Aandelen versus activa/passiva
Een belangrijke vraag is of u de aandelen van het bedrijf wilt kopen of de activa en passiva. In het eerste geval koopt u de gehele onderneming,inclusief bezittingen en schulden, rechten en verplichtingen, contracten met leveranciers, personeel en afnemers, licenties en vergunningen, schulden aan de belastingdienst. Feitelijk verandert alleen de identiteit van de aandeelhouder.
Koopt u alleen de activa en de passiva, dan hevelt u (meestal een deel van) de bezittingen en schulden van de verkopende onderneming over naar uw eigen onderneming. Vaak worden in dergelijke transacties de machines, voorraden, inventaris, het personeel en zaken als leasecontracten overgenomen. Banksaldi, debiteuren, crediteuren en bankschulden blijven doorgaans bij de verkoper; hetzelfde geldt voor ‘het verleden’ van het bedrijf en daarmee samenhangende (fiscale) claims.
Aan beide soorten transacties kleven zowel voor de koper als verkoper voor- en nadelen.
> Waarom de verkoper liever de aandelen verkoopt
De verkoper doet over het algemeen het liefst een aandelentransactie: met de verkoop van de aandelen is hij in principe overal van af. Meestal worden nog wel de nodige garanties opgenomen in het koopcontract, bijvoorbeeld over de juistheid van balansposten of toekomstige claims van de fiscus, maar hij is van zijn BV verlost.
> Waarom de koper (soms) liever de activa koopt
Voor de verkoper is een aandelentransactie interessant, voor de koper kleven er duidelijke nadelen aan. Allereerst mag de koper de betaalde goodwill (inclusief stille reserves) fiscaal niet afschrijven. De gehele aankoopsom, inclusief goodwill en stille reserves, belandt als deelneming op de balans van zijn holding.
Bij een activadeal had de koper de betaalde goodwill wel kunnen afschrijven. Bij een afschrijvingstermijn van tien jaar levert hem dit jaarlijks een fiscaal aftrekbare kostenpost op. Een ander belangrijk voordeel van een activakoop is dat de koper van alle ellende van de gekochte BV gevrijwaard blijft. Hij hoeft niet bang te zijn voor lijken in de kast, zoals tegenvallende betalingen door debiteuren, onverwachte claims van de fiscus, onbekende contracten met klanten en leveranciers of plotseling opdoemende BV’s in exotische landen. Bijkomend voordeel is dat de koper kan volstaan met een beperktere due diligence.
Een ander voordeel is cherry picking: zeker met een slecht renderend bedrijf als tegenpartij is het mogelijk om bijvoorbeeld alleen de goede machines over te nemen en de verouderde machines niet. Ook kunnen de schulden bij de verkopende partij worden gelaten. Voor de verkoper kan dit interessant zijn om met de verkoopopbrengst zijn schulden af te lossen en eventueel het bedrijf te sluiten. Toch kleven er ook grote nadelen aan een activadeal. Alle activa – voorraden, machines, inventaris, auto’s – moeten worden geïnventariseerd, beschreven, gewaardeerd én op naam worden gezet van de nieuwe eigenaar. Voor het overzetten van contracten is bovendien de medewerking van de andere contractpartij verplicht. Licenties en vergunningen zijn soms helemaal niet overdraagbaar, omdat deze bedrijfs- of persoonsgebonden zijn. Een ander nadeel is dat cherry picking van personeel niet mogelijk is.
> Waarom deals bijna altijd aandelendeals zijn
Verreweg het grootste deel van bedrijfsoverdrachten in het MKB betreft aandelentransacties. De belangrijkste reden is dat de verkoper dit als harde eis op tafel legt. Zeker een verkoper met geduld of met een gewild bedrijf kan zich zo’n houding permitteren. Daarnaast hebben kopers – nadat ze de voor- en nadelen hebben afgewogen – niet altijd zin in het gedoe rondom een activatransactie. Activatransacties worden meestal ingezet als de koper maar een beperkt deel van de activiteiten of inboedel wil overnemen of als er te veel onzekerheden zijn omtrent het aangekochte bedrijf. Het is bijvoorbeeld onduidelijk of al het personeel wel keurig in dienst is, of er is een vermoeden van zwart geld. Naarmate de positie van de verkoper zwakker is, is een activatransactie makkelijker te realiseren. Soms is het voor de verkoper de enige manier om van zijn bedrijf af te komen. Algemene richtlijnen zijn er niet. Het hangt sterk van de situatie af welke transactie de voorkeur geniet.
> Compensabele verliezen
Het kan gebeuren dat het bedrijf dat u wilt kopen in voorgaande jaren verlies heeft gemaakt. Fiscaal kan dat voor u als koper gunstig zijn. Verliezen uit het verleden mogen namelijk in de negen jaar daarna worden verrekend met de winst. Stel, het verkopende bedrijf maakte twee jaar geleden een verlies van 100.000 euro en het afgelopen jaar een winst van 40.000 euro. In dat geval staat nog 60.000 euro aan verrekenbaar verlies open. Dit verlies maakt het bedrijf aantrekkelijker, want over de eerste 60.000 euro winst hoeft u straks geen vennootschapsbelasting te betalen. De verkoper weet dit natuurlijk ook en zal daarmee in zijn prijsstelling rekening houden. Houd er echter rekening mee dat dit verlies niet altijd te verrekenen is.
Allereerst is het compensabel verlies verbonden aan de betreffende BV. Dit betekent dat u dit verlies alleen bij een aandelentransactie kunt overnemen en niet bij een activa/ passiva-transactie. Om handel in verliesgevende BV’s tegen te gaan stelt defiscus voorwaarden aan het overdragen van compensabele verliezen. Allereerst moet sprake zijn van een wijziging in de aandeelhouders; daaraan is bij een aandelentransactie per definitie voldaan. Daarnaast moeten de activiteiten in de BV hetzelfde blijven en aan die voorwaarde wordt niet altijd voldaan. Ga er dus niet op voorhand vanuit dat u de verliezen ook daadwerkelijk kunt verrekenen.
bron: Brookz, platform voor bedrijfsovername http://www.brookz.nl
Ik ben eigenaar van BCG Corporate Finance B.V. Ik ben oud bankier en heb ruim 10 jaar bankierservaring. Tevens ben ik afgestudeerd als Register Adviseur Bedrijfsopvolging (RAB) en daarmee gecertificeerd adviseur in bedrijfsoverdracht. Met 20 jaar praktijkervaring in bedrijfsfinancieringen, bedrijfsovernames, Corporate Finance, gecombineerd met mijn academische en bedrijfskundige achtergrond ben ik optimaal inzetbaar bij Overnames, Financieringen en Strategie.
vrijdag 31 december 2010
dinsdag 7 december 2010
Bedrijfsopvolging aantrekkelijk door Successiewet
Bedrijfsopvolging aantrekkelijk door Successiewet 'Fiscaal interessant om bedrijf door te schuiven'
De nieuwe Successiewet maakt bedrijfsopvolging interessanter en is het fiscaal interessant om bedrijf door te schuiven. Het is fiscaal gezien nu aantrekkelijker om een bedrijf door te schuiven naar de volgende generatie.
Ondernemingsvermogen
De vrijstelling is omhooggetrokken naar een miljoen euro en voor de waarde daarboven geldt een vrijstelling van 83 procent. Maar tegelijkertijd pakt de wet ook minder gunstig uit. Er wordt veel specifieker gekeken naar wat ondernemings- of beleggingsvermogen is.
Want die vrijstelling geldt alleen voor ondernemingsvermogen. 'Heeft iemand een onderneming met beleggingsvermogen, dan kunnen de faciliteiten niet van toepassing zijn. De inkomsten- en erfbelasting kan daardoor oplopen tot 40 procent.
Bedrijfsstructuur
Omdat de nieuwe Successiewet grote financiële gevolgen heeft voor estate planning, doen ondernemers er verstandig aan om te laten controleren wat er precies door hen geregeld is. Een check van de huwelijkse voorwaarden en het testament mag daarin niet ontbreken.
Voor een ondernemer is het ook slim om te laten uitzoeken of de bestaande structuren nog wel goed uitpakken bij de nieuwe regels. Dat luistert heel nauw. Vooral de structuren waarbij cumulatief preferente aandelen een rol spelen, moeten onder de loep worden genomen.
De nieuwe Successiewet maakt bedrijfsopvolging interessanter en is het fiscaal interessant om bedrijf door te schuiven. Het is fiscaal gezien nu aantrekkelijker om een bedrijf door te schuiven naar de volgende generatie.
Ondernemingsvermogen
De vrijstelling is omhooggetrokken naar een miljoen euro en voor de waarde daarboven geldt een vrijstelling van 83 procent. Maar tegelijkertijd pakt de wet ook minder gunstig uit. Er wordt veel specifieker gekeken naar wat ondernemings- of beleggingsvermogen is.
Want die vrijstelling geldt alleen voor ondernemingsvermogen. 'Heeft iemand een onderneming met beleggingsvermogen, dan kunnen de faciliteiten niet van toepassing zijn. De inkomsten- en erfbelasting kan daardoor oplopen tot 40 procent.
Bedrijfsstructuur
Omdat de nieuwe Successiewet grote financiële gevolgen heeft voor estate planning, doen ondernemers er verstandig aan om te laten controleren wat er precies door hen geregeld is. Een check van de huwelijkse voorwaarden en het testament mag daarin niet ontbreken.
Voor een ondernemer is het ook slim om te laten uitzoeken of de bestaande structuren nog wel goed uitpakken bij de nieuwe regels. Dat luistert heel nauw. Vooral de structuren waarbij cumulatief preferente aandelen een rol spelen, moeten onder de loep worden genomen.
maandag 29 november 2010
Borgstelling op financiering gewild
Aantal gebruikmakende MKB'ers groeit in derde kwartaal
MKB'ers maken vaker gebruik van de garantieregelingen van de overheid voor het verkrijgen van financiering bij de bank.
Borgstelling op financiering gewild
De borgstellingen vanuit de overheid zijn gewild, blijkt uit een derde kwartaalrapportage van minister Maxime Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) aan de Tweede Kamer. De regelingen zijn bedoeld om bedrijven eenvoudiger toegang te geven tot krediet, nadat de banken terughoudender zijn geworden in hun kredietverlening.
Garantieregelingen
In het derde kwartaal van 2010 hebben bijna 1.000 mkb'ers een beroep gedaan op de Borgstellingsregeling MKB (BMKB) voor een bedrag van ongeveer 200 miljoen euro. Daarmee staat de teller van het totale aantal bedrijven die dit jaar gebruikmaken van de BMKB op 2.612 voor een borgstelling van 527 miljoen euro. EL&I verwacht dat deze regeling op een recordbenutting van circa 735 miljoen euro uitkomt.
Ook de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) laat een forse stijging zien. De regeling voor middelgrote en grote bedrijven werd in de maanden juli, augustus en september door 32 bedrijven gebruikt voor een totaalbedrag van ruim 160 miljoen euro. Over de eerste drie kwartalen verleende EL&I voor 413,6 miljoen euro borgstellingen uit de GO aan 91 ondernemingen.
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
www.havendijk.nl
MKB'ers maken vaker gebruik van de garantieregelingen van de overheid voor het verkrijgen van financiering bij de bank.
Borgstelling op financiering gewild
De borgstellingen vanuit de overheid zijn gewild, blijkt uit een derde kwartaalrapportage van minister Maxime Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) aan de Tweede Kamer. De regelingen zijn bedoeld om bedrijven eenvoudiger toegang te geven tot krediet, nadat de banken terughoudender zijn geworden in hun kredietverlening.
Garantieregelingen
In het derde kwartaal van 2010 hebben bijna 1.000 mkb'ers een beroep gedaan op de Borgstellingsregeling MKB (BMKB) voor een bedrag van ongeveer 200 miljoen euro. Daarmee staat de teller van het totale aantal bedrijven die dit jaar gebruikmaken van de BMKB op 2.612 voor een borgstelling van 527 miljoen euro. EL&I verwacht dat deze regeling op een recordbenutting van circa 735 miljoen euro uitkomt.
Ook de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) laat een forse stijging zien. De regeling voor middelgrote en grote bedrijven werd in de maanden juli, augustus en september door 32 bedrijven gebruikt voor een totaalbedrag van ruim 160 miljoen euro. Over de eerste drie kwartalen verleende EL&I voor 413,6 miljoen euro borgstellingen uit de GO aan 91 ondernemingen.
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
www.havendijk.nl
maandag 22 november 2010
Liquiditeit groot probleem voor mkb'ers
Liquiditeit groot probleem voor mkb'ers
Veel ondernemers kunnen niet aan lopende betalingsverplichtingen voldoen
Meer dan de helft van de ondernemers heeft onvoldoende geld in kas om drie maanden kostendekkend te zijn, blijkt uit onderzoek van TNS NIPO Nederland onder 556 directeuren-grootaandeelhouders (DGA's) in opdracht van ING Assurantiekantoren Nederland.
Veel ondernemers kunnen niet aan lopende betalingsverplichtingen voldoen
Ongeveer één op de tien mkb'ers wist de afgelopen drie jaar de omzet met meer dan 25 procent te laten stijgen, ondanks de economische crisis. Daarnaast heeft driekwart van alle DGA's de ambitie in de komende vijf jaar te groeien.
Liquiditeitsmanagement
Maar groei is van grote invloed op het risicoprofiel van ondernemingen', zegt algemeen directeur Heleen de Heer van ING Assurantiekantoren Nederland. 'Wanneer ondernemers groeien, zullen ze niet zo snel geneigd zijn te analyseren wat er mis kan gaan.'
Eén van die bedrijfrisico's is dus liquiditeit. Om het probleem zoveel mogelijk onder controle te krijgen, kunnen ondernemers aan financiële planning doen. Met liquiditeitsmanagement worden de risico's zoveel mogelijk in kaart gebracht, waardoor problemen vaak ver van tevoren zichtbaar worden.
Financiering
Door de nijpende liquiditeitssituatie van mkb'ers zal er behoefte zijn aan financiering om aan de lopende betalingsverplichtingen te voldoen. Uit het halfjaaronderzoek Financieringsmonitor mkb (juli 2010) van het ministerie van Economische Zaken bleek dat verreweg de belangrijkste bestemming van de gezochte financiering extra werkkapitaal is, namelijk 45 procent.
Liquiditeitsmanagement helpt niet alleen om de risico's in kaart te brengen, maar financiers hechten er ook waarde aan. De cijfers van een onderneming worden bekend, waardoor bijvoorbeeld banken eerder bereid zijn tot financiering. In veel gevallen zal liquiditeitsmanagement een bijdrage leveren aan de financiële gezondheid van het bedrijf en kapitaalverschaffers eerder over de streep trekken.
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl. Ik ben cum laude afgestudeerd als Register Adviseur Bedrijfsopvolging (RAB) en daarmee gecertificeerd adviseur in bedrijfsoverdracht. Door mijn jarenlange ervaring en kennis van bedrijfsovernames en financieringen gecombineerd met mijn bedrijfskundige achtergrond, ben ik inzetbaar als adviseur bij bedrijfsovernames, financieringen, businessplannen en als klankbord voor u als ondernemer.
Veel ondernemers kunnen niet aan lopende betalingsverplichtingen voldoen
Meer dan de helft van de ondernemers heeft onvoldoende geld in kas om drie maanden kostendekkend te zijn, blijkt uit onderzoek van TNS NIPO Nederland onder 556 directeuren-grootaandeelhouders (DGA's) in opdracht van ING Assurantiekantoren Nederland.
Veel ondernemers kunnen niet aan lopende betalingsverplichtingen voldoen
Ongeveer één op de tien mkb'ers wist de afgelopen drie jaar de omzet met meer dan 25 procent te laten stijgen, ondanks de economische crisis. Daarnaast heeft driekwart van alle DGA's de ambitie in de komende vijf jaar te groeien.
Liquiditeitsmanagement
Maar groei is van grote invloed op het risicoprofiel van ondernemingen', zegt algemeen directeur Heleen de Heer van ING Assurantiekantoren Nederland. 'Wanneer ondernemers groeien, zullen ze niet zo snel geneigd zijn te analyseren wat er mis kan gaan.'
Eén van die bedrijfrisico's is dus liquiditeit. Om het probleem zoveel mogelijk onder controle te krijgen, kunnen ondernemers aan financiële planning doen. Met liquiditeitsmanagement worden de risico's zoveel mogelijk in kaart gebracht, waardoor problemen vaak ver van tevoren zichtbaar worden.
Financiering
Door de nijpende liquiditeitssituatie van mkb'ers zal er behoefte zijn aan financiering om aan de lopende betalingsverplichtingen te voldoen. Uit het halfjaaronderzoek Financieringsmonitor mkb (juli 2010) van het ministerie van Economische Zaken bleek dat verreweg de belangrijkste bestemming van de gezochte financiering extra werkkapitaal is, namelijk 45 procent.
Liquiditeitsmanagement helpt niet alleen om de risico's in kaart te brengen, maar financiers hechten er ook waarde aan. De cijfers van een onderneming worden bekend, waardoor bijvoorbeeld banken eerder bereid zijn tot financiering. In veel gevallen zal liquiditeitsmanagement een bijdrage leveren aan de financiële gezondheid van het bedrijf en kapitaalverschaffers eerder over de streep trekken.
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl. Ik ben cum laude afgestudeerd als Register Adviseur Bedrijfsopvolging (RAB) en daarmee gecertificeerd adviseur in bedrijfsoverdracht. Door mijn jarenlange ervaring en kennis van bedrijfsovernames en financieringen gecombineerd met mijn bedrijfskundige achtergrond, ben ik inzetbaar als adviseur bij bedrijfsovernames, financieringen, businessplannen en als klankbord voor u als ondernemer.
donderdag 18 november 2010
MKB: weinig steun van overheden
Van de Nederlandse mkb-bedrijven heeft 78% de indruk dat de overheid weinig oog heeft voor hun belangen. Een meerderheid vindt dat banken gedwongen moeten worden om meer uit te lenen aan startende ondernemingen.
Dit zegt Regus, een bedrijf dat kantoorruimtes en werkplekken aanbiedt, op basis van een wereldwijde enquête onder mkb'ers. In Nederland deden 186 ondernemers mee aan het onderzoek, wereldwijd ging het om meer dan vijfduizend ondernemers.
De ondernemers werd onder meer gevraagd hoe gemakkelijk ze het vinden om hun werk te doen in hun land. Nederland scoort hierbij bovengemiddeld met 108 punten op een wereldwijd gemiddelde van 100 punten.
'Belangen genegeerd'
Van de ondervraagde Nederlandse ondernemers vindt 78% aan dat hun belangen worden genegeerd door overheden. Wereldwijd geeft driekwart van de ondervraagden dit aan.
Banken zouden gedwongen moeten worden om meer geld uit te lenen aan start-ups en kleine ondernemingen, zegt 71% van de Nederlandse ondervraagden. Gemiddeld vond 71% van alle ondervraagden dit.
Venture capital
Animo voor een venture capital fonds van de overheid is er wereldwijd bij 86% van de ondervraagden en bij 80% van de ondernemers in Nederland.
Ergernis over het te laat betalen van facturen doet de animo voor het instellen van boetes hiervoor, sterk toenemen. Van de Nederlandse ondernemers die meededen aan het onderzoek was 80% hier voorstander van, in de rest van de wereld lag dit op 72%.
Copyright (c) 2010 Het Financieele Dagblad
Dit zegt Regus, een bedrijf dat kantoorruimtes en werkplekken aanbiedt, op basis van een wereldwijde enquête onder mkb'ers. In Nederland deden 186 ondernemers mee aan het onderzoek, wereldwijd ging het om meer dan vijfduizend ondernemers.
De ondernemers werd onder meer gevraagd hoe gemakkelijk ze het vinden om hun werk te doen in hun land. Nederland scoort hierbij bovengemiddeld met 108 punten op een wereldwijd gemiddelde van 100 punten.
'Belangen genegeerd'
Van de ondervraagde Nederlandse ondernemers vindt 78% aan dat hun belangen worden genegeerd door overheden. Wereldwijd geeft driekwart van de ondervraagden dit aan.
Banken zouden gedwongen moeten worden om meer geld uit te lenen aan start-ups en kleine ondernemingen, zegt 71% van de Nederlandse ondervraagden. Gemiddeld vond 71% van alle ondervraagden dit.
Venture capital
Animo voor een venture capital fonds van de overheid is er wereldwijd bij 86% van de ondervraagden en bij 80% van de ondernemers in Nederland.
Ergernis over het te laat betalen van facturen doet de animo voor het instellen van boetes hiervoor, sterk toenemen. Van de Nederlandse ondernemers die meededen aan het onderzoek was 80% hier voorstander van, in de rest van de wereld lag dit op 72%.
Copyright (c) 2010 Het Financieele Dagblad
woensdag 10 november 2010
MKB botst met banken
Een onderzoek naar de kredietverlening aan het midden- en kleinbedrijf heeft tot een botsing geleid tussen banken en de belangenclub voor het midden- en kleinbedrijf MKB-Nederland.
De ondernemers zijn boos over de publicatie van een deel van de onderzoeksresultaten door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) afgelopen zondag. Daarin staat dat de kredietverlening is blijven stijgen tijdens de crisis. In het bericht staat echter niet dat nieuwe kredietaanvragen sinds de crisis veel minder kans maken, wat uit hetzelfde onderzoek naar voren is gekomen.
'Wat de NVB meldt, is maar een héél klein deel van het onderzoek', zegt Leendert-Jan Visser, directeur van MKB-Nederland. 'Dit stelt ons echt zwaar teleur. Dat de vertegenwoordiger van alle banken het nodig vindt om de zorgen die wij hebben, af te doen met een nogal arrogant getoonzet bericht dat er niets aan de hand is.' Hij stelt dat bancaire kredietverlening van vitaal belang is voor de economische groei.
Taskforce
Het midden- en kleinbedrijf klaagt sinds de crisis over de steeds strengere eisen die banken stellen aan zakelijk krediet, vooral bij leningen met een omvang tot euro 250.000. De banken ontkennen dat. Daarom hebben NVB, MKB- Nederland en twee ministeries een Taskforce Kredietverlening opgezet om de kwestie uit te zoeken en aanbevelingen te doen. Over twee weken volgt de presentatie van het onderzoek.
Volgens Visser zal dan blijken dat er momenteel 35% minder nieuwe zakelijke kredieten tot een euro250.000 worden verleend, dan vlak voor de crisis in zomer van 2008. 'Voor een deel omdat er minder aanvragen zijn, maar voor een groter deel omdat banken meer verzoeken afwijzen', aldus Visser.
Nieuwe kredieten
Bankenvereniging NVB wijst juist op de totale som aan uitstaande kleinere zakelijke kredieten. Die is sinds medio 2008 met 3,3% gestegen. 'De uitstaande kredieten aan het mkb zijn door blijven stijgen, wat opvallend te noemen is in een periode van economische crisis en krimp', aldus de NVB.
