Hoe vind ik een investeerder?

Privé-investeerders voorzien een ondernemer idealiter niet alleen van geld, maar ook van kennis. Hoe vind je deze ‘droom-informals’? Wij helpen de ondernemer bij deze zoektocht. neem contact op met martijn.boer@cmenp.nl of bel 0657998781


http://www.mkb-bedrijfsovernames.nl/

Peter Rikhof, mede-eigenaar van Investormatch.nl en auteur van het boek ‘Hoe vind ik een investeerder?’:

‘Ze zeggen wel eens: “You have to kiss many frogs before you meet a prince.” Je zult je breed moeten oriënteren en veel mensen moeten spreken. Ik heb het over particuliere investeerders, participatiemaatschappijen zijn veel zichtbaarder en eenvoudiger te benaderen. Particulieren met een paar ton extra op de bank staan niet in het telefoonboek. Dus ga naar pitchbijeenkomsten, ondernemerscongressen, incubators, en angelnetwerken. Het is zeker niet verkeerd om al in een vroeg stadium de markt op te gaan. Dan heb je al voorwerk gedaan op het moment dat je een investeringsbehoefte hebt.’

‘Je moet er zeker maanden tot een jaar voor uittrekken. Als je acuut geld nodig hebt, ga dan niet in alle haast op zoek. De kans dat het lukt, is klein en je hebt een beroerde onderhandelingspositie. Je hebt niet zo veel te eisen en naarmate de tijd vordert, wordt de positie van de informal alleen maar sterker. Die heeft geen haast. Een investering van een informal is duur geld, je geeft aandelen, zeggenschap en eventueel dividend weg. Als je bij een bank kúnt lenen, zou ik dat eerst doen.’


‘Informals waren tot 2008 bereid seed-kapitaal te investeren, dus geld te steken in starters die nog in de conceptfase zitten. Dat doen ze nu bijna niet meer. Banken lenen minder uit, zodat investeerders meer keuze hebben. Die gaan hoger zitten. Je moet nu dus al een paar klanten hebben en wat omzet hebben gedraaid om interessant te zijn.’

Sander Koppelaar, bedenker van de investeerderspitch Capital on Stage die vorig jaar in september werd gehouden:

‘Ik zou de vraag willen omdraaien: hoe vindt een investeerder jou? In de internetbranche geldt een volkswijsheid: begin simpel, laat met iets kleins zien dat je succesvol kunt zijn. Maar denk wel groot. Doe je dat goed, dan vindt een investeerder jou vanzelf. Je moet je niet te afhankelijk maken van iemand met een zak geld. Dat is een veelgemaakte fout.’

‘In september heb ik met twee anderen een conferentie voor ondernemers en investeerders georganiseerd. Normaal gesproken geven de ondernemers een pitch, dit keer waren het de investeerders die zich op een podium presenteerden. Het was een mix van informals en investeringsfondsen uit binnen- en buitenland.’



‘Of er ook echt goede matches waren, komen we niet in alle gevallen te weten, maar dat was ook niet mijn insteek. De reden om dit te doen, was dat starters in de internetbranche, waar de dag op was toegespitst, het best lastig vinden om investeerders te vinden. Er zijn grofweg 10 à 20 investeringsfondsen actief die het serieus aanpakken. Je leert ze niet echt kennen, omdat je misschien maar bij een paar partijen een afspraak kunt krijgen. Ze zetten een filter bij de deur omdat er zo veel ondernemers op ze afkomen. Het voordeel van onze pitch, die we gaan herhalen, is dat ze al in je netwerk zitten op het moment dat je een investeringsbehoefte hebt.’

Wiggert de Haan, medebedenker van de iPhone-app Roamler. Haalde in 2011 €500.000 op bij privé-investeerders en bereidt een tweede investeringsronde voor:


‘Ik zou anderen aanraden eerst na te denken over wat je verwacht van een investeerder. Zoals jij het formuleert, moet je het ook in een gesprek horen. Ga met meerdere investeerders praten. Een persoonlijke klik moet er zijn, maar ik geloof niet in één ware investeerder. Wij hadden met meerdere partijen een wederzijdse klik.’

‘Onze eerste investeerders — het waren er twee — vonden we via via. Een van hen was een oud-collega van mijn zakenpartner. De twee kwamen uit een andere branche, maar ze waren zelf ondernemer geweest en wisten hoe je met beperkte middelen op eigen kracht groter kunt worden. Ze konden snel schakelen en al met al zat er een maand tussen het eerste gesprek en het moment waarop het geld op onze rekening stond. Dat kwam ons goed uit. We wilden Roamler op korte termijn gaan versnellen, ook om op termijn een grotere investering aan te kunnen trekken.’


‘We zijn in onderhandeling over een banklening en we bereiden een tweede investeringsronde voor. Dit keer hebben we een fusie- en overnameadviseur in de arm genomen die ook het investeringsmemorandum voor ons schrijft. Voorbereiden kost tijd en aandacht en ik richt me liever op het bedrijf. We zoeken een substantieel bedrag. Ik ga ervan uit dat het zes maanden gaat duren.’ Bron: FD