maandag 24 januari 2011

Veel boeren willen hun bedrijf verkopen

Strenge eisen aan varkensbedrijven en het verbod op legbatterijen brengen veel boeren in de problemen en dat heeft zijn weerslag op de markt van agrarisch onroerend goed.
Dat meldt NVM Agrarisch & Landelijk Vastgoed in een rapportage over de tweede helft van het afgelopen jaar. Het aantal verkopen en de prijzen bleven al met al stabiel, maar dat verschilt per sector. Voor dit jaar verwacht NVM een rustige markt. Nieuwe eisen aan pluimveebedrijven gaan volgend jaar in en nieuwe eisen aan varkensbedrijven in 2013. Boeren moeten hun stallen aanpassen, maar veel van hen kunnen die investering niet opbrengen en proberen hun bedrijf te verkopen.

Problemen
Volgens Harry Boertjes van de NVM is het lastig aan te geven hoeveel agrariërs in de problemen komen. Het aanbod van varkensbedrijven bij de NVM is in een jaar tijd opgelopen van 48 naar 82.
Rendabele melkveebedrijven spelen in op het afschaffen van de melkquota in 2015 en hebben vaak plannen om uit te breiden. Grond in de omgeving van deze boeren is in trek. Het aanbod van woonboerderijen is de afgelopen vier jaar vrijwel verdubbeld van 2042 naar 4020 eind afgelopen jaar.

Natuurgebieden
Het nieuwe kabinet heeft aangekondigd dat het geen geld meer over heeft voor de aankoop van grond voor verbindingszones tussen natuurgebieden. De NVM verwacht dan ook een ''zeer beperkte rol'' van de overheid op de markt. Ook gemeenten en projectontwikkelaars zijn nu terughoudend met het uitkopen van agrariërs.

Volgens de NVM wordt steeds meer agrarisch onroerend goed alleen verkoopbaar als gemeenten bereid zijn bestemmingsplannen te wijzigen en bijvoorbeeld een woonfunctie willen geven aan agrarische gebouwen. Bron NVM Agrarisch & Landelijk Vastgoed.




U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl

www.havendijk.nl

donderdag 20 januari 2011

Flexibiliteit cruciale factor bij waardering bedrijven

Flexibiliteit cruciale factor bij waardering bedrijven.

De waarde van ondernemingen wordt onder andere bepaald door de weging van zogenaamde risicofactoren. De recente economische crisis heeft ervoor gezorgd dat een aantal van die risico’s meer dan ooit reëel zijn geworden. Reden voor BDOCF om het standaard waarderingsmodel opnieuw onder de loep te nemen. Aan de hand van een enquête die werd ingevuld door meer dan 150 Nederlandse waarderingsexperts maakte BDOCF een aantal fundamentele aanpassingen in het model. Zo ontdekten ze zelfs een nieuwe risicofactor: de factor flexibiliteit. Een juiste waardering van een onderneming is vooral ten tijde van een overname van cruciaal belang.

De nieuwe factor flexibiliteit
Het onderzoek onder waarderingsexperts toonde aan dat er een geheel nieuwe risicofactor aan het model moet worden toegevoegd. Juist in deze tijden is het voor ondernemingen van belang om flexibel te zijn en dus snel te reageren op veranderende marktomstandigheden. Flexibele ondernemingen zijn in staat in slechte tijden snel hun productie te verlagen en juist weer op te voeren in een aantrekkende markt. Daarnaast zijn ze in staat snel in te springen op nieuwe trends en noviteiten. De mate van flexibiliteit kan worden geïdentificeerd aan de hand van de kostenstructuur. Ondernemingen met hoge vaste kosten zijn vaak minder goed in staat snel productie te verminderen zonder dat dit gepaard gaat met aanzienlijke extra kosten. Ook kan gelet worden op de aanwezigheid van contracten die afname en leveranties afdwingen. Ten slotte is de opbouw van het personeelsbestand (hoeveelheid vaste werknemers versus uitzendkrachten) ook een belangrijke indicator voor de flexibiliteit van de onderneming.

Overige factoren onverminderd belangrijk
Naast de nieuwe risicofactor is uit het onderzoek gebleken dat de overige zes reeds bekende risicofactoren, zoals de afhankelijkheid van management, afnemers en leveranciers, nog steeds in belangrijke mate van toepassing zijn. Een onderneming die in sterke mate afhankelijkheid is van één persoon, loopt risico als deze persoon onverhoopt wegvalt. Ditzelfde geldt voor afnemers en leveranciers. Bij kleinere ondernemingen zullen deze afhankelijkheden over het algemeen groter zijn dan bij grotere ondernemingen. Overige belangrijke risicofactoren zijn het hebben van een goed track record, spreiding van ondernemingsactiviteiten en toetredingsbarrières tot de markt waarin de onderneming opereert. Indien het een ondernemer lukt om deze risicofactoren te beperken, zal dit een positief effect hebben op de waarde van de onderneming.

U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl

www.havendijk.nl

donderdag 13 januari 2011

Opstellen strucuur voor bedrijfsoverdracht

Juridische structuur

Allereerst valt te denken aan het opzetten van een gewenste juridische structuur, waarbij de fiscale consequenties van een verkoop zo beperkt mogelijk worden gehouden. Wanneer bijvoorbeeld de eigenaar in privé eigenaar is van de over te dragen onderneming, dient hij over de volledige verkoopwinst belasting te betalen.

Met het oog op een mogelijke bedrijfsoverdracht bestaat in MKB de ideale bedrijfsstructuur uit (ten minste) drie vennootschappen. Te weten:

1) een top-holding, waarin het pensioen en uitsluitend voor privé aangewende materiële vaste activa zijn ondergebracht;

2) een tussen-holding waarin het bedrijfsonroerend goed en eventueel de machines zijn ondergebracht;

3) een of meerdere werkmaatschappijen waarin alle bedrijfsgebonden activiteiten vallen.

Deze structuur biedt de ondernemer de mogelijkheid om, wanneer hij/zij daadwerkelijk wil overgaan tot een bedrijfsoverdracht, alsnog te kunnen bezien of alleen de werkmaatschappij of tevens het onroerend goed wordt overgedragen.
Het realiseren van de juiste juridische structuur, zonder dat dit onderhevig is aan belastingheffing, vereist over het algemeen drie tot zes jaar. Hieraan dient echter te worden toegevoegd dat naarmate dit proces eerder in gang wordt gezet des te groter de mogelijkheden zijn.

Bedrijfsoverdracht
Naast het opzetten van de juiste juridische structuur houdt een groot deel van het verkoopklaar maken van uw onderneming verband met het verlagen van het ondernemingspecifieke risico. U kunt hierbij denken aan het terugbrengen van de afhankelijkheid van de DGA, waarbij een groot deel van het klantencontact wordt overgedragen aan de bedrijfsleider of het management.

Tevens kan gedacht worden aan het aanbrengen van een goede spreiding in het klantenbestand, het verminderen van de afhankelijkheid van leveranciers en het verhogen van de kwaliteit van de interne administratieve organisatie. Onze ervaring leert dat kopers aan deze elementen veel waarde hechten en dat het werken hieraan over het algemeen een waardeverhogend effect heeft.

Ongeacht de vraag of de tijd rijp is om over te gaan tot bedrijfsoverdracht, kan in ieder geval met zekerheid gesteld worden dat de tijd altijd rijp is om er tijdig bij stil te staan en reeds de nodige voorzieningen te treffen.

vrijdag 7 januari 2011

Keuze voor opvolging binnen familiebedrijf

De keuze voor een bepaald type overdracht hangt van een aantal factoren af. Veel ondernemers willen hun bedrijf graag aan hun zoon of dochter overdragen. Het belang van de volgende generatie staat voor hen voorop. Een overdracht buiten de familie komt vaak in beeld, wanneer er binnen de familie geen geschikte opvolger beschikbaar is. Veel voorkomende overdrachtsopties zijn in dat geval
een overname of een MBO /MBI . Hier speelt een belangenafweging tussen respectievelijk cashen en continuïteit voor de stakeholders van het bedrijf. Bij een overname spelen de financiële argumenten immers vaak een grote rol. Overdragers kiezen voor een MBO of MBI omdat zij grote waarde hechten aan het belang van bijvoorbeeld de manager(s) of de medewerkers.

Hoe zit het met de crisis?
De economische recessie heeft ook haar weerslag op de overdrachtsplannen van ondernemers. Eén op de vier respondenten die binnen drie jaar willen overdragen, geeft aan dat de recessie zorgt voor vertraging van de overdracht. Ondernemers stellen hun overdracht vooral uit omdat zij prioriteit willen geven aan de dagelijkse bedrijfsvoering en het behouden van klanten.
Wanneer een overdrachtsproces wel doorgang vindt, kan de crisis zorgen voor een moeizame financiering. De financiering vormt onder normale omstandigheden al een belangrijk knelpunt, zeker bij overdrachten buiten de familie. Dit probleem wordt alleen maar groter wanneer externe financiers door de recessie terughoudend zijn. Een oplossing hiervoor is dat de overdrager zelf financieel blijft participeren in het bedrijf. In dit onderzoek blijkt slechts 40% hiertoe bereid te zijn. Naast een versoepelde financiering kan het de betrokkenheid van de overdrager en gedeelde
kennis tussen beide partijen stimuleren. Men moet er hierbij op letten dat de opvolger het bedrijf naar zijn visie kan blijven leiden.

r wordt onderscheid gemaakt tussen een overdracht van eigendom binnen en buiten de familie. Bij overdrachten buiten de familie onderscheiden we een overname, fusie, Management Buy Out (MBO, overdracht aan één of meerdere werknemers) en een Management Buy In (MBI, overdracht aan een extern managementteam).

De crisis en de marktwaarde van mijn bedrijf Een goed beeld van de marktwaarde is bij een overdracht onmisbaar. Een verkeerd beeld kan immers leiden tot een onjuiste overdrachtskeuze en tot een moeizaam onderhandelingsproces met de
kopende partij. Uit het onderzoek blijkt echter dat maar weinig ondernemers daadwerkelijk precies weten wat hun bedrijf waard is. Met name de overdragers die een overdracht buiten de familie wensen, laten hier een flinke steek vallen: slechts één op de vier zegt een goed beeld te hebben van de marktwaarde. Deze groep ondernemers denkt daarnaast dat de waarde van hun bedrijf ondanks
de recessie ongeveer gelijk is gebleven. De ondernemers baseren dit beeld relatief vaak op eigen schattingen of puur op gevoel. Familieoverdragers daarentegen denken vaker dat de waarde van hun onderneming is gedaald en baseren hun beeld vaker op een waarderingsrapport. Zeker gedurende onrustige economische tijden is het maken van een secure schatting lastig en verdient een waarderingsrapport
aanbeveling.

Is een familieoverdracht de enige optie?
Overdragers die een familieoverdracht wensen, hebben vaak een groot vertrouwen in hun zoon of dochter. Ze zijn geneigd zich dusdanig op een familieopvolging te richten, dat andere overdrachtsopties uit beeld verdwijnen. Zo geeft de helft van de familieoverdragers aan niet open te staan voor een buitenfamiliale overdracht. Met name de mogelijkheid tot een MBO of MBI wordt vaak over het hoofd gezien. Een familieoverdracht blijkt echter lang niet altijd mogelijk te zijn. Veel overdragers
denken jarenlang aan een familieoverdracht, maar verkopen hun eigendom uiteindelijk toch buiten de familie. Daarom is het voor overdragers belangrijk altijd onderzoek te doen naar alternatieve opvolgers en overdrachtsvormen.

Succesfactoren

Bij overdrachten buiten de familie is het belangrijk dat beide partijen zo gelijkwaardig mogelijke informatie hebben over het bedrijf. Gelijke informatie is onder meer belangrijk voor eerlijke en soepele onderhandelingen over de prijs van het bedrijf. Met name bij een overname en een MBI is het belangrijk
dat het verschil in kennis tussen koper en verkoper zo veel mogelijk wordt verkleind. Tussenkomst van een onafhankelijke partij en het laten opstellen van een waarderingsrapport kan hierbij helpen. Bij een MBO speelt dit probleem minder, omdat de opvolger afkomstig is uit het bedrijf zelf. Om de financieringskwestie te tackelen, kan de overdrager de helpende hand bieden door financieel te
blijven participeren. Goede relaties en vertrouwen tussen overdrager en opvolger kunnen zowel overdracht van kennis, overeenstemming over de prijs als een goede financiering in de hand werken.Bron Centrum van Familiebedrijf.