Visser zegt in reactie dat de totale uitstaande kredietsom niet zozeer stijgt vanwege nieuwe kredieten als wel omdat krediet meestal voor enkele jaren wordt verstrekt. De jaren voor de kredietcrisis waren topjaren en bedrijven nemen nu krediet op dat eerder was toegezegd.
De NVB beaamt dat 'het aantal nieuwe kredieten inderdaad minder is dan in het recordjaar 2008'. Hij noemt het huidige niveau 'genormaliseerd'.
Ook Aleid van der Zwan, adviseur kredietverlening binnen de NVB, wijst op het uitzonderlijke karakter van referentiejaar 2008. 'De kredietgroei is nu weliswaar een stuk lager dan destijds, maar er wordt nog steeds voor substantiële bedragen krediet verleend.'
Bron FD
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
www.havendijk.nl
De ondernemers zijn boos over de publicatie van een deel van de onderzoeksresultaten door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) afgelopen zondag. Daarin staat dat de kredietverlening is blijven stijgen tijdens de crisis. In het bericht staat echter niet dat nieuwe kredietaanvragen sinds de crisis veel minder kans maken, wat uit hetzelfde onderzoek naar voren is gekomen.
'Wat de NVB meldt, is maar een héél klein deel van het onderzoek', zegt Leendert-Jan Visser, directeur van MKB-Nederland. 'Dit stelt ons echt zwaar teleur. Dat de vertegenwoordiger van alle banken het nodig vindt om de zorgen die wij hebben, af te doen met een nogal arrogant getoonzet bericht dat er niets aan de hand is.' Hij stelt dat bancaire kredietverlening van vitaal belang is voor de economische groei.
Taskforce
Het midden- en kleinbedrijf klaagt sinds de crisis over de steeds strengere eisen die banken stellen aan zakelijk krediet, vooral bij leningen met een omvang tot euro 250.000. De banken ontkennen dat. Daarom hebben NVB, MKB- Nederland en twee ministeries een Taskforce Kredietverlening opgezet om de kwestie uit te zoeken en aanbevelingen te doen. Over twee weken volgt de presentatie van het onderzoek.
Volgens Visser zal dan blijken dat er momenteel 35% minder nieuwe zakelijke kredieten tot een euro250.000 worden verleend, dan vlak voor de crisis in zomer van 2008. 'Voor een deel omdat er minder aanvragen zijn, maar voor een groter deel omdat banken meer verzoeken afwijzen', aldus Visser.
Nieuwe kredieten
Bankenvereniging NVB wijst juist op de totale som aan uitstaande kleinere zakelijke kredieten. Die is sinds medio 2008 met 3,3% gestegen. 'De uitstaande kredieten aan het mkb zijn door blijven stijgen, wat opvallend te noemen is in een periode van economische crisis en krimp', aldus de NVB.
Visser zegt in reactie dat de totale uitstaande kredietsom niet zozeer stijgt vanwege nieuwe kredieten als wel omdat krediet meestal voor enkele jaren wordt verstrekt. De jaren voor de kredietcrisis waren topjaren en bedrijven nemen nu krediet op dat eerder was toegezegd.
De NVB beaamt dat 'het aantal nieuwe kredieten inderdaad minder is dan in het recordjaar 2008'. Hij noemt het huidige niveau 'genormaliseerd'.
Ook Aleid van der Zwan, adviseur kredietverlening binnen de NVB, wijst op het uitzonderlijke karakter van referentiejaar 2008. 'De kredietgroei is nu weliswaar een stuk lager dan destijds, maar er wordt nog steeds voor substantiële bedragen krediet verleend.'
Bron FD
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
www.havendijk.nl
maandag 1 november 2010
Situatie kredieten van banken verbeterd?
Bank leent gemakkelijker geld maar terughoudendheid in omvang krediet
De beoordelingsvoorwaarden die de Nederlandse banken hanteren bij het verstrekken van kortlopende leningen aan bedrijven zijn voor het eerst sinds 2006 versoepeld. Die conclusie komt uit het ECB-Bank Lending Survey, uitgevoerd door De Nederlandsche Bank (DNB).
Wel terughoudendheid in omvang krediet
Het minder stringent omgaan met de goedkeuringscriteria voor kortlopende leningen heeft vooral te maken met concurrentie op de leenmarkt, aldus DNB. Banken voelen steeds meer rivaliteit van kredietverstrekkers en andere financiële instellingen en verruimen daarom hun voorwaarden.
Bedrijfskrediet
Ook kleven er volgens de Nederlandse banken minder risico's aan het verschaffen van krediet aan bedrijven, doordat de vaderlandse economie enigszins opkrabbelt. Die inschatting is vooral gebaseerd op de verwachtingen over de algemene economische bedrijvigheid en op de beoordeling van de vooruitzichten voor de betrokken onderneming of bedrijfstak.
De banken melden in het onderzoek dat ze denken dat de criteria voor het verstrekken van kortlopende leningen het komende kwartaal verder versoepeld wordt. De beoordelingsvoorwaarden voor langlopende leningen zijn echter verscherpt. Nederlandse banken blijven terughoudend in de omvang van de leningen aan het bedrijfsleven. De versoepeling van het kredietbeleid komt vooral neer op lagere gemiddelde marges op leningen.
Ondernemers
MKB-Nederland denkt dat ondernemers in de praktijk weinig merken van de verruiming van kredietregels. Volgens de belangenorganisatie stellen banken nog steeds hoge eisen aan het verstrekken van een lening. Doordat vooral kleine ondernemingen de dupe worden van deze criteria voor financiering, pleit MKB-Nederland ervoor om de 80 procent-borgstellingsregeling (BMKB) in 2011 te handhaven.
Bron FD
De beoordelingsvoorwaarden die de Nederlandse banken hanteren bij het verstrekken van kortlopende leningen aan bedrijven zijn voor het eerst sinds 2006 versoepeld. Die conclusie komt uit het ECB-Bank Lending Survey, uitgevoerd door De Nederlandsche Bank (DNB).
Wel terughoudendheid in omvang krediet
Het minder stringent omgaan met de goedkeuringscriteria voor kortlopende leningen heeft vooral te maken met concurrentie op de leenmarkt, aldus DNB. Banken voelen steeds meer rivaliteit van kredietverstrekkers en andere financiële instellingen en verruimen daarom hun voorwaarden.
Bedrijfskrediet
Ook kleven er volgens de Nederlandse banken minder risico's aan het verschaffen van krediet aan bedrijven, doordat de vaderlandse economie enigszins opkrabbelt. Die inschatting is vooral gebaseerd op de verwachtingen over de algemene economische bedrijvigheid en op de beoordeling van de vooruitzichten voor de betrokken onderneming of bedrijfstak.
De banken melden in het onderzoek dat ze denken dat de criteria voor het verstrekken van kortlopende leningen het komende kwartaal verder versoepeld wordt. De beoordelingsvoorwaarden voor langlopende leningen zijn echter verscherpt. Nederlandse banken blijven terughoudend in de omvang van de leningen aan het bedrijfsleven. De versoepeling van het kredietbeleid komt vooral neer op lagere gemiddelde marges op leningen.
Ondernemers
MKB-Nederland denkt dat ondernemers in de praktijk weinig merken van de verruiming van kredietregels. Volgens de belangenorganisatie stellen banken nog steeds hoge eisen aan het verstrekken van een lening. Doordat vooral kleine ondernemingen de dupe worden van deze criteria voor financiering, pleit MKB-Nederland ervoor om de 80 procent-borgstellingsregeling (BMKB) in 2011 te handhaven.
Bron FD
donderdag 14 oktober 2010
Financiering mkb moeizaam
Financiering mkb moeizaam
Voor het eerst meer af- dan toewijzingen van financieringsvraag
Slechts 13 procent van de mkb-bedrijven heeft in het afgelopen halfjaar financiering gezocht. De hoogte van het extra kapitaal ligt in meer dan de helft van de financieringsvraag onder de 100.000 euro.
Voor het eerst meer af- dan toewijzingen
Deze cijfers staan in de Financieringsmonitor mkb (juli 2010), een halfjaaronderzoek naar het financieringsklimaat van het mkb in Nederland, uitgevoerd door onderzoeksbureau EIM in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.
Financieringsbehoefte
Het totaal aantal mkb-bedrijven dat het afgelopen halfjaar financiering heeft gezocht in aanvulling op de bestaande afspraken is zeer licht gedaald naar 13 procent ten opzichte van de vorige meting van het financieringsklimaat in april 2010.
Verreweg de belangrijkste bestemming van de gezochte financiering is extra werkkapitaal, namelijk 45 procent. Verder valt het toenemende aandeel op in vergelijking met drie maanden eerder van de mkb-ondernemers die financiering zoeken voor hun bedrijfshuisvesting (+ 5 procentpunt) en voor innovatie (+ 4 procentpunt).
De meeste mkb'ers waren de afgelopen zes maanden op zoek naar extra kapitaal met een omvang van minder dan 100.000 euro. Slechts 6 procent wilde meer dan 750.00 euro aantrekken. Bijna 40 procent van de mkb-bedrijven heeft het gewenste bedrag niet gekregen. 6 Procent kreeg de financiering wel rond, maar minder dan de hoogte van het gezochte kapitaal en 33 procent ontving daadwerkelijk het gewenste bedrag. Het is voor het eerst sinds de EIM-meting dat het aantal afwijzingen hoger is dan het aantal toewijzingen.
Eigen vermogen
Nog altijd is een bank dé aangewezen plek voor het verkrijgen van financiering. Bijna 90 procent van de mkb'ers haalt het extra kapitaal op bij de bank. Opvallende stijgers van bronnen voor de financieringsvraag sinds het onderzoek in april zijn informal investors (+1 procentpunt) en overheidsregelingen (+ 2 procentpunt). Familie en/of vrienden zijn in een tijd van economische tegenwind iets minder gul; van 8 naar 5 procent.
Het mkb heeft met ruim 60 procent een aanzienlijk hoger eigen vermogen dan het grootbedrijf. Binnen het mkb heeft het kleinbedrijf het grootste aandeel eigen vermogen. De laatste meting laat ten opzichte van de voorafgaande meting in april 2010 een lichte verbetering zien van de gemiddelde eigen vermogenspositie van het mkb.
Ook het vertrouwen in de mogelijkheid financiering te vinden is wat groter: minder ondernemers denken geen financiering te kunnen vinden. Van degenen die dat wèl denken gaan er méér proberen die financiering alsnog te krijgen.
Voor het eerst meer af- dan toewijzingen van financieringsvraag
Slechts 13 procent van de mkb-bedrijven heeft in het afgelopen halfjaar financiering gezocht. De hoogte van het extra kapitaal ligt in meer dan de helft van de financieringsvraag onder de 100.000 euro.
Voor het eerst meer af- dan toewijzingen
Deze cijfers staan in de Financieringsmonitor mkb (juli 2010), een halfjaaronderzoek naar het financieringsklimaat van het mkb in Nederland, uitgevoerd door onderzoeksbureau EIM in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.
Financieringsbehoefte
Het totaal aantal mkb-bedrijven dat het afgelopen halfjaar financiering heeft gezocht in aanvulling op de bestaande afspraken is zeer licht gedaald naar 13 procent ten opzichte van de vorige meting van het financieringsklimaat in april 2010.
Verreweg de belangrijkste bestemming van de gezochte financiering is extra werkkapitaal, namelijk 45 procent. Verder valt het toenemende aandeel op in vergelijking met drie maanden eerder van de mkb-ondernemers die financiering zoeken voor hun bedrijfshuisvesting (+ 5 procentpunt) en voor innovatie (+ 4 procentpunt).
De meeste mkb'ers waren de afgelopen zes maanden op zoek naar extra kapitaal met een omvang van minder dan 100.000 euro. Slechts 6 procent wilde meer dan 750.00 euro aantrekken. Bijna 40 procent van de mkb-bedrijven heeft het gewenste bedrag niet gekregen. 6 Procent kreeg de financiering wel rond, maar minder dan de hoogte van het gezochte kapitaal en 33 procent ontving daadwerkelijk het gewenste bedrag. Het is voor het eerst sinds de EIM-meting dat het aantal afwijzingen hoger is dan het aantal toewijzingen.
Eigen vermogen
Nog altijd is een bank dé aangewezen plek voor het verkrijgen van financiering. Bijna 90 procent van de mkb'ers haalt het extra kapitaal op bij de bank. Opvallende stijgers van bronnen voor de financieringsvraag sinds het onderzoek in april zijn informal investors (+1 procentpunt) en overheidsregelingen (+ 2 procentpunt). Familie en/of vrienden zijn in een tijd van economische tegenwind iets minder gul; van 8 naar 5 procent.
Het mkb heeft met ruim 60 procent een aanzienlijk hoger eigen vermogen dan het grootbedrijf. Binnen het mkb heeft het kleinbedrijf het grootste aandeel eigen vermogen. De laatste meting laat ten opzichte van de voorafgaande meting in april 2010 een lichte verbetering zien van de gemiddelde eigen vermogenspositie van het mkb.
Ook het vertrouwen in de mogelijkheid financiering te vinden is wat groter: minder ondernemers denken geen financiering te kunnen vinden. Van degenen die dat wèl denken gaan er méér proberen die financiering alsnog te krijgen.
donderdag 7 oktober 2010
Nieuwe financieringstimulans voor bedrijfsovername
Nieuwe financieringstimulans voor bedrijfsovername
Rabobank introduceert kapitaal ter versterking van vermogenspositie
Rabobank komt met een nieuw stimuleringskapitaal voor ondernemers. Op deze manier wil de coöperatieve bank de vermogenspositie van bedrijven versterken. Dat maakt het kapitaal óók interessant voor de financiering van bedrijfsovernames.
Rabobank introduceert kapitaal ter versterking van vermogenspositie
‘Juist nu activiteiten in de meeste sectoren van de Nederlandse economie schoorvoetend weer aantrekken, biedt Rabobank een extra stimulans aan ondernemers,’ zegt bestuurslid Gerlinde Silvis. ‘Zakelijke klanten van ons kunnen gebruik maken van deze achtergestelde lening met een tariefopslag van 3,5 procent. Dat ligt ruim onder het reguliere markttarief voor risicokapitaal.’
Bedrijfsovernamefinanciering
De totale omvang van het stimuleringskapitaal bedraagt maximaal 500.000 euro. Rabobank acht het kapitaal ook als een geschikt instrument voor de financiering van een bedrijfsovername. ‘Voordeel is de mogelijkheid voor de ondernemer om de eerste vijf jaar niet af te lossen op deze lening’, vervolgt Silvis.
‘Dat maakt het tot een essentiële vermogensbuffer. En dat is precies wat bedrijven op dit moment nodig hebben, nu de vermogenspositie van veel bedrijven door de crisis is uitgehold. Deze aanvullende lening stelt de bedrijven in staat om voluit te ondernemen en tegelijk een eigen buffervermogen op te bouwen.’
Tariefopslag
Met de introductie van dit nieuwe stimuleringskapitaal gaat het om een achtergestelde lening, waarmee de verstrekkende lokale Rabobank zelf het risico loopt. Mocht een zakelijke klant onverhoopt failliet gaan, dan wordt de restschuld van deze achtergestelde lening kwijtgescholden. Door dit extra risico is een tariefopslag van 3,5 procent vastgesteld. Niet gering, maar nog altijd veel lager dan gangbare tarieven voor risicokapitaal.
‘Met dit rentevoordeel en met het risico dat ligt bij de bank, willen we als Rabobank een aanmerkelijke bijdrage blijven leveren aan het ondernemerschap. Dit initiatief is daarom te zien als een vorm van ‘coöperatief dividend’ voor zakelijke klanten,’ aldus Silvis.
Bron Brookz.
Rabobank introduceert kapitaal ter versterking van vermogenspositie
Rabobank komt met een nieuw stimuleringskapitaal voor ondernemers. Op deze manier wil de coöperatieve bank de vermogenspositie van bedrijven versterken. Dat maakt het kapitaal óók interessant voor de financiering van bedrijfsovernames.
Rabobank introduceert kapitaal ter versterking van vermogenspositie
‘Juist nu activiteiten in de meeste sectoren van de Nederlandse economie schoorvoetend weer aantrekken, biedt Rabobank een extra stimulans aan ondernemers,’ zegt bestuurslid Gerlinde Silvis. ‘Zakelijke klanten van ons kunnen gebruik maken van deze achtergestelde lening met een tariefopslag van 3,5 procent. Dat ligt ruim onder het reguliere markttarief voor risicokapitaal.’
Bedrijfsovernamefinanciering
De totale omvang van het stimuleringskapitaal bedraagt maximaal 500.000 euro. Rabobank acht het kapitaal ook als een geschikt instrument voor de financiering van een bedrijfsovername. ‘Voordeel is de mogelijkheid voor de ondernemer om de eerste vijf jaar niet af te lossen op deze lening’, vervolgt Silvis.
‘Dat maakt het tot een essentiële vermogensbuffer. En dat is precies wat bedrijven op dit moment nodig hebben, nu de vermogenspositie van veel bedrijven door de crisis is uitgehold. Deze aanvullende lening stelt de bedrijven in staat om voluit te ondernemen en tegelijk een eigen buffervermogen op te bouwen.’
Tariefopslag
Met de introductie van dit nieuwe stimuleringskapitaal gaat het om een achtergestelde lening, waarmee de verstrekkende lokale Rabobank zelf het risico loopt. Mocht een zakelijke klant onverhoopt failliet gaan, dan wordt de restschuld van deze achtergestelde lening kwijtgescholden. Door dit extra risico is een tariefopslag van 3,5 procent vastgesteld. Niet gering, maar nog altijd veel lager dan gangbare tarieven voor risicokapitaal.
‘Met dit rentevoordeel en met het risico dat ligt bij de bank, willen we als Rabobank een aanmerkelijke bijdrage blijven leveren aan het ondernemerschap. Dit initiatief is daarom te zien als een vorm van ‘coöperatief dividend’ voor zakelijke klanten,’ aldus Silvis.
Bron Brookz.
donderdag 30 september 2010
LENEN WORDT CRIME
Interessant artikel in FD Outlook van vorige week:
CM&P Gorinchem heeft creatieve oplossingen voor financieringen. Meest belangrijk is dat een kredietaanvraag op een professionele manier aan de bank wordt gepresenteerd. Wij beleiden en adviseren bedrijven met het uitwerken van hun kredietaanvraag en zorgen ervoor dat er een gedegen verhaal bij de bank terechtkomt. Voor de meest optimale financieringsconstructie zoekt CM&P naar alternatieven, bijvoorbeeld door aanpassing van de financieringsconstructie of door de aanvraag voor te leggen aan andere partijen.
Hieronder het artikel:
door CYP WAGENAAR
Cyp Wagenaar is directeur-eigenaar van Mesys et zou bijna lachwekkend zijn, als het niet zo ernstig was.
Sinds het uitbreken van de kredietcrisis is het aanvragen van financiering een crime geworden. Een ondernemer doet zijn beklag. 'De souplesse is verdwenen.'
Ik kan me de tijd nog herinneren dat mijn vader met de directeur van de bank sprak en ter plekke een financiering regelde. Dat was in de tijd dat een directeur van een bank nog iemand van enige importantie was.
In de afgelopen 40 jaar is er heel wat veranderd. Een ondernemer die nu bij een bank voor financiering aanklopt, krijgt helemaal geen beslissers meer te spreken. Hij of zij overlegt, schetst een horizon, en de relatiemanager bekijkt tot jaren terug wat de ondernemer heeft gedaan. Vervolgens maakt die bankmanager een rapport over het bedrijf van de ondernemer, een rapport dat de ondernemer zelf niet te zien krijgt, dat enige echelons hoger in de bankhiërarchie wordt bekeken en besproken. Hier wordt een oordeel geveld, dat de ondernemer vervolgens als een mededeling krijgt aangereikt.
Persoonlijk heb ik dit proces meerdere keren meegemaakt en ik vind het zeer frustrerend. Nooit weet ik of mijn verhaal goed is overgekomen, of de juiste zaken gemeld zijn, of specifieke kwesties gedetailleerder zouden moeten worden belicht. Daar komt bij dat ondernemers bij een bank vaak te maken hebben met wisselingen van de wacht.
Een bank kijkt naar de branche waarin het bedrijf opereert en naar de kengetallen uit die branche. Het unieke bedrijf dat gebruikmaakt van innovatiekracht, van een marktpositie en een strategisch plan speelt geen rol. De bankmedewerkers kijken liever terug. Ik heb nog nooit meegemaakt datde bank keek naar het productenpallet, naar de nieuwe ontwikkelingen en naar de potentiële markten. Dit communicatieprobleem zal niet opgelost worden zolang de bank geen echte kennis uit dezelfde branche inhuurt. Dit in tegenstelling tot de ontwikkelingsmaatschappijen die deze kennis duidelijk wel in huis halen.
Banken maken ook nogal eens, en met liefde, misbruik van een situatie waarbij een ondernemer enige haast heeft, bijvoorbeeld voor de financiering van een grote order. Banken nemen dan een ruime doorlooptijd en eisen forse zekerheden. Als de tijdsdruk wegvalt, blijkt opeens dat de gevraagde zekerheden helemaal niet zo noodzakelijk waren en dat de bank vooral het momentum wilde gebruiken.
De laatste tijd zie ik ook dat banken steeds meer gegevens willen hebben. In de eerste gesprekken meldt de relatiemanager doorgaans dat er niets is veranderd ten opzichte van voor de kredietcrisis, maar bij het indienen van de aanvraag blijken toch veel meer data te moeten worden aangeleverd
.
Ons bedrijf Mesys is een leverancier van industriële luchtreiniging en zogenoemde afgasreiniging. De afgelopen jaren draaiden we goed, en in het eerste halfjaar 2010 waren de cijfers weer uitstekend. Daardoor moeten we wel uitbreiden in werkruimten en kantoren. Bij de eerste gesprekken met de banken bleek dat we moesten rekenen op een doorlooptijd van 3 tot 6 weken, nadat alle gegevens waren aangeleverd. Alle data, daar blijkt de crux te zitten. Het begrip 'alle' gaat zeer ver; meerdere keren komen de banken met vragen. Een ondernemer moet rekenen op een doorlooptijd van meerdere maanden. Terwijl enige spoed noodzakelijk is. Maakt de bank misbruik van de tijdsdruk door buitensporige zekerheden te stellen? Daar lijkt het wel op.
Een ander kwestie die het aanvragen van financiering tot een crime maakt, is de neiging van banken om te krappe financiering aan te bieden. Het resultaat is vaak dat bedrijven langs het randje moeten lopen. Ik heb menig bedrijf hierdoor in de problemen zien komen. Recent mocht ik dit probleem ook zelf ervaren toen de bank voorstelde om een groot deel van het werkkapitaal in de bedrijfsuitbreiding te steken.
Natuurlijk begrijp ik dat banken in een moeilijk vaarwater terecht zijn gekomen. De eisen worden hoger en de souplesse verdwijnt beetje bij beetje. Maar het gevolg is dat een jarenlange relatie ineens niet meer telt. In het echte bedrijfsleven gaat dat toch heel anders! Eén advies aan collega-ondernemers: ga over financiering praten als je het nog niet nodig hebt, en neem er dan ruim de tijd voor. Klop ook bij meerdere banken aan. Zie het als het verkrijgen van een order - hoe vreemd dat ook moge klinken, want eigenlijk zijn we klanten. Helaas zijn banken dat anders gaan zien.
Bron FD Outlook
CM&P Gorinchem heeft creatieve oplossingen voor financieringen. Meest belangrijk is dat een kredietaanvraag op een professionele manier aan de bank wordt gepresenteerd. Wij beleiden en adviseren bedrijven met het uitwerken van hun kredietaanvraag en zorgen ervoor dat er een gedegen verhaal bij de bank terechtkomt. Voor de meest optimale financieringsconstructie zoekt CM&P naar alternatieven, bijvoorbeeld door aanpassing van de financieringsconstructie of door de aanvraag voor te leggen aan andere partijen.
Hieronder het artikel:
door CYP WAGENAAR
Cyp Wagenaar is directeur-eigenaar van Mesys et zou bijna lachwekkend zijn, als het niet zo ernstig was.
Sinds het uitbreken van de kredietcrisis is het aanvragen van financiering een crime geworden. Een ondernemer doet zijn beklag. 'De souplesse is verdwenen.'
Ik kan me de tijd nog herinneren dat mijn vader met de directeur van de bank sprak en ter plekke een financiering regelde. Dat was in de tijd dat een directeur van een bank nog iemand van enige importantie was.
In de afgelopen 40 jaar is er heel wat veranderd. Een ondernemer die nu bij een bank voor financiering aanklopt, krijgt helemaal geen beslissers meer te spreken. Hij of zij overlegt, schetst een horizon, en de relatiemanager bekijkt tot jaren terug wat de ondernemer heeft gedaan. Vervolgens maakt die bankmanager een rapport over het bedrijf van de ondernemer, een rapport dat de ondernemer zelf niet te zien krijgt, dat enige echelons hoger in de bankhiërarchie wordt bekeken en besproken. Hier wordt een oordeel geveld, dat de ondernemer vervolgens als een mededeling krijgt aangereikt.
Persoonlijk heb ik dit proces meerdere keren meegemaakt en ik vind het zeer frustrerend. Nooit weet ik of mijn verhaal goed is overgekomen, of de juiste zaken gemeld zijn, of specifieke kwesties gedetailleerder zouden moeten worden belicht. Daar komt bij dat ondernemers bij een bank vaak te maken hebben met wisselingen van de wacht.
Een bank kijkt naar de branche waarin het bedrijf opereert en naar de kengetallen uit die branche. Het unieke bedrijf dat gebruikmaakt van innovatiekracht, van een marktpositie en een strategisch plan speelt geen rol. De bankmedewerkers kijken liever terug. Ik heb nog nooit meegemaakt datde bank keek naar het productenpallet, naar de nieuwe ontwikkelingen en naar de potentiële markten. Dit communicatieprobleem zal niet opgelost worden zolang de bank geen echte kennis uit dezelfde branche inhuurt. Dit in tegenstelling tot de ontwikkelingsmaatschappijen die deze kennis duidelijk wel in huis halen.
Banken maken ook nogal eens, en met liefde, misbruik van een situatie waarbij een ondernemer enige haast heeft, bijvoorbeeld voor de financiering van een grote order. Banken nemen dan een ruime doorlooptijd en eisen forse zekerheden. Als de tijdsdruk wegvalt, blijkt opeens dat de gevraagde zekerheden helemaal niet zo noodzakelijk waren en dat de bank vooral het momentum wilde gebruiken.
De laatste tijd zie ik ook dat banken steeds meer gegevens willen hebben. In de eerste gesprekken meldt de relatiemanager doorgaans dat er niets is veranderd ten opzichte van voor de kredietcrisis, maar bij het indienen van de aanvraag blijken toch veel meer data te moeten worden aangeleverd
.
Ons bedrijf Mesys is een leverancier van industriële luchtreiniging en zogenoemde afgasreiniging. De afgelopen jaren draaiden we goed, en in het eerste halfjaar 2010 waren de cijfers weer uitstekend. Daardoor moeten we wel uitbreiden in werkruimten en kantoren. Bij de eerste gesprekken met de banken bleek dat we moesten rekenen op een doorlooptijd van 3 tot 6 weken, nadat alle gegevens waren aangeleverd. Alle data, daar blijkt de crux te zitten. Het begrip 'alle' gaat zeer ver; meerdere keren komen de banken met vragen. Een ondernemer moet rekenen op een doorlooptijd van meerdere maanden. Terwijl enige spoed noodzakelijk is. Maakt de bank misbruik van de tijdsdruk door buitensporige zekerheden te stellen? Daar lijkt het wel op.
Een ander kwestie die het aanvragen van financiering tot een crime maakt, is de neiging van banken om te krappe financiering aan te bieden. Het resultaat is vaak dat bedrijven langs het randje moeten lopen. Ik heb menig bedrijf hierdoor in de problemen zien komen. Recent mocht ik dit probleem ook zelf ervaren toen de bank voorstelde om een groot deel van het werkkapitaal in de bedrijfsuitbreiding te steken.
Natuurlijk begrijp ik dat banken in een moeilijk vaarwater terecht zijn gekomen. De eisen worden hoger en de souplesse verdwijnt beetje bij beetje. Maar het gevolg is dat een jarenlange relatie ineens niet meer telt. In het echte bedrijfsleven gaat dat toch heel anders! Eén advies aan collega-ondernemers: ga over financiering praten als je het nog niet nodig hebt, en neem er dan ruim de tijd voor. Klop ook bij meerdere banken aan. Zie het als het verkrijgen van een order - hoe vreemd dat ook moge klinken, want eigenlijk zijn we klanten. Helaas zijn banken dat anders gaan zien.
Bron FD Outlook
maandag 27 september 2010
Kredietverlening aan het bedrijfsleven positiever?
Kredietverlening aan het bedrijfsleven positiever?
De uitstaande hoeveelheid krediet bij het bedrijfsleven ligt met euro 4686 mrd nog 1,1% onder het niveau van augustus 2009. Maar op maandbasis was er wel sprake van groei, namelijk met euro 17 mrd (+0,5%), wat volgens analisten een signaal kan zijn dat de kredietcyclus nu ook voor bedrijven ten positieve is gekeerd. Huishoudens lieten de kredietcrisis al in de lente van vorig jaar achter zich.
Volgens de ECB loopt de kredietverlening aan bedrijven altijd drie kwartalen tot een jaar achter op de ontwikkeling van het bbp. Als een onderneming weer kansen ziet om te investeren, dan zal dat allereerst intern worden gefinancierd vanuit de winst of de cashflow. Pas later in de herstelfase kloppen ze aan bij de banken.
Opvallend is overigens het beeld in Nederland. Sinds de kredietcrisis uitbrak, is de kredietverlening van banken aan bedrijven op jaarbasis nooit negatief geweest. Op maandbasis is dat maar een enkele keer het geval geweest. Volgens cijfers van de Nederlandsche Bank is de omvang van de bedrijfsleningen in juli met een half miljard euro gegroeid tot een niveau van euro 317 mrd.
BRON:FD
De uitstaande hoeveelheid krediet bij het bedrijfsleven ligt met euro 4686 mrd nog 1,1% onder het niveau van augustus 2009. Maar op maandbasis was er wel sprake van groei, namelijk met euro 17 mrd (+0,5%), wat volgens analisten een signaal kan zijn dat de kredietcyclus nu ook voor bedrijven ten positieve is gekeerd. Huishoudens lieten de kredietcrisis al in de lente van vorig jaar achter zich.
Volgens de ECB loopt de kredietverlening aan bedrijven altijd drie kwartalen tot een jaar achter op de ontwikkeling van het bbp. Als een onderneming weer kansen ziet om te investeren, dan zal dat allereerst intern worden gefinancierd vanuit de winst of de cashflow. Pas later in de herstelfase kloppen ze aan bij de banken.
Opvallend is overigens het beeld in Nederland. Sinds de kredietcrisis uitbrak, is de kredietverlening van banken aan bedrijven op jaarbasis nooit negatief geweest. Op maandbasis is dat maar een enkele keer het geval geweest. Volgens cijfers van de Nederlandsche Bank is de omvang van de bedrijfsleningen in juli met een half miljard euro gegroeid tot een niveau van euro 317 mrd.
BRON:FD
dinsdag 21 september 2010
80% ondernemers heeft onvoldoende bedrijfskrediet
Tachtig procent van MKB ondernemers geeft aan over onvoldoende bedrijfskrediet te kunnen beschikken en zo belemmerd te worden in bedrijfsgroei.
Ondernemers op jacht naar durfkapitaal
Door een dringend tekort aan bedrijfskredieten, gaan ondernemers in het mkb steeds vaker in zee met venture capitalists. De stijging van het aantal mkb'ers dat risicokapitaal zoekt, zal volgens Fondswervingonline.nl in de tweede helft van het jaar doorzetten.
Ondernemers steeds vaker op zoek naar risicokapitaal
Doordat ondernemers veelal voor een dichte deur staan bij de bank voor kredieten, zijn venture capital-maatschappijen in het tweede kwartaal van dit jaar een steeds belangrijkere oplossing voor mkb'ers die groeikapitaal willen aantrekken.
Reddende engelen
'Gedurende het eerste halfjaar van 2010 zagen wij in onze database het aantal mkb-bedrijven dat informatie heeft opgevraagd over risicokapitaalverstrekkers, flink stijgen', legt directeur Jaap Burgstra van Fondswervingonline.nl uit. 'Reden voor ons om uit te zoeken waar deze ontwikkeling zijn oorsprong vindt. We besloten de grootste groep mkb-ondernemers, die met tussen de 5 en 499 medewerkers in dienst, een aantal vragen te stellen.'
De uitkomsten van het onderzoek deed de wenkbrauwen van Burgstra fronzen. 'Tachtig procent van de ondervraagden gaf aan over onvoldoende bedrijfskrediet te kunnen beschikken en zo belemmerd te worden in bedrijfsgroei. Maar liefst een derde van de bedrijven gaf aan onzeker te zijn over de voortgang van de huidige kredietverlening. '
Om de groeiplannen toch te verwezenlijken, kijkt 68 procent door de onzekerheid over de kredietverlening naar de mogelijkheden van risicokapitaal. 'Nog niet zo lang geleden overheerste het beeld van roofridders en graaiers als je het over venture capital-maatschappijen had. Nu lijkt het wel alsof zij de reddende engelen voor het midden- en kleinbedrijf kunnen worden.'
Bron Brookz
Veel aannemers maken moeilijke tijden door en kampen met hun bedrijfsfinanciering. De meeste ondernemers hebben momenteel volop met dit lastige thema te maken. Zoals uit bovenstaand onderzoek wordt nog altijd vele aanvragen voor financiering door banken afgewezen.
CM&P onderscheidt zich met onze succesvolle aanpak waar wij ondanks de crisis nog altijd 100% scoren op onze uitgewerkte financieringsaanvragen.
De financieringsspecialisten van CM&P beschikken over uitgebreide kennis van de mogelijkheden op dit gebied en begeleiden doorlopend ondernemers bij het gehele proces van bedrijfsfinanciering. Graag komen wij met u in contact als u antwoord zoekt op de volgende vragen:
• Hoe krijgt u in deze tijden een nieuwe financiering?
• Wat doet CM&P meer dan uw accountant?
• Hoe bespaart u op uw bedrijfsfinanciering?
Een telefoontje is voldoende om op al uw vragen rondom bedrijfsfinanciering een deskundig antwoord te ontvangen. Bel 06 57 99 87 81 of mail martijn.boer@cmenp.nl
Ondernemers op jacht naar durfkapitaal
Door een dringend tekort aan bedrijfskredieten, gaan ondernemers in het mkb steeds vaker in zee met venture capitalists. De stijging van het aantal mkb'ers dat risicokapitaal zoekt, zal volgens Fondswervingonline.nl in de tweede helft van het jaar doorzetten.
Ondernemers steeds vaker op zoek naar risicokapitaal
Doordat ondernemers veelal voor een dichte deur staan bij de bank voor kredieten, zijn venture capital-maatschappijen in het tweede kwartaal van dit jaar een steeds belangrijkere oplossing voor mkb'ers die groeikapitaal willen aantrekken.
Reddende engelen
'Gedurende het eerste halfjaar van 2010 zagen wij in onze database het aantal mkb-bedrijven dat informatie heeft opgevraagd over risicokapitaalverstrekkers, flink stijgen', legt directeur Jaap Burgstra van Fondswervingonline.nl uit. 'Reden voor ons om uit te zoeken waar deze ontwikkeling zijn oorsprong vindt. We besloten de grootste groep mkb-ondernemers, die met tussen de 5 en 499 medewerkers in dienst, een aantal vragen te stellen.'
De uitkomsten van het onderzoek deed de wenkbrauwen van Burgstra fronzen. 'Tachtig procent van de ondervraagden gaf aan over onvoldoende bedrijfskrediet te kunnen beschikken en zo belemmerd te worden in bedrijfsgroei. Maar liefst een derde van de bedrijven gaf aan onzeker te zijn over de voortgang van de huidige kredietverlening. '
Om de groeiplannen toch te verwezenlijken, kijkt 68 procent door de onzekerheid over de kredietverlening naar de mogelijkheden van risicokapitaal. 'Nog niet zo lang geleden overheerste het beeld van roofridders en graaiers als je het over venture capital-maatschappijen had. Nu lijkt het wel alsof zij de reddende engelen voor het midden- en kleinbedrijf kunnen worden.'
Bron Brookz
Veel aannemers maken moeilijke tijden door en kampen met hun bedrijfsfinanciering. De meeste ondernemers hebben momenteel volop met dit lastige thema te maken. Zoals uit bovenstaand onderzoek wordt nog altijd vele aanvragen voor financiering door banken afgewezen.
CM&P onderscheidt zich met onze succesvolle aanpak waar wij ondanks de crisis nog altijd 100% scoren op onze uitgewerkte financieringsaanvragen.
De financieringsspecialisten van CM&P beschikken over uitgebreide kennis van de mogelijkheden op dit gebied en begeleiden doorlopend ondernemers bij het gehele proces van bedrijfsfinanciering. Graag komen wij met u in contact als u antwoord zoekt op de volgende vragen:
• Hoe krijgt u in deze tijden een nieuwe financiering?
• Wat doet CM&P meer dan uw accountant?
• Hoe bespaart u op uw bedrijfsfinanciering?
Een telefoontje is voldoende om op al uw vragen rondom bedrijfsfinanciering een deskundig antwoord te ontvangen. Bel 06 57 99 87 81 of mail martijn.boer@cmenp.nl
donderdag 16 september 2010
Beknopt stappenplan bij een bedrijfsovername
U overweegt de overname vaneen bedrijf, maar u heeft nog geen helder zicht op wat een overnameproces allemaal met zich meebrengt? Dit eerste, beknopte stappenplan helpt u op weg. Wat moet u doen, waar moet u op letten, en wat zijn in eerste instantie de valkuilen?
Stap 1
Maak een profielschets
Begin uw zoektocht niet voordat u een duidelijk profiel hebt gemaakt van het bedrijf dat u wilt overnemen. Beantwoord minimaal de volgende vragen:
•In welke markt/bedrijfstak is de onderneming actief?
•Waaruit bestaan die activiteiten?
•Wat is de omvang van de onderneming?
•Wat verlangt u van de bedrijfscultuur?
•Wat zijn uw financiële mogelijkheden/criteria?
Stap 2
Verken de markt
Ofwel: ‘Wat is er beschikbaar dat voldoet aan mijn profielschets?’ Laat uw speurtocht naar een geschikte kandidaat uitwaaieren over zoveel mogelijk kanalen. Contacteer niet alleen fusie- en overnamebureaus, maar ook banken en accountantskantoren en doorzoek internetdatabanken als ondernemingsbeurs.nl.
Stap 3
Win informatie in
Na een marktverkenning zult u ook informatie moeten inwinnen over potentiële overnamekandidaten en de markt/bedrijfstak waarin zij actief zijn. Maak daarbij gebruik van zoveel mogelijk bronnen, bijvoorbeeld:
•vaktijdschriften;
•jaarverslagen;
•brancheorganisaties;
•marktonderzoekbureaus.
Stap 4
Schakel een adviseur in
Een bedrijfsovername is een ingewikkeld proces dat staat of valt met een goede voorbereiding. Hoe ervaren ook, weinig ondernemers zullen álle kennis paraat hebben om elke fase van de overname zonder problemen te doorlopen. Extern advies is, met andere woorden, onontbeerlijk. Zoek daarom een partner die u ondersteunt in de verschillende fasen van een bedrijfsovername. Informeer bij branchegenoten naar positieve ervaringen met adviesbureaus.
Stap 5
Benader een kandidaat
Als u een bedrijf op het oog hebt dat niet expliciet aanwezig is op de overnamemarkt, zult u omzichtig te werk moeten gaan. Informeer eerst of er interesse bestaat voor een gesprek over een mogelijke samenwerking. Is het antwoord positief, bereid u dan voor op een ontmoeting waarbij u een zwaar beroep zult moeten doen op al uw zintuigen.
•Is uw gesprekspartner werkelijk geïnteresseerd in samenwerking of is dit voor hem louter een vrijblijvende bijeenkomst.
•Bestaat er interesse voor een overname?
•Klikt het tussen u en uw gesprekspartner?
Stap 6
Onderhandel
Als u een onderneming koopt, kunt u voor de noodzakelijke waardebepaling gebruikmaken van een aantal methoden. De zes meest gangbare worden in een ander artikel (zie: ‘Wat is de waarde van een onderneming’) nader toegelicht. Maar let op: een standaardmethode bij het bepalen van de koopsom bestaat niet. Winst- en verliescijfers zijn belangrijk, maar ook gevoelsmatige onderdelen als bijvoorbeeld goodwill spelen een rol. Onderhandelen over het transactiebedrag is een kwestie van geven en nemen, niet van rigide vasthouden aan de uitkomst van een waardebepalingmethodiek.
Let op: Voordat u gaat onderhandelen, moet u zekerheid hebben van deelname van uw financiers.
Stap 7
Leg garanties vast
Houd u verre van contracten zonder voldoende garanties. Fiscale garanties, balansgaranties, milieugaranties - het zijn allemaal zaken die u moet vastleggen. Beding ook een heldere claimprocedure in het contract. U kunt bijvoorbeeld met uw onderhandelingspartner overeenkomen dat u een deel van de overnamesom overmaakt naar een geblokkeerde rekening. Op die manier is de mogelijkheid tot een claim zeker gesteld.
Bron: http://www.ondernemingsbeurs.nl/
Stap 1
Maak een profielschets
Begin uw zoektocht niet voordat u een duidelijk profiel hebt gemaakt van het bedrijf dat u wilt overnemen. Beantwoord minimaal de volgende vragen:
•In welke markt/bedrijfstak is de onderneming actief?
•Waaruit bestaan die activiteiten?
•Wat is de omvang van de onderneming?
•Wat verlangt u van de bedrijfscultuur?
•Wat zijn uw financiële mogelijkheden/criteria?
Stap 2
Verken de markt
Ofwel: ‘Wat is er beschikbaar dat voldoet aan mijn profielschets?’ Laat uw speurtocht naar een geschikte kandidaat uitwaaieren over zoveel mogelijk kanalen. Contacteer niet alleen fusie- en overnamebureaus, maar ook banken en accountantskantoren en doorzoek internetdatabanken als ondernemingsbeurs.nl.
Stap 3
Win informatie in
Na een marktverkenning zult u ook informatie moeten inwinnen over potentiële overnamekandidaten en de markt/bedrijfstak waarin zij actief zijn. Maak daarbij gebruik van zoveel mogelijk bronnen, bijvoorbeeld:
•vaktijdschriften;
•jaarverslagen;
•brancheorganisaties;
•marktonderzoekbureaus.
Stap 4
Schakel een adviseur in
Een bedrijfsovername is een ingewikkeld proces dat staat of valt met een goede voorbereiding. Hoe ervaren ook, weinig ondernemers zullen álle kennis paraat hebben om elke fase van de overname zonder problemen te doorlopen. Extern advies is, met andere woorden, onontbeerlijk. Zoek daarom een partner die u ondersteunt in de verschillende fasen van een bedrijfsovername. Informeer bij branchegenoten naar positieve ervaringen met adviesbureaus.
Stap 5
Benader een kandidaat
Als u een bedrijf op het oog hebt dat niet expliciet aanwezig is op de overnamemarkt, zult u omzichtig te werk moeten gaan. Informeer eerst of er interesse bestaat voor een gesprek over een mogelijke samenwerking. Is het antwoord positief, bereid u dan voor op een ontmoeting waarbij u een zwaar beroep zult moeten doen op al uw zintuigen.
•Is uw gesprekspartner werkelijk geïnteresseerd in samenwerking of is dit voor hem louter een vrijblijvende bijeenkomst.
•Bestaat er interesse voor een overname?
•Klikt het tussen u en uw gesprekspartner?
Stap 6
Onderhandel
Als u een onderneming koopt, kunt u voor de noodzakelijke waardebepaling gebruikmaken van een aantal methoden. De zes meest gangbare worden in een ander artikel (zie: ‘Wat is de waarde van een onderneming’) nader toegelicht. Maar let op: een standaardmethode bij het bepalen van de koopsom bestaat niet. Winst- en verliescijfers zijn belangrijk, maar ook gevoelsmatige onderdelen als bijvoorbeeld goodwill spelen een rol. Onderhandelen over het transactiebedrag is een kwestie van geven en nemen, niet van rigide vasthouden aan de uitkomst van een waardebepalingmethodiek.
Let op: Voordat u gaat onderhandelen, moet u zekerheid hebben van deelname van uw financiers.
Stap 7
Leg garanties vast
Houd u verre van contracten zonder voldoende garanties. Fiscale garanties, balansgaranties, milieugaranties - het zijn allemaal zaken die u moet vastleggen. Beding ook een heldere claimprocedure in het contract. U kunt bijvoorbeeld met uw onderhandelingspartner overeenkomen dat u een deel van de overnamesom overmaakt naar een geblokkeerde rekening. Op die manier is de mogelijkheid tot een claim zeker gesteld.
Bron: http://www.ondernemingsbeurs.nl/
maandag 13 september 2010
Overnemen van bedrijf is succesvoller dan het starten van nieuw bedrijf
Onderzoek legt succes- en faalfactoren bedrijfsovername in het MKB bloot
Bij bedrijfsoverdrachten leggen overheid, wetenschap en adviseurs de nadruk op planning. Terwijl de planning geen voorspeller is voor een succesvol bedrijfsresultaat na overname. Overheid, banken en overnamespecialisten richten zich bij overnames vooral op grotere bedrijven. Terwijl kleine bedrijven na overname beter blijken te presteren dan grote bedrijven.
Dit blijkt uit promotieonderzoek van Lex van Teeffelen, onderzoeks- en programmaleider Bedrijfsoverdrachten aan Hogeschool Utrecht. Hij onderzocht de onderliggende factoren voor succes en falen bij bedrijfsoverdrachten in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Hij richtte zich in zijn onderzoek op microbedrijven: bedrijven met maximaal tien personen in dienst.
Overdrachten versus starters
Het aantal bedrijfsoverdrachten in Nederland is gering, maar deze overdrachten zijn wel belangrijker voor de economie dan het grote aantal starters. In vergelijking met starters zorgen overdrachten voor meer arbeidsplaatsen en dragen ze bij aan innovatie en arbeidsproductiviteit. De overheid steekt veel energie in startende ondernemingen, maar ondersteunt overnemers onvoldoende. Van Teeffelen pleit er voor een belangrijk deel van de budgetten en adviescapaciteit in te zetten voor die overnemers: “Veel starters overleven de eerste vijf jaar niet, terwijl maar weinig overnames in de eerste vijf jaar mislukken.”
Kleinere bedrijven succesvolst na overname
90% Van de bedrijven in Nederland behoort tot kleine bedrijven met maximaal tien medewerkers. Deze microbedrijven zijn van groot belang voor de Nederlandse economie. Van Teeffelen: “Mijn onderzoek toont aan dat kleine bedrijven met personeel net zoveel kans van slagen hebben bij een overdracht als grotere bedrijven. Na overname presteren kleinere bedrijven juist beter dan grotere. Dit komt mogelijk door hun betere aanpassings- en groter innovatievermogen. Opmerkelijk is dat overheid, banken en overnamespecialisten kleinere bedrijven nog steeds als een oninteressante partij beschouwen.
Bron Ondernemingsbeurs.
Bij bedrijfsoverdrachten leggen overheid, wetenschap en adviseurs de nadruk op planning. Terwijl de planning geen voorspeller is voor een succesvol bedrijfsresultaat na overname. Overheid, banken en overnamespecialisten richten zich bij overnames vooral op grotere bedrijven. Terwijl kleine bedrijven na overname beter blijken te presteren dan grote bedrijven.
Dit blijkt uit promotieonderzoek van Lex van Teeffelen, onderzoeks- en programmaleider Bedrijfsoverdrachten aan Hogeschool Utrecht. Hij onderzocht de onderliggende factoren voor succes en falen bij bedrijfsoverdrachten in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Hij richtte zich in zijn onderzoek op microbedrijven: bedrijven met maximaal tien personen in dienst.
Overdrachten versus starters
Het aantal bedrijfsoverdrachten in Nederland is gering, maar deze overdrachten zijn wel belangrijker voor de economie dan het grote aantal starters. In vergelijking met starters zorgen overdrachten voor meer arbeidsplaatsen en dragen ze bij aan innovatie en arbeidsproductiviteit. De overheid steekt veel energie in startende ondernemingen, maar ondersteunt overnemers onvoldoende. Van Teeffelen pleit er voor een belangrijk deel van de budgetten en adviescapaciteit in te zetten voor die overnemers: “Veel starters overleven de eerste vijf jaar niet, terwijl maar weinig overnames in de eerste vijf jaar mislukken.”
Kleinere bedrijven succesvolst na overname
90% Van de bedrijven in Nederland behoort tot kleine bedrijven met maximaal tien medewerkers. Deze microbedrijven zijn van groot belang voor de Nederlandse economie. Van Teeffelen: “Mijn onderzoek toont aan dat kleine bedrijven met personeel net zoveel kans van slagen hebben bij een overdracht als grotere bedrijven. Na overname presteren kleinere bedrijven juist beter dan grotere. Dit komt mogelijk door hun betere aanpassings- en groter innovatievermogen. Opmerkelijk is dat overheid, banken en overnamespecialisten kleinere bedrijven nog steeds als een oninteressante partij beschouwen.
Bron Ondernemingsbeurs.
dinsdag 7 september 2010
Kredietverlening aan bedrijven groeit gematigd
Kredietverlening aan bedrijven groeit gematigd
Wie het weet mag het zeggen: knijpen de banken in Nederland de economie af door te weinig leningen te geven aan bedrijven? Of is het zo dat bedrijven vanwege de crisis minder leningen aanvragen bij de banken?
De kwestie speelt al sinds het uitbreken van de kredietcrisis, en is voor politici en monetaire autoriteiten belangrijk om hun beleidskoers te bepalen. Zeker nu de economie langzaam uit het dal lijkt te kruipen, aldus De Nederlandsche Bank
Teleurgestelde ondernemers
Anekdotisch bewijs van teleurgestelde ondernemers, overigens ook in tijden van hoogconjunctuur niet ongebruikelijk, wordt afgewisseld met cijfermateriaal dat wijst op een lagere, maar nog steeds aanhoudende groei van de bedrijfskredieten. En het is waarschijnlijk dat die groei voorlopig gematigd blijft.
Duidelijk is in ieder geval dat vraag en aanbod uiteindelijk bepalen hoe de kredietverlening aan bedrijven zich ontwikkelt. Maar hoe meet je vraag en aanbod? Cijfers over het totaal van de kredietverlening worden verzameld door DNB en het CBS. Maar als die cijfers een tragere groei laten zien, is nog niet gezegd dat dat komt door een teruglopende vraag of door een afgeknepen aanbod.
Afnemende vraag sinds 2007
Enig inzicht bieden de gegevens van de Bank Lending Survey. Dat is een kwartaalenquête gehouden onder Nederlandse banken, en wat blijkt: de banken melden al sinds eind 2007 een afnemende vraag naar nieuw krediet. Maar daarmee is niet gezegd dat het enkel wegvallende vraag zou zijn waardoor de kredietverlening is vertraagd. Want diezelfde bankenquête meldt ook, zeker in het begin van de economische crisis, dat de banken hun criteria voor het verstrekken van leningen aanscherpten.
Keerpunt in aantocht
Het goede nieuws is echter dat het tij inmiddels is gekeerd. In het tweede kwartaal van dit jaar lag het netto percentage banken dat de criteria voor bedrijfsleningen aanscherpt op het laagste niveau sinds het begin van de kredietcrisis. En in het derde kwartaal verwachten de banken de leenvoorwaarden niet meer aan te scherpen. Ook verwachten ze dat de vraag naar krediet dan niet verder afneemt. Daarmee lijkt een keerpunt voor de bancaire kredietverlening in aantocht, zowel via de aanbodkant als de vraagkant.
Bron Brookz
Wie het weet mag het zeggen: knijpen de banken in Nederland de economie af door te weinig leningen te geven aan bedrijven? Of is het zo dat bedrijven vanwege de crisis minder leningen aanvragen bij de banken?
De kwestie speelt al sinds het uitbreken van de kredietcrisis, en is voor politici en monetaire autoriteiten belangrijk om hun beleidskoers te bepalen. Zeker nu de economie langzaam uit het dal lijkt te kruipen, aldus De Nederlandsche Bank
Teleurgestelde ondernemers
Anekdotisch bewijs van teleurgestelde ondernemers, overigens ook in tijden van hoogconjunctuur niet ongebruikelijk, wordt afgewisseld met cijfermateriaal dat wijst op een lagere, maar nog steeds aanhoudende groei van de bedrijfskredieten. En het is waarschijnlijk dat die groei voorlopig gematigd blijft.
Duidelijk is in ieder geval dat vraag en aanbod uiteindelijk bepalen hoe de kredietverlening aan bedrijven zich ontwikkelt. Maar hoe meet je vraag en aanbod? Cijfers over het totaal van de kredietverlening worden verzameld door DNB en het CBS. Maar als die cijfers een tragere groei laten zien, is nog niet gezegd dat dat komt door een teruglopende vraag of door een afgeknepen aanbod.
Afnemende vraag sinds 2007
Enig inzicht bieden de gegevens van de Bank Lending Survey. Dat is een kwartaalenquête gehouden onder Nederlandse banken, en wat blijkt: de banken melden al sinds eind 2007 een afnemende vraag naar nieuw krediet. Maar daarmee is niet gezegd dat het enkel wegvallende vraag zou zijn waardoor de kredietverlening is vertraagd. Want diezelfde bankenquête meldt ook, zeker in het begin van de economische crisis, dat de banken hun criteria voor het verstrekken van leningen aanscherpten.
Keerpunt in aantocht
Het goede nieuws is echter dat het tij inmiddels is gekeerd. In het tweede kwartaal van dit jaar lag het netto percentage banken dat de criteria voor bedrijfsleningen aanscherpt op het laagste niveau sinds het begin van de kredietcrisis. En in het derde kwartaal verwachten de banken de leenvoorwaarden niet meer aan te scherpen. Ook verwachten ze dat de vraag naar krediet dan niet verder afneemt. Daarmee lijkt een keerpunt voor de bancaire kredietverlening in aantocht, zowel via de aanbodkant als de vraagkant.
Bron Brookz
woensdag 11 augustus 2010
KvK signaleert gat in de markt bij advisering Bedrijfsopvolging
KvK signaleert gat in de markt bij advisering Bedrijfsopvolging
Uit onderzoek van de Kamer van Koophandel blijkt dat de markt voor advisering bij bedrijfsoverdracht, lacunes vertoont. 90 procent van kleine ondernemers (tot 10 personeelsleden) ondervindt problemen bij het overdragen/beëindigen van hun bedrijf. Waar grote bedrijven de mogelijkheid hebben om meerdere adviseurs in te schakelen in zowel voorbereiding, onderhandeling als financiële afwikkeling, schakelen kleine ondernemers vooral adviseurs in die alleen in de voorbereiding actief zijn. Dat blijkt uit het onderzoek Adviseurs aan het woord, dat de Hogeschool Utrecht in opdracht van de Kamer van Koophandel heeft gedaan.
Het onderzoek is uitgevoerd onder 81 personen die direct betrokken zijn bij bedrijfsoverdrachten: adviseurs, accountants, intermediairs, bankiers, consulenten en ondernemers. De respondenten konden door hun betrokkenheid in verschillende fasen van de bedrijfsoverdracht een goed beeld geven van de lacunes in de advisering bij bedrijfsoverdracht.
Waarde, financiering en emotie blijken in het onderzoek de meest genoemde knelpunten bij ondernemers te zijn. Bewustwording en voorlichting zijn volgens de adviseurs de beste oplossing. Ondernemers daarentegen, gaan liever te rade bij een professionele adviseur. De best gekwalificeerde adviseur - de intermediair of bedrijfsmakelaar - is echter niet beschikbaar voor kleine bedrijven. Daarnaast is de meest geraadpleegde adviseur - de accountant - onvoldoende toegerust om een overdracht in zijn geheel te kunnen begeleiden. De conclusies uit het onderzoek kunnen uiteindelijk leiden tot een verschuiving in de markt van advisering.
Voor een succesvolle bedrijfsoverdracht is een vroegtijdige oriëntatie gewenst, bijvoorkeur 3-5 jaar vóór de
feitelijke overdracht. De komende vijf jaar verwachten meer dan 100.000 ondernemers (15% van alle Nederlandse bedrijven) hun bedrijf te beëindigen. Voor een groot deel door middel van bedrijfsoverdracht aan familie of derden (70.000). Jaarlijks worden circa 15.000 bedrijven 'overgedragen'. Naar verwachting zal de komende 10 jaar het aantal bedrijfsoverdrachten toenemen door de vergrijzing; 35% van de ondernemers in Nederland is ouder dan 50 jaar.
Kijk op www.kvk.nl/adviseursonderzoek voor het downloaden van het rapport.
Bron: Kamer van Koophandel
Uit onderzoek van de Kamer van Koophandel blijkt dat de markt voor advisering bij bedrijfsoverdracht, lacunes vertoont. 90 procent van kleine ondernemers (tot 10 personeelsleden) ondervindt problemen bij het overdragen/beëindigen van hun bedrijf. Waar grote bedrijven de mogelijkheid hebben om meerdere adviseurs in te schakelen in zowel voorbereiding, onderhandeling als financiële afwikkeling, schakelen kleine ondernemers vooral adviseurs in die alleen in de voorbereiding actief zijn. Dat blijkt uit het onderzoek Adviseurs aan het woord, dat de Hogeschool Utrecht in opdracht van de Kamer van Koophandel heeft gedaan.
Het onderzoek is uitgevoerd onder 81 personen die direct betrokken zijn bij bedrijfsoverdrachten: adviseurs, accountants, intermediairs, bankiers, consulenten en ondernemers. De respondenten konden door hun betrokkenheid in verschillende fasen van de bedrijfsoverdracht een goed beeld geven van de lacunes in de advisering bij bedrijfsoverdracht.
Waarde, financiering en emotie blijken in het onderzoek de meest genoemde knelpunten bij ondernemers te zijn. Bewustwording en voorlichting zijn volgens de adviseurs de beste oplossing. Ondernemers daarentegen, gaan liever te rade bij een professionele adviseur. De best gekwalificeerde adviseur - de intermediair of bedrijfsmakelaar - is echter niet beschikbaar voor kleine bedrijven. Daarnaast is de meest geraadpleegde adviseur - de accountant - onvoldoende toegerust om een overdracht in zijn geheel te kunnen begeleiden. De conclusies uit het onderzoek kunnen uiteindelijk leiden tot een verschuiving in de markt van advisering.
Voor een succesvolle bedrijfsoverdracht is een vroegtijdige oriëntatie gewenst, bijvoorkeur 3-5 jaar vóór de
feitelijke overdracht. De komende vijf jaar verwachten meer dan 100.000 ondernemers (15% van alle Nederlandse bedrijven) hun bedrijf te beëindigen. Voor een groot deel door middel van bedrijfsoverdracht aan familie of derden (70.000). Jaarlijks worden circa 15.000 bedrijven 'overgedragen'. Naar verwachting zal de komende 10 jaar het aantal bedrijfsoverdrachten toenemen door de vergrijzing; 35% van de ondernemers in Nederland is ouder dan 50 jaar.
Kijk op www.kvk.nl/adviseursonderzoek voor het downloaden van het rapport.
Bron: Kamer van Koophandel
dinsdag 20 juli 2010
Bedrijfsoverdracht goedkoper door recessie
Bedrijfsoverdracht goedkoper door recessie
Dit is hét moment om jongere generatie bij familiebedrijf te betrekken
De recessie is een uitgelezen kans voor overdracht van een familiebedrijf. De winstverwachtingen zijn lager en het is daarom goedkoper om een familiebedrijf te kopen.
“In tijden van recessie zijn ondernemingen over het algemeen minder waard. In combinatie met een aangepaste fiscale wetgeving is het nu voor familiebedrijven fiscaal voordelig om (een deel van) het aandelenpakket over te dragen aan de volgende generatie.”
“Er is een duidelijk verschil waar te nemen tussen bedrijven waar de eerste generatie aan het roer staat en bedrijven waar tweede of derde generaties eigenaar zijn. Wij zien dat er in lastige tijden juist behoefte is aan creativiteit, innovatie en flexibiliteit. Veel eerste, oudere generaties zien dit als een goed moment om de jongere generatie erbij te betrekken.”
Sneller uit de crisis
Het onderzoek kijkt naar de manier waarop familiebedrijven weer opklimmen uit de crisis. Familiebedrijven doen het beter dan niet-familiebedrijven op het gebied van de belangrijkste financiële maatstaven, waaronder groei in toegevoegde waarde, omzet, cashflow en het scheppen van banen. Zij zorgden voor 55 procent van alle nieuwe banen in hun sector ondanks dat ze in omvang kleiner zijn dan de andere bedrijven in de onderzoekspopulatie.
Succesformule
Samengevat hebben familiebedrijven een langetermijnperspectief, een flexibel, doelgericht bestuur, een beter talentenbeheer en een hechtere relatie met hun klanten. Ilse Matser, lector familiebedrijven bij Hogeschool Windesheim: “Het verlenen van opdrachten is vaak een kwestie van gunnen. Bij familiebedrijven kent men vaak het gezicht achter het bedrijf en daardoor wordt een opdracht sneller gegund. Anderzijds redden familiebedrijven het hier niet alleen mee, ze moeten steeds innovatiever zijn in hun relaties met klanten
Bron: Ernst & Young
Dit is hét moment om jongere generatie bij familiebedrijf te betrekken
De recessie is een uitgelezen kans voor overdracht van een familiebedrijf. De winstverwachtingen zijn lager en het is daarom goedkoper om een familiebedrijf te kopen.
“In tijden van recessie zijn ondernemingen over het algemeen minder waard. In combinatie met een aangepaste fiscale wetgeving is het nu voor familiebedrijven fiscaal voordelig om (een deel van) het aandelenpakket over te dragen aan de volgende generatie.”
“Er is een duidelijk verschil waar te nemen tussen bedrijven waar de eerste generatie aan het roer staat en bedrijven waar tweede of derde generaties eigenaar zijn. Wij zien dat er in lastige tijden juist behoefte is aan creativiteit, innovatie en flexibiliteit. Veel eerste, oudere generaties zien dit als een goed moment om de jongere generatie erbij te betrekken.”
Sneller uit de crisis
Het onderzoek kijkt naar de manier waarop familiebedrijven weer opklimmen uit de crisis. Familiebedrijven doen het beter dan niet-familiebedrijven op het gebied van de belangrijkste financiële maatstaven, waaronder groei in toegevoegde waarde, omzet, cashflow en het scheppen van banen. Zij zorgden voor 55 procent van alle nieuwe banen in hun sector ondanks dat ze in omvang kleiner zijn dan de andere bedrijven in de onderzoekspopulatie.
Succesformule
Samengevat hebben familiebedrijven een langetermijnperspectief, een flexibel, doelgericht bestuur, een beter talentenbeheer en een hechtere relatie met hun klanten. Ilse Matser, lector familiebedrijven bij Hogeschool Windesheim: “Het verlenen van opdrachten is vaak een kwestie van gunnen. Bij familiebedrijven kent men vaak het gezicht achter het bedrijf en daardoor wordt een opdracht sneller gegund. Anderzijds redden familiebedrijven het hier niet alleen mee, ze moeten steeds innovatiever zijn in hun relaties met klanten
Bron: Ernst & Young
vrijdag 16 juli 2010
Het succes van de earn-out regeling
Momenteel is het zeer gebruikelijk om een earn-out regeling (uitverdienregeling) te hebben bij bedrijfsoverdracht. Bij bedrijfsoverdracht wordt de waarde van een onderneming bepaald door de toekomstige resultaten en het risicoprofiel. Wat houdt een earn-out regeling in en waar moet op gelet worden.
Bij een earn-out regeling wordt de koopsom in delen betaald. Het eerste deel, meestal 50% van de koopsom, wordt gelijk betaald (bij de overdracht). De overige delen zijn afhankelijk van de toekomstige bedrijfsresultaten en worde over een afgesproken periode betaald. Het is gebruikelijk om een earn-out periode te hebben van 1 tot 3 jaar.
Een earn-out regeling wordt vaak toegepast om de kennis en het netwerk van de verkopende directeur-grootaandeelhouder (DGA) te behouden en over te dragen. Daarnaast worden de gemaakte toekomstverwachtingen (de prognose) afgerekend op de gerealiseerde resultaten.
Een gedegen voorbereiding is van belang voor een succesvolle earn-out regeling, aldus een verkopend DGA. Daarbij is het voor een geslaagde earn-out regeling van belang om de volgende onderdelen goed vast te leggen: de definities van omzet en winst, toekomstverwachting van bedrijfsresultaten, geplande investeringen en financiële verslaglegging. Heldere afspraken over zeggenschap en de manier van afrekenen staan garant voor een prettige samenwerking tussen koper en verkoper.
De earn-out regeling geeft bij de financiering een sterk signaal over de haalbaarheid van de toekomstige resultaten. Voor de financiering van de overname is op dit moment vaak een Vendor Loan (lening door de verkoper aan de koper) noodzakelijk om de overnamefinanciering rond te krijgen. Daarnaast wordt in voorkomende gevallen een Bridge Loan (tijdelijk overbruggingskrediet) door de verkoper verstrekt naast de financiering door de bank. Diverse stimuleringsmaatregelen van de overheid vergemakkelijken de financiering bij bedrijfsoverdracht. Deze zijn hieronder toegelicht.
Diverse stimuleringsmaatregelen van de overheid, via AgentschapNL (voorheen: SenterNovem), zijn interessant voor ondernemers bij (de voorbereiding op) bedrijfsoverdracht, zoals de GroeiFaciliteit, de Garantie Ondernemingsfinanciering en Borgstelling MKB Kredieten. Recent zijn de genoemde regelingen verruimd. Hierbij gaat het om verruiming van de maximum bedragen. Daarnaast zijn deze regelingen nu (naast MKB bedrijven) ook te gebruiken door grootbedrijven. Deze stimuleringsmaatregelen vergemakkelijken de financiering bij een bedrijfsoverdracht.
Bij een earn-out regeling wordt de koopsom in delen betaald. Het eerste deel, meestal 50% van de koopsom, wordt gelijk betaald (bij de overdracht). De overige delen zijn afhankelijk van de toekomstige bedrijfsresultaten en worde over een afgesproken periode betaald. Het is gebruikelijk om een earn-out periode te hebben van 1 tot 3 jaar.
Een earn-out regeling wordt vaak toegepast om de kennis en het netwerk van de verkopende directeur-grootaandeelhouder (DGA) te behouden en over te dragen. Daarnaast worden de gemaakte toekomstverwachtingen (de prognose) afgerekend op de gerealiseerde resultaten.
Een gedegen voorbereiding is van belang voor een succesvolle earn-out regeling, aldus een verkopend DGA. Daarbij is het voor een geslaagde earn-out regeling van belang om de volgende onderdelen goed vast te leggen: de definities van omzet en winst, toekomstverwachting van bedrijfsresultaten, geplande investeringen en financiële verslaglegging. Heldere afspraken over zeggenschap en de manier van afrekenen staan garant voor een prettige samenwerking tussen koper en verkoper.
De earn-out regeling geeft bij de financiering een sterk signaal over de haalbaarheid van de toekomstige resultaten. Voor de financiering van de overname is op dit moment vaak een Vendor Loan (lening door de verkoper aan de koper) noodzakelijk om de overnamefinanciering rond te krijgen. Daarnaast wordt in voorkomende gevallen een Bridge Loan (tijdelijk overbruggingskrediet) door de verkoper verstrekt naast de financiering door de bank. Diverse stimuleringsmaatregelen van de overheid vergemakkelijken de financiering bij bedrijfsoverdracht. Deze zijn hieronder toegelicht.
