Een derde van de Nederlandse familiebedrijven vindt het een
goed moment om de zaak te verkopen. Dat schrijft het FD op basis van een
rapport dat het ING Economisch Bureau, de universiteit Nyenrode en FBNed
vandaag publiceren.
De belangrijkste aanleiding om een bedrijf te verkopen is
het bereiken van de pensioenleeftijd. Voor grotere bedrijven is het ook
belangrijk dat kinderen de zaak goedkoper kunnen overnemen. Dat schrijft
Katinka Jongkind, econoom bij het ING Economisch Bureau.
Door de laagconjunctuur worden bedrijven lager gewaardeerd,
waardoor overnemende kinderen een lagere prijs betalen. Bij één op de tien
bedrijfsoverdrachten wordt er een korting gegeven vanwege de famileband. De
korting ligt tussen 15% en 30% van de overnamesom. Dit zien de onderzoekers met
name terug bij grotere bedrijven. Kleinere familiebedrijven, waarbij de
overdrachtopbrengst het pensioen van de verkoper vormt, verkopen tegen de
hoogst mogelijke prijs.
Een op de vijf ondervraagde bedrijven wil de zaak binnen de
komende vijf jaar verkopen. Het familiebedrijf wordt niet altijd verkocht aan
de kinderen, maar 75% van de tweehonderd ondervraagde bedrijven heeft een
voorkeur voor verkoop binnen de familie. Die verhouding komt ook terug in de de
bedrijfsoverdrachten van de afgelopen vijf jaar.
Iets minder dan de helft van de bedrijven ervaart de
juridische en fiscale moeilijkheden details als een groot knelpunt bij een
bedrijfsverkoop. Ook vinden verkopers het proces vaak lang duren. Financiering
wordt niet vaak genoemd als probleem. Dat gebeurt met eigen middelen in
combinatie met bijvoorbeeld een achtergestelde lening of bankfinanciering.
In de meerderheid van de bedrijfsoverdrachten (83%) hebben
de aandeelhouders ook de leiding in het bedrijf. Toch is het niet zo dat
kinderen van zijn klaargestoomd voor de leiding aan het familiebedrijf,. In
eerste instantie maken veel kinderen carrière buiten het bedrijf en kiezen ze
later alsnog voor het familiebedrijf.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten