woensdag 15 april 2015

Meer bedrijfsfinancieringsmogelijkheden: Nederlandse Investeringsinstelling (NLII) van start


De Nederlandse Investeringsinstelling (NLII) is een samenwerkingsverband tussen institutionele beleggers (verzekeraars en pensioenfondsen) met als doel de  investeringsmogelijkheden voor de lange termijn voor institutionele beleggers in de Nederlandse economie te vergroten. Nederlandse verzekeraars en pensioenfondsen hebben een beleggingsportefeuille van circa € 1.400 miljard, die zij grotendeels in het buitenland beleggen. Mogelijk kunnen zij een groter deel van dit vermogen in Nederland beleggen, mits er sprake is van investeringen met voldoende schaalgrootte en een adequate risico-rendementsverhouding die in het belang is van deze partijen.
De NLII probeert investeringsbelemmeringen weg te nemen bij financieringsvraagstukken die weliswaar rendabel zijn, maar die vanwege een beperkte omvang of onvoldoende transparante risico’s en rendementen als belegging minder geschikt zijn voor institutionele beleggers. Op 8 april 2015 kondigde de NLII twee concrete proposities aan, waarbij financiering door institutionele beleggers wordt gecombineerd met bancaire financiering. Zo wordt gebruikt gemaakt van het distributienetwerk en de kennis van banken op het gebied van kredietverlening.
Het Achtergestelde Leningen Fonds (ALF) is speciaal gericht op MKB-ondernemers. Het fonds wordt gefinancierd door institutionele beleggers en verstrekt achtergestelde leningen van minimaal € 150.000 en maximaal € 5 miljoen. Voor iedere euro achtergestelde lening verstrekt de distribuerende bank minimaal een gelijk bedrag aan gewoon bancair krediet (niet achtergesteld). Het totale financieringsbedrag bedraagt dus minimaal € 300.000.
Deze financieringsvorm is geschikt voor MKB-ondernemers met goede groei- en winstvooruitzichten die normaliter niet of beperkt in aanmerking komen voor bancair krediet doordat zij te weinig risicodragend vermogen hebben. De Nederlandse overheid staat garant voor 50% van de hoofdsom van de achtergestelde leningen die het ALF verstrekt.
Het Bedrijfsleningen Fonds (BLF) is een voortzetting van het vorig jaar door Euronext geïnitieerde NL Ondernemingsfonds (NLOF) en is gericht op middelgrote ondernemingen. Het BLF neemt voor minimaal € 5 miljoen en maximaal € 25 miljoen deel in een lening. Voor iedere door het fonds verstrekte euro verstrekt de bank voor tenminste een gelijk bedrag een lening met gelijke voorwaarden. Het totale financieringsbedrag bedraagt dus minimaal € 10 miljoen.
Deze financiering is met name geschikt voor gezonde bedrijven waarbij banken het volledige bedrag niet zelfstandig kunnen/willen financieren, bijvoorbeeld omdat zij al teveel financiering hebben uitstaan op de individuele onderneming of in de sector waarin de onderneming actief is. Door co-financiering wordt de totale financieringscapaciteit groter.
De NLII verwacht met beide fondsen een extra financieringscapaciteit van in totaal € 2 miljard te kunnen realiseren in de komende drie jaar. Institutionele beleggers die hun deelname reeds hebben toegezegd zijn Aegon, Pensioenfonds PGB, Pensioenfonds Metaal & Techniek en Nationale Nederlanden. ABN AMRO, ING en de Rabobank verstrekken de bancaire kredieten. Het NLII verwacht dat ondernemers al deze zomer via hun bank een beroep kunnen doen op de fondsen. Bron Rabobank

dinsdag 14 april 2015

Overnamemarkt op stoom



Meer dan de helft van alle grotere bedrijven is van plan de komende twaalf maanden van plan een grotere of kleinerebedrijfsovername te doen.
Dit blijkt uit de halfjaarlijkse peiling Global Capital Confidence Barometer, van accountancybureau EY onder meer dan 1600 bestuurders in 54 landen. Daarmee ligt de interesse voor fusies en overnames momenteel weer op het hoogste niveau sinds 2010. Vorig jaar werd voor meer dan 3 biljoen dollar aan deals aangekondigd, het drukste jaar aan het overnamefront sinds 2007.

Hogere overnameprijzen

Uit een recent onderzoek van dataleverancier Deallogic blijkt dat ook de overnameprijzen in de lift zitten. De prijzen die ondernemingen betalen voor bedrijfsovernames zijn gestegen tot het hoogste niveau sinds de internetboom eind jaren 90. Wereldwijd wordt er nu gemiddeld ruim twaalf keer de brutowinst betaald om een bedrijf over te nemen. In de VS ligt de gemiddelde overnamesom zelfs op meer dan veertien keer de brutowinst, terwijl in Europa de multiple onder de twaalf blijft steken.
Het gaat hier met name om beursgenoteerde bedrijven, de multiples voor (Nederlandse) MKB-bedrijven liggen met 4 á 5 keer Ebitda aanmerkelijk lager. Bron:brookx.