Diverse stimuleringsmaatregelen van de overheid, via AgentschapNL (voorheen: SenterNovem), zijn interessant voor ondernemers bij (de voorbereiding op) bedrijfsoverdracht, zoals de GroeiFaciliteit, de Garantie Ondernemingsfinanciering en Borgstelling MKB Kredieten. Recent zijn de genoemde regelingen verruimd. Hierbij gaat het om verruiming van de maximum bedragen. Daarnaast zijn deze regelingen nu (naast MKB bedrijven) ook te gebruiken door grootbedrijven. Deze stimuleringsmaatregelen vergemakkelijken de financiering bij een bedrijfsoverdracht.
dinsdag 13 juli 2010
Groeifaciliteit (FG) en Garantie Ondernemings-financiering (GO)
Groeifaciliteit (FG) en Garantie Ondernemings-financiering (GO)
Eerder heeft minister Van der Hoeven wijzigingen in de Regeling Groeifaciliteit (GF) en de Tijdelijke Regeling Garantie Ondernemings-financiering (GO) aangekondigd. Deze wijzigingen zijn nu van kracht geworden. De minister komt hiermee tegemoet aan wensen van bedrijven en banken. Tevens geeft zij met deze maatregelen invulling aan haar reactie op een motie van de Tweede Kamerleden Ten Hoopen en Gesthuizen. De wijzigingen van de GO zijn ingegaan op 23 november 2009.
De wijzigingen in de GF gelden vanaf 14 december 2009.
Regeling Groeifaciliteit (GF)
De Regeling Groeifaciliteit wordt tijdelijk, tot en met 31 december 2010, verruimd. De maximum verstrekking van risicokapitaal dat onder GF garantie kan worden gebracht is verhoogd van EUR 5 miljoen naar EUR 25 miljoen. Gezien de verhoging van het maximum bedrag wordt de MKB-grens los gelaten. Er is dus geen begrenzing meer aan de ondernemingsomvang. De verruiming is uitsluitend bedoeld voor het verstrekken van risicokapitaal door participatiemaatschappijen. Voor de banken die deelnemen aan de GF verandert er dus, afgezien van het wegvallen van de MKB eis, niets. Zij kunnen echter gebruik maken van de verruimde GO-regeling.
Verder wordt er onder voorwaarden een mogelijkheid gecreëerd voor zogenaamde 'equity for debt swaps'. Belangrijk is hierbij onder meer dat de verstrekker van risicokapitaal niet tot dezelfde groep behoort als de verstrekker van de af te lossen lening. Dit om misbruik van de regeling te voorkomen.
Ook is nieuw dat voor garantiefinancieringen met een hoger risicoprofiel SenterNovem een hogere garantievergoeding kan vaststellen. Tenslotte zal over het toekennen van aanvragen voor garanties op financieringen boven EUR 5 miljoen, analoog aan de regeling GO, geadviseerd worden door een commissie van experts.
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
De GO-regeling is verlengd naar eind 2010 en heeft een aantal verruimingen gekregen. De verstrekking onder GO garantie is verhoogd van maximaal EUR 50 miljoen naar een maximum van EUR 150 miljoen.
Verder wordt de zogenaamde Fresh Money eis verruimd. Zo wordt het onder voorwaarden mogelijk voor een bank om de positie van een andere bank over te nemen. Ook wordt herfinanciering met een garantie door dezelfde bank in bepaalde gevallen mogelijk gemaakt. Voorwaarden zijn:
• er is een aantoonbaar belang voor de continuïteit van de onderneming
• de bank blijft een substantieel risico lopen
Er mag dus geen sprake zijn van doelbewust afwentelen van bestaande risico's op de Staat.
Voor nadere uitleg van deze voorwaarden wordt u verwezen naar de website www.senternovem.nl/garantieondernemingsfinanciering/publicaties.
Voorgaande wijzigingen vergroten de toepassingsmogelijkheden van de beide regelingen aanzienlijk. Het ten dele loslaten van de Fresh Money eis zal tot gevolg hebben dat bij de beoordeling door SenterNovem nadrukkelijk wordt getoetst of er sprake is van misbruik van de regeling. Het ondernemingsbelang zal aantoonbaar gediend moeten worden als er risico van de verstrekkende bank naar de Staat wordt overgeheveld.
Garantie Ondernemingsfinanciering Curatieve Zorg
Er is een speciale regeling gekomen voor bouwfinanciering in de cure-sector. Onder de cure-sector vallen ziekenhuizen, G.G.Z.-instellingen en Z.B.C.'s. De deelnemende banken kunnen financieringen van bouwprojecten, verbouwingen, renovaties, etc. onder deze regeling brengen en krijgen dan, net als bij de gewone GO-regeling, 50% staatsgarantie op de verstrekte financiering.
Meer informatie op www.senternovem.nl/gocure.
De minister heeft aangekondigd te onderzoeken onder welke voorwaarden projectontwikkeling tot de GO-regeling kan worden toegelaten. En of de GO ook mogelijk is te maken voor bankgarantiefaciliteiten. Het gaat dan vooral om bankgaranties die in de bouwsector gebruikelijk zijn bij omvangrijke bouwwerken. Mocht dit onderzoek de komende weken leiden tot nieuwe aanpassing(en) van de regeling dan zullen wij daarover met een nieuwe nieuwsbrief komen.
Eerder heeft minister Van der Hoeven wijzigingen in de Regeling Groeifaciliteit (GF) en de Tijdelijke Regeling Garantie Ondernemings-financiering (GO) aangekondigd. Deze wijzigingen zijn nu van kracht geworden. De minister komt hiermee tegemoet aan wensen van bedrijven en banken. Tevens geeft zij met deze maatregelen invulling aan haar reactie op een motie van de Tweede Kamerleden Ten Hoopen en Gesthuizen. De wijzigingen van de GO zijn ingegaan op 23 november 2009.
De wijzigingen in de GF gelden vanaf 14 december 2009.
Regeling Groeifaciliteit (GF)
De Regeling Groeifaciliteit wordt tijdelijk, tot en met 31 december 2010, verruimd. De maximum verstrekking van risicokapitaal dat onder GF garantie kan worden gebracht is verhoogd van EUR 5 miljoen naar EUR 25 miljoen. Gezien de verhoging van het maximum bedrag wordt de MKB-grens los gelaten. Er is dus geen begrenzing meer aan de ondernemingsomvang. De verruiming is uitsluitend bedoeld voor het verstrekken van risicokapitaal door participatiemaatschappijen. Voor de banken die deelnemen aan de GF verandert er dus, afgezien van het wegvallen van de MKB eis, niets. Zij kunnen echter gebruik maken van de verruimde GO-regeling.
Verder wordt er onder voorwaarden een mogelijkheid gecreëerd voor zogenaamde 'equity for debt swaps'. Belangrijk is hierbij onder meer dat de verstrekker van risicokapitaal niet tot dezelfde groep behoort als de verstrekker van de af te lossen lening. Dit om misbruik van de regeling te voorkomen.
Ook is nieuw dat voor garantiefinancieringen met een hoger risicoprofiel SenterNovem een hogere garantievergoeding kan vaststellen. Tenslotte zal over het toekennen van aanvragen voor garanties op financieringen boven EUR 5 miljoen, analoog aan de regeling GO, geadviseerd worden door een commissie van experts.
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
De GO-regeling is verlengd naar eind 2010 en heeft een aantal verruimingen gekregen. De verstrekking onder GO garantie is verhoogd van maximaal EUR 50 miljoen naar een maximum van EUR 150 miljoen.
Verder wordt de zogenaamde Fresh Money eis verruimd. Zo wordt het onder voorwaarden mogelijk voor een bank om de positie van een andere bank over te nemen. Ook wordt herfinanciering met een garantie door dezelfde bank in bepaalde gevallen mogelijk gemaakt. Voorwaarden zijn:
• er is een aantoonbaar belang voor de continuïteit van de onderneming
• de bank blijft een substantieel risico lopen
Er mag dus geen sprake zijn van doelbewust afwentelen van bestaande risico's op de Staat.
Voor nadere uitleg van deze voorwaarden wordt u verwezen naar de website www.senternovem.nl/garantieondernemingsfinanciering/publicaties.
Voorgaande wijzigingen vergroten de toepassingsmogelijkheden van de beide regelingen aanzienlijk. Het ten dele loslaten van de Fresh Money eis zal tot gevolg hebben dat bij de beoordeling door SenterNovem nadrukkelijk wordt getoetst of er sprake is van misbruik van de regeling. Het ondernemingsbelang zal aantoonbaar gediend moeten worden als er risico van de verstrekkende bank naar de Staat wordt overgeheveld.
Garantie Ondernemingsfinanciering Curatieve Zorg
Er is een speciale regeling gekomen voor bouwfinanciering in de cure-sector. Onder de cure-sector vallen ziekenhuizen, G.G.Z.-instellingen en Z.B.C.'s. De deelnemende banken kunnen financieringen van bouwprojecten, verbouwingen, renovaties, etc. onder deze regeling brengen en krijgen dan, net als bij de gewone GO-regeling, 50% staatsgarantie op de verstrekte financiering.
Meer informatie op www.senternovem.nl/gocure.
De minister heeft aangekondigd te onderzoeken onder welke voorwaarden projectontwikkeling tot de GO-regeling kan worden toegelaten. En of de GO ook mogelijk is te maken voor bankgarantiefaciliteiten. Het gaat dan vooral om bankgaranties die in de bouwsector gebruikelijk zijn bij omvangrijke bouwwerken. Mocht dit onderzoek de komende weken leiden tot nieuwe aanpassing(en) van de regeling dan zullen wij daarover met een nieuwe nieuwsbrief komen.
woensdag 26 mei 2010
maandag 19 april 2010
Vastgoed en rechtsvorm bepalen slaagkans bedrijfsoverdracht
Vastgoed en rechtsvorm bepalen slaagkans bedrijfsoverdracht
In de komende 5 jaar verwachten meer dan 100.000 ondernemers (15% van alle Nederlandse bedrijven) hun bedrijf te beëindigen, bijvoorbeeld door te verkopen. Naar verwachting zal dit aantal de komende jaren verder toenemen als gevolg van de vergrijzing: 35% van de ondernemers in Nederland is ouder dan 50 jaar. Over de factoren die bepalend zijn voor een succesvolle bedrijfsoverdracht is weinig bekend. De Kamer van Koophandel deed samen met Hogeschool Utrecht onderzoek en vergeleek ondernemers-, bedrijfs- en transactiekenmerken bij gelukte en niet gelukte bedrijfsoverdrachten.
Rechtsvorm, omzet en afhankelijkheid
Uit het onderzoek blijkt dat de meeste significante verschillen optreden bij de ondernemingskenmerken, zoals de omzetontwikkeling voorafgaand aan de overdracht, de afhankelijkheid van het bedrijf van de eigenaar en de rechtsvorm van het bedrijf. Bij eenmanszaken mislukken overdrachten veel vaker dan bij bv’s. Bij niet gelukte overdrachten is de onderneming ook vaker afhankelijk van de verkopende ondernemer.
Vastgoed
Wat daarnaast opvalt, is dat een hoge huur/verkoopprijs van het vastgoed een obstakel vormt bij de overdracht. Mogelijk is het voor verkopers verstandig het vastgoed niet in de transactie te betrekken, omdat dit de te financieren aankoopsom voor het bedrijf aanzienlijk verhoogt.
Onderzoek
De resultaten van het onderzoek zijn voortgekomen uit een selecte steekproef van 72 ondernemingen, met 37 gelukte en 35 niet gelukte bedrijfsoverdrachten. De onderzochte groep betrof bedrijven met maximaal 20 medewerkers. Bekijk alle resultaten in het onderzoeksrapport. Bron onderzoek: Lex van Teeffelen.
In de komende 5 jaar verwachten meer dan 100.000 ondernemers (15% van alle Nederlandse bedrijven) hun bedrijf te beëindigen, bijvoorbeeld door te verkopen. Naar verwachting zal dit aantal de komende jaren verder toenemen als gevolg van de vergrijzing: 35% van de ondernemers in Nederland is ouder dan 50 jaar. Over de factoren die bepalend zijn voor een succesvolle bedrijfsoverdracht is weinig bekend. De Kamer van Koophandel deed samen met Hogeschool Utrecht onderzoek en vergeleek ondernemers-, bedrijfs- en transactiekenmerken bij gelukte en niet gelukte bedrijfsoverdrachten.
Rechtsvorm, omzet en afhankelijkheid
Uit het onderzoek blijkt dat de meeste significante verschillen optreden bij de ondernemingskenmerken, zoals de omzetontwikkeling voorafgaand aan de overdracht, de afhankelijkheid van het bedrijf van de eigenaar en de rechtsvorm van het bedrijf. Bij eenmanszaken mislukken overdrachten veel vaker dan bij bv’s. Bij niet gelukte overdrachten is de onderneming ook vaker afhankelijk van de verkopende ondernemer.
Vastgoed
Wat daarnaast opvalt, is dat een hoge huur/verkoopprijs van het vastgoed een obstakel vormt bij de overdracht. Mogelijk is het voor verkopers verstandig het vastgoed niet in de transactie te betrekken, omdat dit de te financieren aankoopsom voor het bedrijf aanzienlijk verhoogt.
Onderzoek
De resultaten van het onderzoek zijn voortgekomen uit een selecte steekproef van 72 ondernemingen, met 37 gelukte en 35 niet gelukte bedrijfsoverdrachten. De onderzochte groep betrof bedrijven met maximaal 20 medewerkers. Bekijk alle resultaten in het onderzoeksrapport. Bron onderzoek: Lex van Teeffelen.
donderdag 15 april 2010
workshop Bedrijfsfinanciering
Bespaar duizenden euro's op uw bedrijfsfinanciering
Op 28 april en 3 juni organiseert HAVENDIJKvan 16:00 tot 18:30 uur een workshop 'Bedrijfsfinanciering'. De meeste ondernemers hebben momenteel volop met dit lastige thema te maken. In deze tijd waarin nog altijd ruim 50% van de aanvragen voor financiering door banken worden afgewezen, wordt de succesvolle werkwijze in de workshop behandeld. Met onze succesvolle aanpak scoren wij ondanks de crisis nog altijd 100% op de uitgewerkte financieringsaanvragen.
De financieringsspecialisten van HAVENDIJK beschikken over uitgebreide kennis van de mogelijkheden op dit gebied en begeleiden doorlopend ondernemers bij het gehele proces van bedrijfsfinanciering.
Tijdens de workshop krijgt u het antwoord op de volgende vragen:
* Welke mogelijkheden van financiering zijn er voor uw bedrijf?
* Hoe kijkt uw bank aan tegen uw bedrijf en uw financiering?
* Hoe krijgt u in deze tijden een nieuwe financiering?
* Hoe bespaart u op uw bedrijfsfinanciering?
Na de workshop heeft u een routebeschrijving in handen om de juiste stappen te kunnen zetten om duizenden euro’s op de bestaande of nieuwe bedrijfsfinanciering te besparen.
Data: woensdag 28 april 2010 van 16:00-18:30
donderdag 3 juni 2010 van 16:00-18:30
Locatie: Havendijk 6 te Gorinchem (1e verdieping)
Op 28 april en 3 juni organiseert HAVENDIJKvan 16:00 tot 18:30 uur een workshop 'Bedrijfsfinanciering'. De meeste ondernemers hebben momenteel volop met dit lastige thema te maken. In deze tijd waarin nog altijd ruim 50% van de aanvragen voor financiering door banken worden afgewezen, wordt de succesvolle werkwijze in de workshop behandeld. Met onze succesvolle aanpak scoren wij ondanks de crisis nog altijd 100% op de uitgewerkte financieringsaanvragen.
De financieringsspecialisten van HAVENDIJK beschikken over uitgebreide kennis van de mogelijkheden op dit gebied en begeleiden doorlopend ondernemers bij het gehele proces van bedrijfsfinanciering.
Tijdens de workshop krijgt u het antwoord op de volgende vragen:
* Welke mogelijkheden van financiering zijn er voor uw bedrijf?
* Hoe kijkt uw bank aan tegen uw bedrijf en uw financiering?
* Hoe krijgt u in deze tijden een nieuwe financiering?
* Hoe bespaart u op uw bedrijfsfinanciering?
Na de workshop heeft u een routebeschrijving in handen om de juiste stappen te kunnen zetten om duizenden euro’s op de bestaande of nieuwe bedrijfsfinanciering te besparen.
Data: woensdag 28 april 2010 van 16:00-18:30
donderdag 3 juni 2010 van 16:00-18:30
Locatie: Havendijk 6 te Gorinchem (1e verdieping)
maandag 12 april 2010
Nieuwe Regeling groenprojecten 2010
Nieuwe Regeling groenprojecten 2010
De nieuwe Regeling groenprojecten is op 30 maart 2010 in werking getreden. De gewijzigde regeling biedt nieuwe projecten een kans op groene financiering. Deze projecten lopen uiteen van behoud van natuur, bos en landschap, tot duurzame aquacultuur, duurzame energieopwekking, duurzame binnenvaart, ruimtelijke herstructurering van bijvoorbeeld bedrijventerreinen en duurzame utiliteit- en woningbouw. Daarmee is de regeling aangepast op de laatste ontwikkelingen op het gebied van milieutechnologie en de huidige speerpunten van milieubeleid. De systematiek is onveranderd gebleven, zoals de vereiste samenwerking tussen beleggers, banken en projectbeheerders.
De doelstellingen van de Regeling groenprojecten
De Regeling groenprojecten is in het leven geroepen om projecten te stimuleren die een positief effect op het milieu hebben. De overheid stimuleert deze projecten onder meer door de financiering van 'groenprojecten' aantrekkelijk te maken. Doordat de overheid een belastingvoordeel geeft aan 'groene' spaarders en beleggers kan de bank een lening met een lager rentetarief verstrekken voor een groenproject.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen op 06 5799 8781
De nieuwe Regeling groenprojecten is op 30 maart 2010 in werking getreden. De gewijzigde regeling biedt nieuwe projecten een kans op groene financiering. Deze projecten lopen uiteen van behoud van natuur, bos en landschap, tot duurzame aquacultuur, duurzame energieopwekking, duurzame binnenvaart, ruimtelijke herstructurering van bijvoorbeeld bedrijventerreinen en duurzame utiliteit- en woningbouw. Daarmee is de regeling aangepast op de laatste ontwikkelingen op het gebied van milieutechnologie en de huidige speerpunten van milieubeleid. De systematiek is onveranderd gebleven, zoals de vereiste samenwerking tussen beleggers, banken en projectbeheerders.
De doelstellingen van de Regeling groenprojecten
De Regeling groenprojecten is in het leven geroepen om projecten te stimuleren die een positief effect op het milieu hebben. De overheid stimuleert deze projecten onder meer door de financiering van 'groenprojecten' aantrekkelijk te maken. Doordat de overheid een belastingvoordeel geeft aan 'groene' spaarders en beleggers kan de bank een lening met een lager rentetarief verstrekken voor een groenproject.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen op 06 5799 8781
woensdag 31 maart 2010
Europese ondernemers nemen weer meer krediet op
Europese ondernemers nemen weer meer krediet op.
Hieronder het bericht uit het FD van 26 maart 2010
De kredietverlening aan bedrijven in de eurozone komt uit het slop. Na ruim een jaar durven ondernemers hun schulden weer te vergroten.
Dat blijkt uit cijfers van de Europese Centrale Bank. Analisten noemen de voorzichtige stijging in februari met 0,3% op maandbasis een 'bijzonder hoopvol' signaal voor het herstel van de economie en spreken van een omslagpunt.
Bedrijven hadden eind vorige maand voor euro 4700 mrd aan leningen opgenomen, euro13 mrd meer dan in januari. De kredietverlening aan huishoudens nam vorige maand al weer voor de tiende achtereenvolgende maand toe en wel met euro 11 mrd tot euro 4968 mrd. Daarvan werd het overgrote deel gebruikt ter financiering van een woning.
Traditioneel herstelpatroon
De ontwikkeling past keurig in het traditionele herstelpatroon, stelt econoom Martin van Vliet van ING. Het zijn altijd de consumenten die al vroeg in de cyclus weer instappen. Ondernemers zijn lang afwachtend en financieren eventuele investeringen vanuit de cashflow. Als de herstelfase eenmaal onderweg is, kloppen ze bij hun banken aan. 'Dat patroon zie je bij iedere recessie weer terug.'
Opvallend is dat bedrijven vooral leningen met een looptijd van meer dan vijf jaar zijn aangegaan. De hoeveelheid kredieten van minder dan een jaar nam in februari licht af. Ook dat beeld past in het traditionele patroon, benadrukt analist Michael Schubert van Commerzbank. Ondernemers gaan een langetermijncontract aan, omdat de lange rente in dit stadium nog bijzonder laag is. Ze weten dat de rente in een opgaande conjunctuur altijd oploopt.
Bedrijfsvoorraden
Een andere reden voor de geringe behoefte aan kort geld is dat de bedrijfsvoorraden nog steeds op een laag niveau liggen. Aangezien die doorgaans kort worden gefinancierd hebben bedrijven daarvoor minder kort geld nodig.
De laatste dagen schrijven steeds meer analisten dat de economie ontwaakt uit haar winterslaap en dat de groei in de eurozone in het eerste kwartaal verrassend hoog kan uitkomen. Voorlopende indicatoren als de Duitse Ifo-index en de inkoopmanagersindices wezen deze week duidelijk op een versnelling van het economisch herstel.
Hieronder het bericht uit het FD van 26 maart 2010
De kredietverlening aan bedrijven in de eurozone komt uit het slop. Na ruim een jaar durven ondernemers hun schulden weer te vergroten.
Dat blijkt uit cijfers van de Europese Centrale Bank. Analisten noemen de voorzichtige stijging in februari met 0,3% op maandbasis een 'bijzonder hoopvol' signaal voor het herstel van de economie en spreken van een omslagpunt.
Bedrijven hadden eind vorige maand voor euro 4700 mrd aan leningen opgenomen, euro13 mrd meer dan in januari. De kredietverlening aan huishoudens nam vorige maand al weer voor de tiende achtereenvolgende maand toe en wel met euro 11 mrd tot euro 4968 mrd. Daarvan werd het overgrote deel gebruikt ter financiering van een woning.
Traditioneel herstelpatroon
De ontwikkeling past keurig in het traditionele herstelpatroon, stelt econoom Martin van Vliet van ING. Het zijn altijd de consumenten die al vroeg in de cyclus weer instappen. Ondernemers zijn lang afwachtend en financieren eventuele investeringen vanuit de cashflow. Als de herstelfase eenmaal onderweg is, kloppen ze bij hun banken aan. 'Dat patroon zie je bij iedere recessie weer terug.'
