schoen.
Is dat ook bij u het geval? Wellicht kunt u dan gebruikmaken van de borgstellingsregeling door de overheid.
U leent het geld van de bank. De overheid spreekt met uw bank af dat zij voor een bepaald deel van het geleende bedrag borg staat. Dankzij deze regeling (Besluit Borgstelling MKB kredieten, kortweg BBMKB) kunnen jaarlijks duizenden starters en gevestigde ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf hun plannen realiseren. Plannen die anders op de plank blijven liggen.
Groeifaciliteit
In geval van snelle groei en bij bedrijfsovernames kan bij een MKB-onderneming behoefte ontstaan aan extra risicodragend vermogen. Meer risicodragend vermogen komt de liquiditeit ten goede en door de verbeterde solvabiliteit ontstaat ruimte tot kredietuitbreiding, ruimte die nodig is om een groeiscenario te realiseren. De Regeling Groeifaciliteit biedt met een 50% overheidsgarantie de mogelijkheid het risicodragendvermogen van MKB-ondernemingen te vergroten.
Garantie Ondernemingsfinanciering
De kredietcrisis heeft de banken bewuster gemaakt van risico's. Daardoor zijn banken terughoudender geworden bij het verstrekken van kredieten. De regeling Garantie Ondernemingsfinanciering is een antwoord van de overheid op de moeilijkheden die de ondernemingen nu ondervinden bij het aantrekken van bankleningen. Deze regeling biedt banken een garantie van vijftig procent voor nieuwe bankleningen van minimaal 1,5 miljoen euro en maximaal 50 miljoen euro. De risico's voor de banken nemen hierdoor af, waardoor ondernemingen meer kans van slagen hebben bij het aantrekken van nieuwe bankleningen.
De regeling is bestemd voor ondernemingen met substantiële activiteiten in Nederland en met voldoende rentabiliteits- en continuiteitsperspectieven. Gezien de omvang van de te verstrekken bankleningen, minimaal 1,5 miljoen euro en maximaal 50 miljoen euro, is de regeling gericht op grote en middelgrote ondernemingen.
Microkrediet
Ondernemen vraagt doorgaans om investeringen. U moet producten in voorraad nemen, een pand huren of machines aanschaffen. Startende ondernemers ondervinden echter vaak problemen bij het afsluiten van een lening. Het bedrag dat men wil lenen is doorgaans laag en het brengt vaak een groot risico met zich mee voor de banken. De overheid biedt in dit geval een oplossing in de vorm van microkrediet.
Innovatiekrediet
Het Innovatiekrediet is een risicodragend krediet voor de financiering van ontwikkelingsprojecten met veel commerciële potentie maar nog grote technische risico’s. De projecten zijn gericht op de ontwikkeling van nieuwe producten, processen of diensten. Het Innovatiekrediet vermindert het financiële risico voor de ondernemer: mislukt het project, dan hoeft het Innovatiekrediet niet te worden terugbetaald.
Zowel starters als gevestigde mkb’ers kunnen profiteren van het Innovatiekrediet. Als nieuwkomer krijgt u zo belangrijke financiële ondersteuning voor uw project. Als bestaand bedrijf wordt de drempel lager om binnen uw R&D-budget middelen vrij te maken voor een écht vernieuwend project. Een project dat wellicht meer technisch risico in zich bergt, maar dat van groot
belang is voor de toekomst van uw bedrijf.
Fonds Opkomende Markten
Het Fonds Opkomende Markten (FOM) is door de Nederlandse overheid (Ministerie van Economische Zaken) ingesteld met de bedoeling de economische ontwikkeling van opkomende markten te bevorderen door het stimuleren van investeringen van het Nederlandse bedrijfsleven. Het gaat hier om markten die een overgang doormaken naar een markteconomie of die anderszins in hun economische ontwikkeling (nog) achterliggen bij West-Europa.
Lening startende ondernemer, venture capital, Tante Agaath
Er is een regeling die het voor particulieren fiscaal aantrekkelijk maakt geld aan startende ondernemers te lenen. Als startende ondernemer hebt u er misschien geen rechtstreeks voordeel van, maar de regeling kan het u wel een stuk gemakkelijker maken om het beginkapitaal voor uw onderneming bij elkaar te krijgen. Misschien kunt u met behulp van deze regeling iemand bereid vinden een deel van zijn vermogen in uw onderneming te steken. Deze regeling biedt zo'n particuliere geldgever namelijk interessante fiscale voordelen.
Veel ondernemers hebben momenteel problemen met de financiering van hun bedrijf. Voor deze ondernemers en bedrijven op zoek naar financiering zijn er regelingen waarbij de overheid borg staat voor een lening. Hierdoor kunnen ondernemers gemakkelijker geld lenen of meer krediet krijgen bij een bank. Enkele belangrijke zijn: Borgstelling MKB-kredieten (BMKB), Regeling Groeifaciliteit en Garantie Ondernemingsfinanciering (GO).