Opvallend is dat bedrijven vooral leningen met een looptijd van meer dan vijf jaar zijn aangegaan. De hoeveelheid kredieten van minder dan een jaar nam in februari licht af. Ook dat beeld past in het traditionele patroon, benadrukt analist Michael Schubert van Commerzbank. Ondernemers gaan een langetermijncontract aan, omdat de lange rente in dit stadium nog bijzonder laag is. Ze weten dat de rente in een opgaande conjunctuur altijd oploopt.
Bedrijfsvoorraden
Een andere reden voor de geringe behoefte aan kort geld is dat de bedrijfsvoorraden nog steeds op een laag niveau liggen. Aangezien die doorgaans kort worden gefinancierd hebben bedrijven daarvoor minder kort geld nodig.
De laatste dagen schrijven steeds meer analisten dat de economie ontwaakt uit haar winterslaap en dat de groei in de eurozone in het eerste kwartaal verrassend hoog kan uitkomen. Voorlopende indicatoren als de Duitse Ifo-index en de inkoopmanagersindices wezen deze week duidelijk op een versnelling van het economisch herstel.
donderdag 25 maart 2010
bedrijfswaarderingen MKB
Het is een maatwerkproduct en kan u duidelijk inzicht geven in de waarde van uw onderneming.
Wat is de beste bedrijfswaarderingmethode bij bedrijfsoverdracht?
Op het moment dat u een bedrijfsoverdracht (bedrijfsverkoop, bedrijfsovername, management buy-in, management buy-out) overweegt komt direct de vraag naar voren: wat is de verkoopwaarde van het bedrijf?
Er zijn talrijke theorieën om de waardebepaling van een onderneming vast te stellen. Hieronder volgt een korte opsomming van bedrijfswaardering methode bij bedrijfsoverdracht:
Verbeterde rentabiliteitswaarde methode ofwel de verbeterde rentabiliteitsmethode
De rentabiliteitswaarde is gelijk aan de contante waarde van de gemiddelde mogelijke toekomstige nettowinst (gebaseerd op grond van historische winsten minus afschrijvingen, incidentele lasten/baten en voorzieningen/reserveopbouw).
Hoewel de winst contant wordt gemaakt tegen een bepaald risicoprofiel van de branche/onderneming is het nadeel dat een aantal componenten in deze berekening niet wordt meegenomen. Zo wordt bijvoorbeeld met de verbeterde rentabiliteitswaarde methode geen rekening gehouden met grote investeringen in vaste activa of werkkapitaal. Men spreekt ook wel van verbeterde rentabiliteitsmethode.
Intrinsieke waarde methode
De intrinsieke waarde is de actuele waarde van bezittingen minus de waarde van de schulden. Deze methode gaat echter niet uit van de winstgevendheid van de onderneming in de toekomst en langlopende contracten worden ook niet meegenomen.
Waarde op basis van koers/winst-verhoudingen
Indien een bedrijf qua activiteiten, opbouw en marktprofiel kan worden vergeleken met beursgenoteerde ondernemingen is een waardebepaling op basis van koers/winstverhouding mogelijk. Hier worden standaard variabelen op losgelaten zoals verkoopwaarde = 3x de winst wat afhankelijk is van de branche.
DCF methode (Discounted Cash Flow methode)
De Discounted Cash Flow methode gaat uit van de verwachte kasstromen die uw bedrijf in de toekomst zal genereren. Onder verwachte kasstromen wordt verstaan de liquide middelen die jaarlijks beschikbaar komen om aflossing of dividenduitkeringen uit te keren (winst + afschrijvingen - netto investeringen in werkkapitaal en vaste activa).
Bij de DCF methode heeft de winstbepaling geen invloed op de berekende waarde. Er wordt immers gekeken naar de kasstromen die worden verdisconteerd tegen een rendementeis. Dit is de rendementeis die een koper stelt als hij een bepaalde onderneming wil kopen. Met andere woorden: binnen hoeveel jaar wil hij zijn geld terugverdienen. Des te hoger het risicoprofiel, des te hoger de rendementeis en des te lager de waarde. Overigens is dit risicoprofiel voor iedere onderneming verschillend. De enige maar van de DCF methode is dat de prognoses op realiteit getoetst moeten worden en de cijfers uit het verleden betrouwbaar in kaart gebracht zijn.
Mocht uw interesse hebben in een waardering van uw onderneming kunt u contact opnemen op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
www.havendijk.nl
Wat is de beste bedrijfswaarderingmethode bij bedrijfsoverdracht?
Op het moment dat u een bedrijfsoverdracht (bedrijfsverkoop, bedrijfsovername, management buy-in, management buy-out) overweegt komt direct de vraag naar voren: wat is de verkoopwaarde van het bedrijf?
Er zijn talrijke theorieën om de waardebepaling van een onderneming vast te stellen. Hieronder volgt een korte opsomming van bedrijfswaardering methode bij bedrijfsoverdracht:
Verbeterde rentabiliteitswaarde methode ofwel de verbeterde rentabiliteitsmethode
De rentabiliteitswaarde is gelijk aan de contante waarde van de gemiddelde mogelijke toekomstige nettowinst (gebaseerd op grond van historische winsten minus afschrijvingen, incidentele lasten/baten en voorzieningen/reserveopbouw).
Hoewel de winst contant wordt gemaakt tegen een bepaald risicoprofiel van de branche/onderneming is het nadeel dat een aantal componenten in deze berekening niet wordt meegenomen. Zo wordt bijvoorbeeld met de verbeterde rentabiliteitswaarde methode geen rekening gehouden met grote investeringen in vaste activa of werkkapitaal. Men spreekt ook wel van verbeterde rentabiliteitsmethode.
Intrinsieke waarde methode
De intrinsieke waarde is de actuele waarde van bezittingen minus de waarde van de schulden. Deze methode gaat echter niet uit van de winstgevendheid van de onderneming in de toekomst en langlopende contracten worden ook niet meegenomen.
Waarde op basis van koers/winst-verhoudingen
Indien een bedrijf qua activiteiten, opbouw en marktprofiel kan worden vergeleken met beursgenoteerde ondernemingen is een waardebepaling op basis van koers/winstverhouding mogelijk. Hier worden standaard variabelen op losgelaten zoals verkoopwaarde = 3x de winst wat afhankelijk is van de branche.
DCF methode (Discounted Cash Flow methode)
De Discounted Cash Flow methode gaat uit van de verwachte kasstromen die uw bedrijf in de toekomst zal genereren. Onder verwachte kasstromen wordt verstaan de liquide middelen die jaarlijks beschikbaar komen om aflossing of dividenduitkeringen uit te keren (winst + afschrijvingen - netto investeringen in werkkapitaal en vaste activa).
Bij de DCF methode heeft de winstbepaling geen invloed op de berekende waarde. Er wordt immers gekeken naar de kasstromen die worden verdisconteerd tegen een rendementeis. Dit is de rendementeis die een koper stelt als hij een bepaalde onderneming wil kopen. Met andere woorden: binnen hoeveel jaar wil hij zijn geld terugverdienen. Des te hoger het risicoprofiel, des te hoger de rendementeis en des te lager de waarde. Overigens is dit risicoprofiel voor iedere onderneming verschillend. De enige maar van de DCF methode is dat de prognoses op realiteit getoetst moeten worden en de cijfers uit het verleden betrouwbaar in kaart gebracht zijn.
Mocht uw interesse hebben in een waardering van uw onderneming kunt u contact opnemen op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl
www.havendijk.nl
donderdag 18 maart 2010
Garantie Ondernemingsfinanciering biedt nu nog ruimere toepassingsmogelijkheden
In mijn vorige blog heb ik reeds bericht over de interessante mogelijkheden om met de tijdelijke regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) krediet te verstrekken. Recentelijk zijn de mogelijkheden verder verruimd. De overheid komt hiermee tegemoet aan wensen van bedrijven om waar mogelijk ondersteuning te bieden tijdens de crisis.
De GO-regeling is verlengd tot eind 2010 en heeft een aantal verruimingen gekregen. De verstrekking onder GO-garantie is verhoogd van € 50 miljoen naar een maximum van € 150 miljoen. Verder is de zogenaamde Fresh Money-eis verruimd. Zo wordt het onder voorwaarden mogelijk voor een bank om de positie van een andere bank over te nemen.
Ook wordt herfinanciering met een garantie door dezelfde bank in bepaalde gevallen mogelijk gemaakt. Voorwaarden zijn:
• Er is een aantoonbaar belang voor de continuïteit van de onderneming.
• De bank blijft een substantieel risico lopen.
• Er mag dus geen sprake zijn van doelbewust afwentelen van bestaande risico’s op de staat. Voor nadere uitleg van deze voorwaarden verwijzen we u naar AgentschapNL (voorheen SenterNovem): het agentschap van de overheid die met de uitvoering is belast. Zie ook senternovem.nl.
Deze wijzigingen vergroten de toepassingsmogelijkheden van de regeling aanzienlijk. Het deels loslaten van de Fresh Money-eis heeft tot gevolg dat bij de beoordeling door SenterNovem nadrukkelijk wordt getoetst of er sprake is van misbruik van de regeling. Het ondernemingsbelang moet aantoonbaar gediend worden als er risico van de verstrekkende bank naar de staat wordt overgeheveld.
De minister gaat onderzoeken onder welke voorwaarden projectontwikkeling tot de GO-regeling kan worden toegelaten. En of de GO ook mogelijk te maken is voor bankgarantiefaciliteiten. Het gaat dan vooral om bankgaranties die in de bouwsector gebruikelijk zijn bij omvangrijke bouwwerken. Ik adviseer u hiervoor de site van AgentschapNL te volgen. Bron Fortis.
De GO-regeling is verlengd tot eind 2010 en heeft een aantal verruimingen gekregen. De verstrekking onder GO-garantie is verhoogd van € 50 miljoen naar een maximum van € 150 miljoen. Verder is de zogenaamde Fresh Money-eis verruimd. Zo wordt het onder voorwaarden mogelijk voor een bank om de positie van een andere bank over te nemen.
Ook wordt herfinanciering met een garantie door dezelfde bank in bepaalde gevallen mogelijk gemaakt. Voorwaarden zijn:
• Er is een aantoonbaar belang voor de continuïteit van de onderneming.
• De bank blijft een substantieel risico lopen.
• Er mag dus geen sprake zijn van doelbewust afwentelen van bestaande risico’s op de staat. Voor nadere uitleg van deze voorwaarden verwijzen we u naar AgentschapNL (voorheen SenterNovem): het agentschap van de overheid die met de uitvoering is belast. Zie ook senternovem.nl.
Deze wijzigingen vergroten de toepassingsmogelijkheden van de regeling aanzienlijk. Het deels loslaten van de Fresh Money-eis heeft tot gevolg dat bij de beoordeling door SenterNovem nadrukkelijk wordt getoetst of er sprake is van misbruik van de regeling. Het ondernemingsbelang moet aantoonbaar gediend worden als er risico van de verstrekkende bank naar de staat wordt overgeheveld.
De minister gaat onderzoeken onder welke voorwaarden projectontwikkeling tot de GO-regeling kan worden toegelaten. En of de GO ook mogelijk te maken is voor bankgarantiefaciliteiten. Het gaat dan vooral om bankgaranties die in de bouwsector gebruikelijk zijn bij omvangrijke bouwwerken. Ik adviseer u hiervoor de site van AgentschapNL te volgen. Bron Fortis.
woensdag 17 maart 2010
Overnamesommen MKB onder druk
Overnamesommen MKB onder druk
De Nederlandse financiële economie wordt behoorlijk geraakt door de kredietcrisis. Echter welke gevolgen heeft de crisis op de reële economie en met name het midden- en kleinbedrijf. CM&P voorziet grote continuïteitsproblemen bij bedrijven die onlangs zijn overgenomen tegen buitensporige waarderingen.
De financieringen die afgesloten zijn voor deze overnames trekken een zware wissel op de exploitatie van de ondernemingen. Hierdoor kunnen deze ondernemingen geen klappen opvangen. Echter de markt krijgt nu wel klappen, enkele sectoren staan zwaar onder druk. Dit resulteert in dalende verkopen. Hierdoor kan niet meer aan de financiële verplichtingen worden voldaan, omdat die veelal uitgaan van groei. Zonder groei kan de rente en aflossing van de overnamesom niet meer worden betaald.
Ondanks de crisis en ondanks alle waarschuwingen en praktijkvoorbeelden wordt door enkele financiers, adviseurs en ondernemers nog steeds de te hoge waardering toegepast en wordt de ondernemer/onderneming opgezadeld met te hoge financieringslasten.
Het gevolg van de kredietcrisis en van de te hoge waarderingen is een stilstand in de overnames, in de tijd dat juist veel babyboomers moeten verkopen. De waarderingen/vraagprijzen van bedrijven moeten derhalve weer terug naar een reële waarde. Op deze manier is het alsnog mogelijk om een goede prijs te krijgen voor de onderneming en de koper kan alles duurzaam financieren. Groot voordeel is dat de onderneming bij een reële overnamesom wel overleefd in economisch zwaardere tijden.
CM&P heeft ook in een sterk groeiende economie altijd geadviseerd om reële financieringslasten ten opzichte van de overnamesom en de exploitatie aan te houden. Hierdoor is bij CM&P nog nooit een koper failliet gegaan door de te hoge overnamesom. Ondanks trends in de markt blijft vasthouden aan deze duurzame manier van financieren.
CM&P
CM&P adviseert ondernemers bij het complexe en complete traject van een bedrijfsoverdracht, fusie en overname. CM&P werkt landelijk met 30 vestigingen en heeft een uitgebreid bestand van kopende en verkopende partijen.
De Nederlandse financiële economie wordt behoorlijk geraakt door de kredietcrisis. Echter welke gevolgen heeft de crisis op de reële economie en met name het midden- en kleinbedrijf. CM&P voorziet grote continuïteitsproblemen bij bedrijven die onlangs zijn overgenomen tegen buitensporige waarderingen.
De financieringen die afgesloten zijn voor deze overnames trekken een zware wissel op de exploitatie van de ondernemingen. Hierdoor kunnen deze ondernemingen geen klappen opvangen. Echter de markt krijgt nu wel klappen, enkele sectoren staan zwaar onder druk. Dit resulteert in dalende verkopen. Hierdoor kan niet meer aan de financiële verplichtingen worden voldaan, omdat die veelal uitgaan van groei. Zonder groei kan de rente en aflossing van de overnamesom niet meer worden betaald.
Ondanks de crisis en ondanks alle waarschuwingen en praktijkvoorbeelden wordt door enkele financiers, adviseurs en ondernemers nog steeds de te hoge waardering toegepast en wordt de ondernemer/onderneming opgezadeld met te hoge financieringslasten.
Het gevolg van de kredietcrisis en van de te hoge waarderingen is een stilstand in de overnames, in de tijd dat juist veel babyboomers moeten verkopen. De waarderingen/vraagprijzen van bedrijven moeten derhalve weer terug naar een reële waarde. Op deze manier is het alsnog mogelijk om een goede prijs te krijgen voor de onderneming en de koper kan alles duurzaam financieren. Groot voordeel is dat de onderneming bij een reële overnamesom wel overleefd in economisch zwaardere tijden.
CM&P heeft ook in een sterk groeiende economie altijd geadviseerd om reële financieringslasten ten opzichte van de overnamesom en de exploitatie aan te houden. Hierdoor is bij CM&P nog nooit een koper failliet gegaan door de te hoge overnamesom. Ondanks trends in de markt blijft vasthouden aan deze duurzame manier van financieren.
CM&P
CM&P adviseert ondernemers bij het complexe en complete traject van een bedrijfsoverdracht, fusie en overname. CM&P werkt landelijk met 30 vestigingen en heeft een uitgebreid bestand van kopende en verkopende partijen.
maandag 15 maart 2010
MKB Groeicertificaat
MKB Groeicertificaat
Ik kan ook voor u als business coach werkzaam zijn.
Uit onderzoek blijkt dat maar weinig van de ISO gecertificeerde Midden- en Kleinbedrijven daadwerkelijk aan echte kwaliteit werkte. De rest ervaarde het behalen van het kwaliteitscertificaat als bureaucratisch en interpreteerde dit als: "opschrijven wat je doet en laten zien wat je hebt opgeschreven ook doet". Dit resultaat was aanleiding tot de ontwikkeling van het MKB Groeicertificaat in samenwerking met MKB Nederland en de Raad van Accreditatie. Het MKB GroeicertificaatTM wordt gesteund door instanties als MKB-Nederland, Ministerie van EZ, ING-Bank, Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK), Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) en de Raad voor Accreditatie (RvA). Dit betekent dat het behalen van dit certificaat een gerechtvaardig vertrouwen geeft aan belanghebbenden zoals de klant en de financier.
Ik kan ook voor u als business coach werkzaam zijn.
Uit onderzoek blijkt dat maar weinig van de ISO gecertificeerde Midden- en Kleinbedrijven daadwerkelijk aan echte kwaliteit werkte. De rest ervaarde het behalen van het kwaliteitscertificaat als bureaucratisch en interpreteerde dit als: "opschrijven wat je doet en laten zien wat je hebt opgeschreven ook doet". Dit resultaat was aanleiding tot de ontwikkeling van het MKB Groeicertificaat in samenwerking met MKB Nederland en de Raad van Accreditatie. Het MKB GroeicertificaatTM wordt gesteund door instanties als MKB-Nederland, Ministerie van EZ, ING-Bank, Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK), Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) en de Raad voor Accreditatie (RvA). Dit betekent dat het behalen van dit certificaat een gerechtvaardig vertrouwen geeft aan belanghebbenden zoals de klant en de financier.
maandag 8 maart 2010
Opvolger gezocht voor bedrijfsovername
Een bedrijf overnemen zit niet in de mindset van de gemiddelde ondernemer en werknemer. Omdat voorlichting ontbreekt blijft veel potentieel onbenut.
Dat is de belangrijkste uitkomst uit een onderzoek van Motivaction naar potentiële bedrijfsopvolgers. Het onderzoek is verricht in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en heeft als doel inzicht te verschaffen in de kritische succes- en faalfactoren bij bedrijfsopvolging en het profiel van potentiële opvolgers.
Het onderzoek is verricht onder 200 ondernemers en 910 werknemers. Binnen de totale groep ondernemers (starters en bestaande ondernemers) uit dit onderzoek bedraagt het aandeel potentiële opvolgers 45%. Daarnaast vindt bijna een op de vijf werknemers het aantrekkelijk om het bedrijf waarin ze nu werkzaam zijn over te nemen. Het merendeel van deze werknemers met overnameambities heeft op dit moment een leidinggevende functie (38%). De animo voor het overnemen van een bestaand bedrijf is kleiner dan voor het zelf opbouwen van een bedrijf. Dit hangt waarschijnlijk samen met de relatieve onbekendheid met het overnemen van een bedrijf. Als belangrijkste voordelen om een bestaand bedrijf over te nemen worden genoemd het feit dat het bedrijf al klanten en naamsbekendheid heeft (47%), het een goedlopende zaak is (13%), het gemakkelijker is (6%) en minder risicovol (3%). Potentiële opvolgers noemen het uitwerken van eigen ideeën en het bestaande bedrijf verder laten groeien als grootste kans. Gevraagd naar de favoriete branches om een bedrijf over te nemen scoren detailhandel (18%) en horeca (12%) het hoogste gevolgd door industrie, gezondheidszorg en overige dienstverlening Succes- en faalfactoren Als belangrijkste zaken voor een succesvolle bedrijfsovername worden goede voorbereiding (20%), goede informatie (10%), een sterke motivatie (10%) en een eerlijke relatie met de overdrager (9%) gezien. Aan de andere kant wordt financiën (30%) als het grootste risico van overname gezien, gevolgd door onverwachte kosten, fiscale zaken en de geloofwaardigheid van de overdrager. Een overname appelleert sterk aan de behoeften van deze groep omdat deze vorm van ondernemerschap als minder risicovol wordt gezien dan zelf iets opbouwen. Gekeken naar de persoonlijkheidskenmerken kunnen de overnemers worden getypeerd als doorzetters, gedegen voorbereiders, goede communicators, werken ze graag nieuwe ideeën uit en houden ze bij voorkeur de touwtjes stevig in de handen. Als belangrijkste aanbeveling noemt het rapport in het algemeen de voorlichting over het overnemen van een bedrijf. Door de relatieve onbekendheid zit de optie ´bedrijfsovername ´ niet in de mindset van de gemiddelde werknemer en ondernemer. Ook de beeldvorming dat het zelf starten van een eigen bedrijf meer vrijheid zou geven dan het overnemen van een bedrijf zou moet volgens de onderzoekers worden bijgesteld. Het Ministerie van Economische Zaken weet wat ze de komende tijd te doen staat. Bron Brookz.
http://nl.linkedin.com/in/martijnboer
Dat is de belangrijkste uitkomst uit een onderzoek van Motivaction naar potentiële bedrijfsopvolgers. Het onderzoek is verricht in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en heeft als doel inzicht te verschaffen in de kritische succes- en faalfactoren bij bedrijfsopvolging en het profiel van potentiële opvolgers.