BBMKB - Besluit Borgstelling MKB Kredieten
U heeft de ambitie om een eigen onderneming te starten. Of u bent al ondernemer en u wilt bijvoorbeeld uitbreiden of innoveren. In beide situaties heeft u geld nodig om uw investeringsplannen te realiseren. De gang naar de bank ligt voor de hand. Banken willen uiteraard graag een krediet verstrekken, maar tegelijk willen ze ook hun risico’s beperken. Het antwoord op de vraag of u voldoende zekerheden kunt bieden, weegt dan ook zwaar mee in hun risicoanalyse. Heeft u te weinig zekerheden (bijvoorbeeld een pand of machines), dan is de kans groot dat u niet voor een krediet in aanmerking komt. Voor veel mkb-ondernemers wringt daar de schoen.
Is dat ook bij u het geval? Wellicht kunt u dan gebruikmaken van de borgstellingsregeling door de overheid.
U leent het geld van de bank. De overheid spreekt met uw bank af dat zij voor een bepaald deel van het geleende bedrag borg staat. Dankzij deze regeling (Besluit Borgstelling MKB kredieten, kortweg BBMKB) kunnen jaarlijks duizenden starters en gevestigde ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf hun plannen realiseren. Plannen die anders op de plank blijven liggen.
Groeifaciliteit
In geval van snelle groei en bij bedrijfsovernames kan bij een MKB-onderneming behoefte ontstaan aan extra risicodragend vermogen. Meer risicodragend vermogen komt de liquiditeit ten goede en door de verbeterde solvabiliteit ontstaat ruimte tot kredietuitbreiding, ruimte die nodig is om een groeiscenario te realiseren. De Regeling Groeifaciliteit biedt met een 50% overheidsgarantie de mogelijkheid het risicodragendvermogen van MKB-ondernemingen te vergroten.
Garantie Ondernemingsfinanciering
De kredietcrisis heeft de banken bewuster gemaakt van risico's. Daardoor zijn banken terughoudender geworden bij het verstrekken van kredieten. De regeling Garantie Ondernemingsfinanciering is een antwoord van de overheid op de moeilijkheden die de ondernemingen nu ondervinden bij het aantrekken van bankleningen. Deze regeling biedt banken een garantie van vijftig procent voor nieuwe bankleningen van minimaal 1,5 miljoen euro en maximaal 50 miljoen euro. De risico's voor de banken nemen hierdoor af, waardoor ondernemingen meer kans van slagen hebben bij het aantrekken van nieuwe bankleningen.
De regeling is bestemd voor ondernemingen met substantiële activiteiten in Nederland en met voldoende rentabiliteits- en continuiteitsperspectieven. Gezien de omvang van de te verstrekken bankleningen, minimaal 1,5 miljoen euro en maximaal 50 miljoen euro, is de regeling gericht op grote en middelgrote ondernemingen.
Microkrediet
Ondernemen vraagt doorgaans om investeringen. U moet producten in voorraad nemen, een pand huren of machines aanschaffen. Startende ondernemers ondervinden echter vaak problemen bij het afsluiten van een lening. Het bedrag dat men wil lenen is doorgaans laag en het brengt vaak een groot risico met zich mee voor de banken. De overheid biedt in dit geval een oplossing in de vorm van microkrediet.
Innovatiekrediet
Het Innovatiekrediet is een risicodragend krediet voor de financiering van ontwikkelingsprojecten met veel commerciële potentie maar nog grote technische risico’s. De projecten zijn gericht op de ontwikkeling van nieuwe producten, processen of diensten. Het Innovatiekrediet vermindert het financiële risico voor de ondernemer: mislukt het project, dan hoeft het Innovatiekrediet niet te worden terugbetaald.
Zowel starters als gevestigde mkb’ers kunnen profiteren van het Innovatiekrediet. Als nieuwkomer krijgt u zo belangrijke financiële ondersteuning voor uw project. Als bestaand bedrijf wordt de drempel lager om binnen uw R&D-budget middelen vrij te maken voor een écht vernieuwend project. Een project dat wellicht meer technisch risico in zich bergt, maar dat van groot
belang is voor de toekomst van uw bedrijf.
Fonds Opkomende Markten
Het Fonds Opkomende Markten (FOM) is door de Nederlandse overheid (Ministerie van Economische Zaken) ingesteld met de bedoeling de economische ontwikkeling van opkomende markten te bevorderen door het stimuleren van investeringen van het Nederlandse bedrijfsleven. Het gaat hier om markten die een overgang doormaken naar een markteconomie of die anderszins in hun economische ontwikkeling (nog) achterliggen bij West-Europa.