Het onderzoek is verricht onder 200 ondernemers en 910 werknemers. Binnen de totale groep ondernemers (starters en bestaande ondernemers) uit dit onderzoek bedraagt het aandeel potentiële opvolgers 45%. Daarnaast vindt bijna een op de vijf werknemers het aantrekkelijk om het bedrijf waarin ze nu werkzaam zijn over te nemen. Het merendeel van deze werknemers met overnameambities heeft op dit moment een leidinggevende functie (38%). De animo voor het overnemen van een bestaand bedrijf is kleiner dan voor het zelf opbouwen van een bedrijf. Dit hangt waarschijnlijk samen met de relatieve onbekendheid met het overnemen van een bedrijf. Als belangrijkste voordelen om een bestaand bedrijf over te nemen worden genoemd het feit dat het bedrijf al klanten en naamsbekendheid heeft (47%), het een goedlopende zaak is (13%), het gemakkelijker is (6%) en minder risicovol (3%). Potentiële opvolgers noemen het uitwerken van eigen ideeën en het bestaande bedrijf verder laten groeien als grootste kans. Gevraagd naar de favoriete branches om een bedrijf over te nemen scoren detailhandel (18%) en horeca (12%) het hoogste gevolgd door industrie, gezondheidszorg en overige dienstverlening Succes- en faalfactoren Als belangrijkste zaken voor een succesvolle bedrijfsovername worden goede voorbereiding (20%), goede informatie (10%), een sterke motivatie (10%) en een eerlijke relatie met de overdrager (9%) gezien. Aan de andere kant wordt financiën (30%) als het grootste risico van overname gezien, gevolgd door onverwachte kosten, fiscale zaken en de geloofwaardigheid van de overdrager. Een overname appelleert sterk aan de behoeften van deze groep omdat deze vorm van ondernemerschap als minder risicovol wordt gezien dan zelf iets opbouwen. Gekeken naar de persoonlijkheidskenmerken kunnen de overnemers worden getypeerd als doorzetters, gedegen voorbereiders, goede communicators, werken ze graag nieuwe ideeën uit en houden ze bij voorkeur de touwtjes stevig in de handen. Als belangrijkste aanbeveling noemt het rapport in het algemeen de voorlichting over het overnemen van een bedrijf. Door de relatieve onbekendheid zit de optie ´bedrijfsovername ´ niet in de mindset van de gemiddelde werknemer en ondernemer. Ook de beeldvorming dat het zelf starten van een eigen bedrijf meer vrijheid zou geven dan het overnemen van een bedrijf zou moet volgens de onderzoekers worden bijgesteld. Het Ministerie van Economische Zaken weet wat ze de komende tijd te doen staat. Bron Brookz.
http://nl.linkedin.com/in/martijnboer
dinsdag 2 maart 2010
Financiering bedrijf via borgstelling overheid
Financiering bedrijf via borgstelling overheid
Veel ondernemers hebben momenteel problemen met de financiering van hun bedrijf. Voor deze ondernemers en bedrijven op zoek naar financiering zijn er regelingen waarbij de overheid borg staat voor een lening. Hierdoor kunnen ondernemers gemakkelijker geld lenen of meer krediet krijgen bij een bank. Enkele belangrijke zijn: Borgstelling MKB-kredieten (BMKB), Regeling Groeifaciliteit en Garantie Ondernemingsfinanciering (GO).
BBMKB - Besluit Borgstelling MKB Kredieten
U heeft de ambitie om een eigen onderneming te starten. Of u bent al ondernemer en u wilt bijvoorbeeld uitbreiden of innoveren. In beide situaties heeft u geld nodig om uw investeringsplannen te realiseren. De gang naar de bank ligt voor de hand. Banken willen uiteraard graag een krediet verstrekken, maar tegelijk willen ze ook hun risico’s beperken. Het antwoord op de vraag of u voldoende zekerheden kunt bieden, weegt dan ook zwaar mee in hun risicoanalyse. Heeft u te weinig zekerheden (bijvoorbeeld een pand of machines), dan is de kans groot dat u niet voor een krediet in aanmerking komt. Voor veel mkb-ondernemers wringt daar de schoen.
Is dat ook bij u het geval? Wellicht kunt u dan gebruikmaken van de borgstellingsregeling door de overheid.
U leent het geld van de bank. De overheid spreekt met uw bank af dat zij voor een bepaald deel van het geleende bedrag borg staat. Dankzij deze regeling (Besluit Borgstelling MKB kredieten, kortweg BBMKB) kunnen jaarlijks duizenden starters en gevestigde ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf hun plannen realiseren. Plannen die anders op de plank blijven liggen.
Groeifaciliteit
In geval van snelle groei en bij bedrijfsovernames kan bij een MKB-onderneming behoefte ontstaan aan extra risicodragend vermogen. Meer risicodragend vermogen komt de liquiditeit ten goede en door de verbeterde solvabiliteit ontstaat ruimte tot kredietuitbreiding, ruimte die nodig is om een groeiscenario te realiseren. De Regeling Groeifaciliteit biedt met een 50% overheidsgarantie de mogelijkheid het risicodragendvermogen van MKB-ondernemingen te vergroten.
Garantie Ondernemingsfinanciering
De kredietcrisis heeft de banken bewuster gemaakt van risico's. Daardoor zijn banken terughoudender geworden bij het verstrekken van kredieten. De regeling Garantie Ondernemingsfinanciering is een antwoord van de overheid op de moeilijkheden die de ondernemingen nu ondervinden bij het aantrekken van bankleningen. Deze regeling biedt banken een garantie van vijftig procent voor nieuwe bankleningen van minimaal 1,5 miljoen euro en maximaal 50 miljoen euro. De risico's voor de banken nemen hierdoor af, waardoor ondernemingen meer kans van slagen hebben bij het aantrekken van nieuwe bankleningen.
De regeling is bestemd voor ondernemingen met substantiële activiteiten in Nederland en met voldoende rentabiliteits- en continuiteitsperspectieven. Gezien de omvang van de te verstrekken bankleningen, minimaal 1,5 miljoen euro en maximaal 50 miljoen euro, is de regeling gericht op grote en middelgrote ondernemingen.
Microkrediet
Ondernemen vraagt doorgaans om investeringen. U moet producten in voorraad nemen, een pand huren of machines aanschaffen. Startende ondernemers ondervinden echter vaak problemen bij het afsluiten van een lening. Het bedrag dat men wil lenen is doorgaans laag en het brengt vaak een groot risico met zich mee voor de banken. De overheid biedt in dit geval een oplossing in de vorm van microkrediet.
Innovatiekrediet
Het Innovatiekrediet is een risicodragend krediet voor de financiering van ontwikkelingsprojecten met veel commerciële potentie maar nog grote technische risico’s. De projecten zijn gericht op de ontwikkeling van nieuwe producten, processen of diensten. Het Innovatiekrediet vermindert het financiële risico voor de ondernemer: mislukt het project, dan hoeft het Innovatiekrediet niet te worden terugbetaald.
Zowel starters als gevestigde mkb’ers kunnen profiteren van het Innovatiekrediet. Als nieuwkomer krijgt u zo belangrijke financiële ondersteuning voor uw project. Als bestaand bedrijf wordt de drempel lager om binnen uw R&D-budget middelen vrij te maken voor een écht vernieuwend project. Een project dat wellicht meer technisch risico in zich bergt, maar dat van groot
belang is voor de toekomst van uw bedrijf.
Fonds Opkomende Markten
Het Fonds Opkomende Markten (FOM) is door de Nederlandse overheid (Ministerie van Economische Zaken) ingesteld met de bedoeling de economische ontwikkeling van opkomende markten te bevorderen door het stimuleren van investeringen van het Nederlandse bedrijfsleven. Het gaat hier om markten die een overgang doormaken naar een markteconomie of die anderszins in hun economische ontwikkeling (nog) achterliggen bij West-Europa.
Lening startende ondernemer, venture capital, Tante Agaath
Er is een regeling die het voor particulieren fiscaal aantrekkelijk maakt geld aan startende ondernemers te lenen. Als startende ondernemer hebt u er misschien geen rechtstreeks voordeel van, maar de regeling kan het u wel een stuk gemakkelijker maken om het beginkapitaal voor uw onderneming bij elkaar te krijgen. Misschien kunt u met behulp van deze regeling iemand bereid vinden een deel van zijn vermogen in uw onderneming te steken. Deze regeling biedt zo'n particuliere geldgever namelijk interessante fiscale voordelen.
Veel ondernemers hebben momenteel problemen met de financiering van hun bedrijf. Voor deze ondernemers en bedrijven op zoek naar financiering zijn er regelingen waarbij de overheid borg staat voor een lening. Hierdoor kunnen ondernemers gemakkelijker geld lenen of meer krediet krijgen bij een bank. Enkele belangrijke zijn: Borgstelling MKB-kredieten (BMKB), Regeling Groeifaciliteit en Garantie Ondernemingsfinanciering (GO).
BBMKB - Besluit Borgstelling MKB Kredieten
U heeft de ambitie om een eigen onderneming te starten. Of u bent al ondernemer en u wilt bijvoorbeeld uitbreiden of innoveren. In beide situaties heeft u geld nodig om uw investeringsplannen te realiseren. De gang naar de bank ligt voor de hand. Banken willen uiteraard graag een krediet verstrekken, maar tegelijk willen ze ook hun risico’s beperken. Het antwoord op de vraag of u voldoende zekerheden kunt bieden, weegt dan ook zwaar mee in hun risicoanalyse. Heeft u te weinig zekerheden (bijvoorbeeld een pand of machines), dan is de kans groot dat u niet voor een krediet in aanmerking komt. Voor veel mkb-ondernemers wringt daar de schoen.
Is dat ook bij u het geval? Wellicht kunt u dan gebruikmaken van de borgstellingsregeling door de overheid.
U leent het geld van de bank. De overheid spreekt met uw bank af dat zij voor een bepaald deel van het geleende bedrag borg staat. Dankzij deze regeling (Besluit Borgstelling MKB kredieten, kortweg BBMKB) kunnen jaarlijks duizenden starters en gevestigde ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf hun plannen realiseren. Plannen die anders op de plank blijven liggen.
Groeifaciliteit
In geval van snelle groei en bij bedrijfsovernames kan bij een MKB-onderneming behoefte ontstaan aan extra risicodragend vermogen. Meer risicodragend vermogen komt de liquiditeit ten goede en door de verbeterde solvabiliteit ontstaat ruimte tot kredietuitbreiding, ruimte die nodig is om een groeiscenario te realiseren. De Regeling Groeifaciliteit biedt met een 50% overheidsgarantie de mogelijkheid het risicodragendvermogen van MKB-ondernemingen te vergroten.
Garantie Ondernemingsfinanciering
De kredietcrisis heeft de banken bewuster gemaakt van risico's. Daardoor zijn banken terughoudender geworden bij het verstrekken van kredieten. De regeling Garantie Ondernemingsfinanciering is een antwoord van de overheid op de moeilijkheden die de ondernemingen nu ondervinden bij het aantrekken van bankleningen. Deze regeling biedt banken een garantie van vijftig procent voor nieuwe bankleningen van minimaal 1,5 miljoen euro en maximaal 50 miljoen euro. De risico's voor de banken nemen hierdoor af, waardoor ondernemingen meer kans van slagen hebben bij het aantrekken van nieuwe bankleningen.
De regeling is bestemd voor ondernemingen met substantiële activiteiten in Nederland en met voldoende rentabiliteits- en continuiteitsperspectieven. Gezien de omvang van de te verstrekken bankleningen, minimaal 1,5 miljoen euro en maximaal 50 miljoen euro, is de regeling gericht op grote en middelgrote ondernemingen.
Microkrediet
Ondernemen vraagt doorgaans om investeringen. U moet producten in voorraad nemen, een pand huren of machines aanschaffen. Startende ondernemers ondervinden echter vaak problemen bij het afsluiten van een lening. Het bedrag dat men wil lenen is doorgaans laag en het brengt vaak een groot risico met zich mee voor de banken. De overheid biedt in dit geval een oplossing in de vorm van microkrediet.
Innovatiekrediet
Het Innovatiekrediet is een risicodragend krediet voor de financiering van ontwikkelingsprojecten met veel commerciële potentie maar nog grote technische risico’s. De projecten zijn gericht op de ontwikkeling van nieuwe producten, processen of diensten. Het Innovatiekrediet vermindert het financiële risico voor de ondernemer: mislukt het project, dan hoeft het Innovatiekrediet niet te worden terugbetaald.
Zowel starters als gevestigde mkb’ers kunnen profiteren van het Innovatiekrediet. Als nieuwkomer krijgt u zo belangrijke financiële ondersteuning voor uw project. Als bestaand bedrijf wordt de drempel lager om binnen uw R&D-budget middelen vrij te maken voor een écht vernieuwend project. Een project dat wellicht meer technisch risico in zich bergt, maar dat van groot
belang is voor de toekomst van uw bedrijf.
Fonds Opkomende Markten
Het Fonds Opkomende Markten (FOM) is door de Nederlandse overheid (Ministerie van Economische Zaken) ingesteld met de bedoeling de economische ontwikkeling van opkomende markten te bevorderen door het stimuleren van investeringen van het Nederlandse bedrijfsleven. Het gaat hier om markten die een overgang doormaken naar een markteconomie of die anderszins in hun economische ontwikkeling (nog) achterliggen bij West-Europa.
Lening startende ondernemer, venture capital, Tante Agaath
Er is een regeling die het voor particulieren fiscaal aantrekkelijk maakt geld aan startende ondernemers te lenen. Als startende ondernemer hebt u er misschien geen rechtstreeks voordeel van, maar de regeling kan het u wel een stuk gemakkelijker maken om het beginkapitaal voor uw onderneming bij elkaar te krijgen. Misschien kunt u met behulp van deze regeling iemand bereid vinden een deel van zijn vermogen in uw onderneming te steken. Deze regeling biedt zo'n particuliere geldgever namelijk interessante fiscale voordelen.
maandag 1 maart 2010
Waarde MKB Ondernemingen niet onder druk
Waardes mkb-bedrijven niet onder druk
De crisis heeft het afgelopen anderhalf jaar behoorlijk huisgehouden, en zeker ook in het mkb. Ons wordt vaak gevraagd wat dit betekent voor de waardering van een onderneming. Voor u wellicht een verrassend antwoord: er zijn geen grote veranderingen opgetreden. Wat overigens niet betekent dat er geen sprake is van lage transactieprijzen. Dit verdient enige toelichting.
De waardering van een onderneming is gebaseerd op de verwachting van de koper ten aanzien van de geldstromen die het bedrijf de komende jaren voortbrengt. Deze geldstromen worden samengevoegd met de rendementseis – de risicoperceptie - van de koper. Wij hebben de laatste jaren gerekend met een rendementseis tussen de 17,5 en 22,5%. Zeker gezien de lage rentetarieven zien wij geen reden met een hogere rendementseis te rekenen. Als de geldstromen op peil blijven, is er ook geen sprake van waardedaling.
De waarde van bedrijven is dus niet veel veranderd, de financieringsmogelijkheden zijn echter wel sterk gewijzigd. De afgelopen jaren is er zeer scherp gefinancierd door de banken. Een eigen vermogen van 10 tot 20%, in combinatie met een Euribor-opslag tussen de 0,75 en 1,25%, was niet ongebruikelijk. Deze tijden zijn voorbij, en komen volgens veel banken ook niet meer terug. Momenteel eisen banken dat een eigen vermogen tussen de 30 en 50% wordt ingebracht en zijn de renteopslagen meer dan verdubbeld.
Deze beperking van de financieringsruimte is niet alleen een probleem van de koper. De verkoper zal zich moeten afvragen of hij genoegen wil nemen met een lagere opbrengst of een deel van de financiering voor zijn rekening wil nemen.
In het bovenstaande hebben we enkele gemiddelden genoemd. De ‘gemiddelde transactie’ bestaat – zeker in de tijd – niet meer. Bedrijfsoverdracht is maatwerk.
Bron: ondernemer.nl
De crisis heeft het afgelopen anderhalf jaar behoorlijk huisgehouden, en zeker ook in het mkb. Ons wordt vaak gevraagd wat dit betekent voor de waardering van een onderneming. Voor u wellicht een verrassend antwoord: er zijn geen grote veranderingen opgetreden. Wat overigens niet betekent dat er geen sprake is van lage transactieprijzen. Dit verdient enige toelichting.
De waardering van een onderneming is gebaseerd op de verwachting van de koper ten aanzien van de geldstromen die het bedrijf de komende jaren voortbrengt. Deze geldstromen worden samengevoegd met de rendementseis – de risicoperceptie - van de koper. Wij hebben de laatste jaren gerekend met een rendementseis tussen de 17,5 en 22,5%. Zeker gezien de lage rentetarieven zien wij geen reden met een hogere rendementseis te rekenen. Als de geldstromen op peil blijven, is er ook geen sprake van waardedaling.
De waarde van bedrijven is dus niet veel veranderd, de financieringsmogelijkheden zijn echter wel sterk gewijzigd. De afgelopen jaren is er zeer scherp gefinancierd door de banken. Een eigen vermogen van 10 tot 20%, in combinatie met een Euribor-opslag tussen de 0,75 en 1,25%, was niet ongebruikelijk. Deze tijden zijn voorbij, en komen volgens veel banken ook niet meer terug. Momenteel eisen banken dat een eigen vermogen tussen de 30 en 50% wordt ingebracht en zijn de renteopslagen meer dan verdubbeld.
Deze beperking van de financieringsruimte is niet alleen een probleem van de koper. De verkoper zal zich moeten afvragen of hij genoegen wil nemen met een lagere opbrengst of een deel van de financiering voor zijn rekening wil nemen.
In het bovenstaande hebben we enkele gemiddelden genoemd. De ‘gemiddelde transactie’ bestaat – zeker in de tijd – niet meer. Bedrijfsoverdracht is maatwerk.
Bron: ondernemer.nl
woensdag 24 februari 2010
BBMKB-regeling
Wat is het BBMKB?
Een ondernemer kan gebruikmaken van het BBMKB wanneer hij een krediet aanvraagt, maar de bank hem geen lening wil geven omdat het bedrijf te weinig zekerheden kan bieden zoals gebouwen of machines. Wanneer de ondernemer in aanmerking komt voor de regeling, staat het Rijk borg voor zijn lening. Mocht het bedrijf financieel onderuit gaan, dan keert de overheid een deel van de lening uit aan de bank.
De looptijd van een borgstelling is maximaal zes jaar en is alleen bestemd voor kapitaalbehoeftes met een zakelijk karakter. Beleggen met het geld is bijvoorbeeld niet toegestaan.
Wie komt er voor het BBMKB in aanmerking?
Een bedrijf kan gebruikmaken van de regeling wanneer:
er maximaal 250 werknemers in dienst zijn;
er voldoende toekomstperspectief is wat betreft rentabiliteit en continuïteit;
de te verwachten cashflow voldoende is om toekomstige rente- en aflossingsverplichtingen aan de bank te kunnen voldoen.
Ondernemers kunnen geen gebruik maken van de BBMKB-regeling als:
zij een vrij beroep uitoefenen in de medische sector;
hun toetreding tot de markt in belangrijke mate door de overheid wordt bepaald zoals advocaten, notarissen en dierenartsen;
meer dan 50% van de jaaromzet voortkomt uit de land- en tuinbouw en visserij;
zij actief zijn in het bank-, verzekerings- of beleggingswezen of actief in de verwerving, vervreemding, de ontwikkeling, het beheer of de exploitatie van onroerend goed.
Het Besluit Borgstelling MKB-kredieten (BBMKB) is een regeling die de kredietverlening aan het mkb stimuleert. De regering staat garant voor zekerheden die een ondernemer ontbeert terwijl zijn bedrijf wel goede toekomstperspectieven heeft. De regeling is als gevolg van de crisis verruimd waardoor meer ondernemers er gebruik van kunnen maken. Begin 2010 heeft minister Van der Hoeven tijdelijk nog eens het garantiepercentage voor niet startende bedrijven verhoogd. De verruimingen gelden tot eind 2010.
BBMKB-regeling
Bedrijven doen een beroep op het BBMKB tegelijk m
Hoe kan een bedrijf gebruikmaken van het BBMKB?
et het aanvragen van een lening bij de regionale vestiging van een bank. De bank vraagt de borgstelling aan en SenterNovem, een organisatie die verbonden is aan het ministerie van economische zaken, beslist of het borgstellingskrediet wordt verleend en onder welke voorwaarden.
Zowel bij bestaande als startende mkb-bedrijven staat de overheid voor 80% garant bij een lening van maximaal €250.000. Voor kredieten boven dit bedrag, met een maximum van €3 miljoen, geldt een garantiepercentage van 50%. Voor leningen boven dit bedrag kan een ondernemer beroep doen op de Garantie Ondernemersfinanciering (GO).
Voor de borgstelling betaalt de bank aan de overheid eenmalig een provisie tussen de 2 en 3,6 procent (afhankelijk van de looptijd) van de hoofdsom. De bank berekent deze provisie door. De hoogte van de garantstelling is afhankelijk van de hoogte van de lening.
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl Ik werk samen met mijn collega's in de vestiging Gorinchem waarbij ons werkgebied de plaatsen Dordrecht-Gorinchem-Vianen-Raamsdonkveer-Leerdam omvat. Ik ben cum laude afgestudeerd als Register Adviseur Bedrijfsopvolging (RAB) en daarmee gecertificeerd adviseur in bedrijfsoverdracht. Door mijn jarenlange ervaring en kennis van bedrijfsovernames en financieringen gecombineerd met mijn bedrijfskundige achtergrond, ben ik inzetbaar als adviseur bij bedrijfsovernames, financieringen, businessplannen en als klankbord voor u als ondernemer.
Een ondernemer kan gebruikmaken van het BBMKB wanneer hij een krediet aanvraagt, maar de bank hem geen lening wil geven omdat het bedrijf te weinig zekerheden kan bieden zoals gebouwen of machines. Wanneer de ondernemer in aanmerking komt voor de regeling, staat het Rijk borg voor zijn lening. Mocht het bedrijf financieel onderuit gaan, dan keert de overheid een deel van de lening uit aan de bank.
De looptijd van een borgstelling is maximaal zes jaar en is alleen bestemd voor kapitaalbehoeftes met een zakelijk karakter. Beleggen met het geld is bijvoorbeeld niet toegestaan.
Wie komt er voor het BBMKB in aanmerking?
Een bedrijf kan gebruikmaken van de regeling wanneer:
er maximaal 250 werknemers in dienst zijn;
er voldoende toekomstperspectief is wat betreft rentabiliteit en continuïteit;
de te verwachten cashflow voldoende is om toekomstige rente- en aflossingsverplichtingen aan de bank te kunnen voldoen.
Ondernemers kunnen geen gebruik maken van de BBMKB-regeling als:
zij een vrij beroep uitoefenen in de medische sector;
hun toetreding tot de markt in belangrijke mate door de overheid wordt bepaald zoals advocaten, notarissen en dierenartsen;
meer dan 50% van de jaaromzet voortkomt uit de land- en tuinbouw en visserij;
zij actief zijn in het bank-, verzekerings- of beleggingswezen of actief in de verwerving, vervreemding, de ontwikkeling, het beheer of de exploitatie van onroerend goed.
Het Besluit Borgstelling MKB-kredieten (BBMKB) is een regeling die de kredietverlening aan het mkb stimuleert. De regering staat garant voor zekerheden die een ondernemer ontbeert terwijl zijn bedrijf wel goede toekomstperspectieven heeft. De regeling is als gevolg van de crisis verruimd waardoor meer ondernemers er gebruik van kunnen maken. Begin 2010 heeft minister Van der Hoeven tijdelijk nog eens het garantiepercentage voor niet startende bedrijven verhoogd. De verruimingen gelden tot eind 2010.
BBMKB-regeling
Bedrijven doen een beroep op het BBMKB tegelijk m
Hoe kan een bedrijf gebruikmaken van het BBMKB?
et het aanvragen van een lening bij de regionale vestiging van een bank. De bank vraagt de borgstelling aan en SenterNovem, een organisatie die verbonden is aan het ministerie van economische zaken, beslist of het borgstellingskrediet wordt verleend en onder welke voorwaarden.