Lening startende ondernemer, venture capital, Tante Agaath
Er is een regeling die het voor particulieren fiscaal aantrekkelijk maakt geld aan startende ondernemers te lenen. Als startende ondernemer hebt u er misschien geen rechtstreeks voordeel van, maar de regeling kan het u wel een stuk gemakkelijker maken om het beginkapitaal voor uw onderneming bij elkaar te krijgen. Misschien kunt u met behulp van deze regeling iemand bereid vinden een deel van zijn vermogen in uw onderneming te steken. Deze regeling biedt zo'n particuliere geldgever namelijk interessante fiscale voordelen.
maandag 1 maart 2010
Waarde MKB Ondernemingen niet onder druk
Waardes mkb-bedrijven niet onder druk
De crisis heeft het afgelopen anderhalf jaar behoorlijk huisgehouden, en zeker ook in het mkb. Ons wordt vaak gevraagd wat dit betekent voor de waardering van een onderneming. Voor u wellicht een verrassend antwoord: er zijn geen grote veranderingen opgetreden. Wat overigens niet betekent dat er geen sprake is van lage transactieprijzen. Dit verdient enige toelichting.
De waardering van een onderneming is gebaseerd op de verwachting van de koper ten aanzien van de geldstromen die het bedrijf de komende jaren voortbrengt. Deze geldstromen worden samengevoegd met de rendementseis – de risicoperceptie - van de koper. Wij hebben de laatste jaren gerekend met een rendementseis tussen de 17,5 en 22,5%. Zeker gezien de lage rentetarieven zien wij geen reden met een hogere rendementseis te rekenen. Als de geldstromen op peil blijven, is er ook geen sprake van waardedaling.
De waarde van bedrijven is dus niet veel veranderd, de financieringsmogelijkheden zijn echter wel sterk gewijzigd. De afgelopen jaren is er zeer scherp gefinancierd door de banken. Een eigen vermogen van 10 tot 20%, in combinatie met een Euribor-opslag tussen de 0,75 en 1,25%, was niet ongebruikelijk. Deze tijden zijn voorbij, en komen volgens veel banken ook niet meer terug. Momenteel eisen banken dat een eigen vermogen tussen de 30 en 50% wordt ingebracht en zijn de renteopslagen meer dan verdubbeld.
Deze beperking van de financieringsruimte is niet alleen een probleem van de koper. De verkoper zal zich moeten afvragen of hij genoegen wil nemen met een lagere opbrengst of een deel van de financiering voor zijn rekening wil nemen.
In het bovenstaande hebben we enkele gemiddelden genoemd. De ‘gemiddelde transactie’ bestaat – zeker in de tijd – niet meer. Bedrijfsoverdracht is maatwerk.
Bron: ondernemer.nl
De crisis heeft het afgelopen anderhalf jaar behoorlijk huisgehouden, en zeker ook in het mkb. Ons wordt vaak gevraagd wat dit betekent voor de waardering van een onderneming. Voor u wellicht een verrassend antwoord: er zijn geen grote veranderingen opgetreden. Wat overigens niet betekent dat er geen sprake is van lage transactieprijzen. Dit verdient enige toelichting.
De waardering van een onderneming is gebaseerd op de verwachting van de koper ten aanzien van de geldstromen die het bedrijf de komende jaren voortbrengt. Deze geldstromen worden samengevoegd met de rendementseis – de risicoperceptie - van de koper. Wij hebben de laatste jaren gerekend met een rendementseis tussen de 17,5 en 22,5%. Zeker gezien de lage rentetarieven zien wij geen reden met een hogere rendementseis te rekenen. Als de geldstromen op peil blijven, is er ook geen sprake van waardedaling.
De waarde van bedrijven is dus niet veel veranderd, de financieringsmogelijkheden zijn echter wel sterk gewijzigd. De afgelopen jaren is er zeer scherp gefinancierd door de banken. Een eigen vermogen van 10 tot 20%, in combinatie met een Euribor-opslag tussen de 0,75 en 1,25%, was niet ongebruikelijk. Deze tijden zijn voorbij, en komen volgens veel banken ook niet meer terug. Momenteel eisen banken dat een eigen vermogen tussen de 30 en 50% wordt ingebracht en zijn de renteopslagen meer dan verdubbeld.
Deze beperking van de financieringsruimte is niet alleen een probleem van de koper. De verkoper zal zich moeten afvragen of hij genoegen wil nemen met een lagere opbrengst of een deel van de financiering voor zijn rekening wil nemen.
In het bovenstaande hebben we enkele gemiddelden genoemd. De ‘gemiddelde transactie’ bestaat – zeker in de tijd – niet meer. Bedrijfsoverdracht is maatwerk.
Bron: ondernemer.nl
Abonneren op:
Posts (Atom)