Zowel bij bestaande als startende mkb-bedrijven staat de overheid voor 80% garant bij een lening van maximaal €250.000. Voor kredieten boven dit bedrag, met een maximum van €3 miljoen, geldt een garantiepercentage van 50%. Voor leningen boven dit bedrag kan een ondernemer beroep doen op de Garantie Ondernemersfinanciering (GO).
Voor de borgstelling betaalt de bank aan de overheid eenmalig een provisie tussen de 2 en 3,6 procent (afhankelijk van de looptijd) van de hoofdsom. De bank berekent deze provisie door. De hoogte van de garantstelling is afhankelijk van de hoogte van de lening.
U kunt mij direct contacten op 06 57 99 87 81 of martijn.boer@havendijk.nl Ik werk samen met mijn collega's in de vestiging Gorinchem waarbij ons werkgebied de plaatsen Dordrecht-Gorinchem-Vianen-Raamsdonkveer-Leerdam omvat. Ik ben cum laude afgestudeerd als Register Adviseur Bedrijfsopvolging (RAB) en daarmee gecertificeerd adviseur in bedrijfsoverdracht. Door mijn jarenlange ervaring en kennis van bedrijfsovernames en financieringen gecombineerd met mijn bedrijfskundige achtergrond, ben ik inzetbaar als adviseur bij bedrijfsovernames, financieringen, businessplannen en als klankbord voor u als ondernemer.
donderdag 18 februari 2010
72 miljoen voor Innovatiekrediet in 2010
72 miljoen euro voor Innovatiekrediet in 2010
Dit jaar stelt het ministerie van Economische Zaken 72 miljoen euro beschikbaar voor de regeling ‘Innovatiekrediet’. Van dit bedrag is 24 miljoen euro bestemd voor duurzame ontwikkelingsprojecten bij grotere bedrijven. De regeling wordt uitgevoerd door Agentschap NL. MKB-bedrijven of startende ondernemingen die een nieuw product, proces of een nieuwe dienst ontwikkelen kunnen een beroep doen op het Innovatiekrediet om een deel van de ontwikkelingskosten te financieren. In 2010 is hier 48 miljoen euro voor beschikbaar, waarvan 16 miljoen specifiek voor zogenaamde klinische ontwikkelingsprojecten. Dit zijn projecten waarin medicijnen, medische apparaten of diagnostiek wordt ontwikkeld, die klinisch getest moeten worden. De resterende 32 miljoen euro is beschikbaar voor alle overige technische ontwikkelingsprojecten. UitbreidingDit jaar is de regeling Innovatiekrediet uitgebreid. In 2010 is het ook voor grotere bedrijven (bedrijven groter dan het MKB, o.a. meer dan 250 medewerkers) mogelijk om krediet aan te vragen voor duurzame technische ontwikkelprojecten. Hiervoor is 24 miljoen euro beschikbaar gesteld. Een duurzaam technisch ontwikkelingsproject is gericht op producten, processen of diensten, die een lagere belasting vormen voor het milieu. Het kan gaan om bijvoorbeeld: het gebruik van minder grondstoffen, het gebruik van hernieuwbare grondstoffen, het beperken van het energieverbruik of het benutten van duurzame energiebronnen. Aanvragen voor deze duurzame technische ontwikkelingsprojecten kunnen worden ingediend in de periode vanaf 1 januari tot en met 1 juli 2010 bij Agentschap NL. Het budget wordt op volgorde van binnenkomst verdeeld. Met de uitbreiding en het ‘normale’ Innovatiekrediet, komt het totale budget op 72 miljoen euro. Innovatiekrediet.
Het Innovatiekrediet heeft als doel bestaande en startende ondernemingen financieel te ondersteunen bij de uitvoering van technische of klinische ontwikkelingsprojecten. Het gaat hierbij om projecten waarin innovatieve producten, processen of diensten worden ontwikkeld met een goed marktperspectief. Ontwikkelingsprojecten vanaf 300.000 euro worden ondersteund. De kredietverstrekking heeft als maximum 35% (voor MKB) en 25% (voor niet MKB) van de projectkosten en bedraagt maximaal vijf miljoen euro. Het krediet is risicodragend: als de ontwikkeling mislukt, kan het krediet worden kwijtgescholden.
Dit jaar stelt het ministerie van Economische Zaken 72 miljoen euro beschikbaar voor de regeling ‘Innovatiekrediet’. Van dit bedrag is 24 miljoen euro bestemd voor duurzame ontwikkelingsprojecten bij grotere bedrijven. De regeling wordt uitgevoerd door Agentschap NL. MKB-bedrijven of startende ondernemingen die een nieuw product, proces of een nieuwe dienst ontwikkelen kunnen een beroep doen op het Innovatiekrediet om een deel van de ontwikkelingskosten te financieren. In 2010 is hier 48 miljoen euro voor beschikbaar, waarvan 16 miljoen specifiek voor zogenaamde klinische ontwikkelingsprojecten. Dit zijn projecten waarin medicijnen, medische apparaten of diagnostiek wordt ontwikkeld, die klinisch getest moeten worden. De resterende 32 miljoen euro is beschikbaar voor alle overige technische ontwikkelingsprojecten. UitbreidingDit jaar is de regeling Innovatiekrediet uitgebreid. In 2010 is het ook voor grotere bedrijven (bedrijven groter dan het MKB, o.a. meer dan 250 medewerkers) mogelijk om krediet aan te vragen voor duurzame technische ontwikkelprojecten. Hiervoor is 24 miljoen euro beschikbaar gesteld. Een duurzaam technisch ontwikkelingsproject is gericht op producten, processen of diensten, die een lagere belasting vormen voor het milieu. Het kan gaan om bijvoorbeeld: het gebruik van minder grondstoffen, het gebruik van hernieuwbare grondstoffen, het beperken van het energieverbruik of het benutten van duurzame energiebronnen. Aanvragen voor deze duurzame technische ontwikkelingsprojecten kunnen worden ingediend in de periode vanaf 1 januari tot en met 1 juli 2010 bij Agentschap NL. Het budget wordt op volgorde van binnenkomst verdeeld. Met de uitbreiding en het ‘normale’ Innovatiekrediet, komt het totale budget op 72 miljoen euro. Innovatiekrediet.
Het Innovatiekrediet heeft als doel bestaande en startende ondernemingen financieel te ondersteunen bij de uitvoering van technische of klinische ontwikkelingsprojecten. Het gaat hierbij om projecten waarin innovatieve producten, processen of diensten worden ontwikkeld met een goed marktperspectief. Ontwikkelingsprojecten vanaf 300.000 euro worden ondersteund. De kredietverstrekking heeft als maximum 35% (voor MKB) en 25% (voor niet MKB) van de projectkosten en bedraagt maximaal vijf miljoen euro. Het krediet is risicodragend: als de ontwikkeling mislukt, kan het krediet worden kwijtgescholden.
woensdag 17 februari 2010
Verruiming kredieten laat nog jaren op zich wachten
Interessant artikel in het FD van 17 februari 2010 waarin ondanks de groei in de komende jaren de kredietverlening zal achterblijven. Laat u begeleiden door een financieringsspecialist voor de beste kans op krediet.
Banken worden terughoudend met krediet omdat ze een vloedgolf aan nieuwe regels verwachten. Volgens Rabobank 'zou er in de komende jaren niet of nauwelijks ruimte zijn om de kredietverlening uit te breiden'.
De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) voorziet 'druk op de hoeveelheid krediet'. Veel ondernemers, vooral in het mkb, klagen sinds het uitbreken van de economische crisis in het najaar van 2008 dat ze moeilijker aan krediet kunnen komen. Tot nu toe ontkenden banken dat ze op de rem trappen.Cijfers DNB over krediet
Maar onlangs meldde de Nederlandsche Bank dat er in december euro 4,3 mrd ofwel 1,3% minder naar ondernemers ging dan een maand eerder, waarmee de daling voor het eerst met cijfers werd onderbouwd. Minder kredietverlening remt het economisch herstel in Nederland af, dat het Centraal Planbureau gisteren raamde op 2% voor het jaar 2011.
De waarschuwingen van een van de grootste banken van het land en van de landelijke koepel van banken volgen op een reeks voorstellen die internationaal de ronde doen om banken veiliger te maken, zoals strengere kapitaaleisen en speciale belastingen voor banken.Brief Rabobank-directeur Bert Bruggink
Financieel directeur Bert Bruggink schrijft op de website van Rabobank dat 'de voorstellen over elkaar heen buitelen' en vervolgt dat 'een en ander er flink in hakt, ook voor onze organisatie. Het zal ook voor de Rabobank moeilijker worden om de traditionele rol van kredietverschaffer uit te oefenen.'
De Rabo-bestuurder wil tot de publicatie van de jaarcijfers op 4 maart geen toelichting geven op zijn artikel.Plan Obama
Ook de NVB kijkt met zorg naar alle ideeën. Op tafel liggen onder andere het plan van de Amerikaanse president Barack Obama om banken te splitsen, het idee van de Britse premier Gordon Brown voor een bankenbelasting, en de voorstellen van de internationale toezichthouders, verenigd in het Basel Comité, om voor een reeks aan bancaire activiteiten hogere kapitaalbuffers te eisen.
Vooralsnog hebben de beleidsmakers in Europa nog geen definitieve richting bepaald. Gisteren beraadden de ministers van financiën van de EU-landen zich over het plan-Obama om banken te splitsen in zakenbanken en nutsbanken. Een besluit wordt uiterlijk in april verwacht. Wel is er de nodige scepsis in Europa tegen dit voorstel.'Rem op economisch herstel'
Simon Lelieveldt, hoofd Toezicht bij de NVB, vreest dat er inmiddels te veel voorstellen de ronde doen. 'Iedereen probeert vanuit zijn eigen hokje iets te doen. De grote puzzel is: wat is de totale impact? Onze zorg is dat niemand dat overzicht heeft. Straks krijgen we een auto die we zo hebben volgestopt met bumpers, airbags en dergelijke, dat hij te zwaar is om de weg op te kunnen. Met andere woorden: kunnen banken hun rol in de economie nog wel spelen?'
Volgens Rabo-bestuurder Bruggink zijn de voorstellen van het Basels Comité onder voorzitterschap van de Nederlander Nout Wellink het meest serieus te nemen. Maar een volledige invoering van de Baselse voorstellen, die nog wachten op een impactstudie, leidt volgens Bruggink tot 'een extra rem op het economisch herstel'.
Banken worden terughoudend met krediet omdat ze een vloedgolf aan nieuwe regels verwachten. Volgens Rabobank 'zou er in de komende jaren niet of nauwelijks ruimte zijn om de kredietverlening uit te breiden'.
De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) voorziet 'druk op de hoeveelheid krediet'. Veel ondernemers, vooral in het mkb, klagen sinds het uitbreken van de economische crisis in het najaar van 2008 dat ze moeilijker aan krediet kunnen komen. Tot nu toe ontkenden banken dat ze op de rem trappen.Cijfers DNB over krediet
Maar onlangs meldde de Nederlandsche Bank dat er in december euro 4,3 mrd ofwel 1,3% minder naar ondernemers ging dan een maand eerder, waarmee de daling voor het eerst met cijfers werd onderbouwd. Minder kredietverlening remt het economisch herstel in Nederland af, dat het Centraal Planbureau gisteren raamde op 2% voor het jaar 2011.
De waarschuwingen van een van de grootste banken van het land en van de landelijke koepel van banken volgen op een reeks voorstellen die internationaal de ronde doen om banken veiliger te maken, zoals strengere kapitaaleisen en speciale belastingen voor banken.Brief Rabobank-directeur Bert Bruggink
Financieel directeur Bert Bruggink schrijft op de website van Rabobank dat 'de voorstellen over elkaar heen buitelen' en vervolgt dat 'een en ander er flink in hakt, ook voor onze organisatie. Het zal ook voor de Rabobank moeilijker worden om de traditionele rol van kredietverschaffer uit te oefenen.'
De Rabo-bestuurder wil tot de publicatie van de jaarcijfers op 4 maart geen toelichting geven op zijn artikel.Plan Obama
Ook de NVB kijkt met zorg naar alle ideeën. Op tafel liggen onder andere het plan van de Amerikaanse president Barack Obama om banken te splitsen, het idee van de Britse premier Gordon Brown voor een bankenbelasting, en de voorstellen van de internationale toezichthouders, verenigd in het Basel Comité, om voor een reeks aan bancaire activiteiten hogere kapitaalbuffers te eisen.
Vooralsnog hebben de beleidsmakers in Europa nog geen definitieve richting bepaald. Gisteren beraadden de ministers van financiën van de EU-landen zich over het plan-Obama om banken te splitsen in zakenbanken en nutsbanken. Een besluit wordt uiterlijk in april verwacht. Wel is er de nodige scepsis in Europa tegen dit voorstel.'Rem op economisch herstel'
Simon Lelieveldt, hoofd Toezicht bij de NVB, vreest dat er inmiddels te veel voorstellen de ronde doen. 'Iedereen probeert vanuit zijn eigen hokje iets te doen. De grote puzzel is: wat is de totale impact? Onze zorg is dat niemand dat overzicht heeft. Straks krijgen we een auto die we zo hebben volgestopt met bumpers, airbags en dergelijke, dat hij te zwaar is om de weg op te kunnen. Met andere woorden: kunnen banken hun rol in de economie nog wel spelen?'
Volgens Rabo-bestuurder Bruggink zijn de voorstellen van het Basels Comité onder voorzitterschap van de Nederlander Nout Wellink het meest serieus te nemen. Maar een volledige invoering van de Baselse voorstellen, die nog wachten op een impactstudie, leidt volgens Bruggink tot 'een extra rem op het economisch herstel'.
vrijdag 5 februari 2010
Economische crisis nog niet voorbij
Er zijn bedrijven die hinder ondervinden van de economische crisis. Alleen het feit al dat het aantal faillissementen in 2009 ten opzichte van 2008 is verdubbeld, is een belangrijk signaal. Voor sommige bedrijven is het lastig de eindjes aan elkaar te knopen.
Ondernemers kunnen daarbij last hebben van een te afwachtende houding en denken: "het komt allemaal wel goed". Ik als CM&P Consultant maak de bedrijven de urgentie van maatregelen duidelijk, ondersteun de ondernemers en zorg voor een frisse wind door het bedrijf.
Ik wil graag ondersteuning bieden aan bedrijven in zwaar weer. De recessie die we nu mee maken is niet eerder zo diep geweest. Ondernemers die in zwaar weer verkeren, verwachten dat de bank hen wel te hulp zal schieten. Maar banken verwachten een goed onderbouwd recoveryplan, waarbij herfinanciering en herstructurering een grote rol kunnen spelen. Ondernemers moeten zich realiseren dat hulp vragen geen schande is.
Er is vaak sprake van een drempel. Wanneer ondernemers hier eenmaal aan tafel zitten, zeggen ze vaak: had ik dit maar drie maanden eerder gedaan. Belangrijk om te weten is dat het eerste gesprek niet in rekening wordt gebracht.
Als de ondernemer besluit verder te gaan, wordt er door mij binnen maximaal zestien uur een zogenoemde quick-scan uitgevoerd. Dan bepalen we waar de mogelijkheden liggen. De ondernemer weet hierdoor precies waar hij of zij aan toe is. In het daaropvolgend recoveryplan blijkt het vaak mogelijk om in een kort tijdsbestek tot een helder uitgewerkt verbeter- of toekomstscenario te komen. Met betrokken banken en overige partijen kan vaak bijzonder constructief worden samengewerkt om zo de toekomst van de onderneming veilig te stellen.
Ik kan beamen dat ondernemen bij mooi weer fijner is. Natuurlijk is het leuker om vanuit kracht te werken. Maar er moet niet vergeten worden dat er nu voor solide bedrijven ook genoeg kansen zijn, die wachten om benut te worden. Voor vragen en opmerkingen mail martijn.boer@cmenp.nl
Ondernemers kunnen daarbij last hebben van een te afwachtende houding en denken: "het komt allemaal wel goed". Ik als CM&P Consultant maak de bedrijven de urgentie van maatregelen duidelijk, ondersteun de ondernemers en zorg voor een frisse wind door het bedrijf.
Ik wil graag ondersteuning bieden aan bedrijven in zwaar weer. De recessie die we nu mee maken is niet eerder zo diep geweest. Ondernemers die in zwaar weer verkeren, verwachten dat de bank hen wel te hulp zal schieten. Maar banken verwachten een goed onderbouwd recoveryplan, waarbij herfinanciering en herstructurering een grote rol kunnen spelen. Ondernemers moeten zich realiseren dat hulp vragen geen schande is.
Er is vaak sprake van een drempel. Wanneer ondernemers hier eenmaal aan tafel zitten, zeggen ze vaak: had ik dit maar drie maanden eerder gedaan. Belangrijk om te weten is dat het eerste gesprek niet in rekening wordt gebracht.
Als de ondernemer besluit verder te gaan, wordt er door mij binnen maximaal zestien uur een zogenoemde quick-scan uitgevoerd. Dan bepalen we waar de mogelijkheden liggen. De ondernemer weet hierdoor precies waar hij of zij aan toe is. In het daaropvolgend recoveryplan blijkt het vaak mogelijk om in een kort tijdsbestek tot een helder uitgewerkt verbeter- of toekomstscenario te komen. Met betrokken banken en overige partijen kan vaak bijzonder constructief worden samengewerkt om zo de toekomst van de onderneming veilig te stellen.
Ik kan beamen dat ondernemen bij mooi weer fijner is. Natuurlijk is het leuker om vanuit kracht te werken. Maar er moet niet vergeten worden dat er nu voor solide bedrijven ook genoeg kansen zijn, die wachten om benut te worden. Voor vragen en opmerkingen mail martijn.boer@cmenp.nl
woensdag 3 februari 2010
Laat de bankier niet op uw stoel als ondernemer gaan zitten
Het zijn nog steeds moeilijke tijden voor veel ondernemers maar ieder goed plan is nog steeds financierbaar maar kost zeker meer moeite dan vroeger.
Let daarom scherp op de volgende zaken bij uw financiering:
* Commercieel, organisatorisch en financieel onderbouwd
* Realistische prognoses en begrotingen *
* Balans, V&W, Liquiditeit (CF), Investering
* Openheid van zaken (ook als het minder gaat)
* Scenario’s
* Boekhouding op orde en up to date
* Inzicht in het eigen bedrijf
* Onderbouwing aanvraag
* Indruk van de ondernemer zelf!
TIP:Laat u bij uw financieringsaanvraag begeleiden door financieringsspecialisten
Let daarom scherp op de volgende zaken bij uw financiering:
* Commercieel, organisatorisch en financieel onderbouwd
* Realistische prognoses en begrotingen *
* Balans, V&W, Liquiditeit (CF), Investering
* Openheid van zaken (ook als het minder gaat)
* Scenario’s
* Boekhouding op orde en up to date
* Inzicht in het eigen bedrijf
* Onderbouwing aanvraag
* Indruk van de ondernemer zelf!
TIP:Laat u bij uw financieringsaanvraag begeleiden door financieringsspecialisten
dinsdag 2 februari 2010
Verkeerde motieven om ondernemer te worden.
Zestien verkeerde motieven om ondernemer te worden.
Als de 'verkeerde' worden genoemd, zijn vanzelf de omgekeerde daarvan de goede.
1. Als men géén chef boven zich kan dulden.
2. Als men binnen de kortste keren rijk wil zijn.
3. Als men 'werk' goed vindt voor de dommen.
4. Als men wel kennis bezit, maar géén inzicht en ervaring en nog maar weinig heeft gepresteerd.
5. Als men geen duizendpoot en cheeta tegelijk wil zijn.
6. Als men bij de dag wil leven, zonder zich een lange neus en scherpe oren en ogen te willen aanmeten om én het verleden én de toekomst te kunnen en willen zien.
7. Als men denkt dat vakmanschap voldoende is.
8. Als men denkt dat de boekhouder en / of de accountant het wel zullen weten.
9. Als men denkt dat de werkweek hoogstens uit 30 uur zal bestaan in plaats van minstens het dubbele.
10. Als men zich met de concurrentie niet wenst te meten in een onderlinge wedijver.
11. Als men met plaatselijke en regionale ondernemers (inclusief concurrenten) niet wenst samen te werken aan collectieve doelstellingen.
12. Als men zich niet wil inleven in de behoeften van de klant.
13. Als men een hekel heeft aan rekenen en schrijven.
14. Als men bij beslissingen constant de consequenties vergeet mee te wegen.
15. Als men niet de durf bezit om beslissingen op het juiste moment uit te voeren en bovenal:
16. Als men denkt zelf keizer te zijn en de afnemers slechts vazallen die in de behoeften moeten voorzien.
Het opzetten van een bedrijf is geen modeverschijnsel waaraan je koste wat kost mee moet doen.
Het is niet het enige antwoord op de problemen en het onbevredigende gevoel wat je in je werk kunt hebben, en het is ook zeker niet het gemakkelijkste antwoord.
Ik hoop u met deze tips op mijn blog u op weg helpen bij het vinden van de juiste antwoorden.
Als de 'verkeerde' worden genoemd, zijn vanzelf de omgekeerde daarvan de goede.
1. Als men géén chef boven zich kan dulden.
2. Als men binnen de kortste keren rijk wil zijn.
3. Als men 'werk' goed vindt voor de dommen.
4. Als men wel kennis bezit, maar géén inzicht en ervaring en nog maar weinig heeft gepresteerd.
5. Als men geen duizendpoot en cheeta tegelijk wil zijn.
6. Als men bij de dag wil leven, zonder zich een lange neus en scherpe oren en ogen te willen aanmeten om én het verleden én de toekomst te kunnen en willen zien.
7. Als men denkt dat vakmanschap voldoende is.
8. Als men denkt dat de boekhouder en / of de accountant het wel zullen weten.
9. Als men denkt dat de werkweek hoogstens uit 30 uur zal bestaan in plaats van minstens het dubbele.
10. Als men zich met de concurrentie niet wenst te meten in een onderlinge wedijver.
11. Als men met plaatselijke en regionale ondernemers (inclusief concurrenten) niet wenst samen te werken aan collectieve doelstellingen.
12. Als men zich niet wil inleven in de behoeften van de klant.
13. Als men een hekel heeft aan rekenen en schrijven.
14. Als men bij beslissingen constant de consequenties vergeet mee te wegen.
15. Als men niet de durf bezit om beslissingen op het juiste moment uit te voeren en bovenal:
16. Als men denkt zelf keizer te zijn en de afnemers slechts vazallen die in de behoeften moeten voorzien.
Het opzetten van een bedrijf is geen modeverschijnsel waaraan je koste wat kost mee moet doen.
Het is niet het enige antwoord op de problemen en het onbevredigende gevoel wat je in je werk kunt hebben, en het is ook zeker niet het gemakkelijkste antwoord.
Ik hoop u met deze tips op mijn blog u op weg helpen bij het vinden van de juiste antwoorden.
maandag 1 februari 2010
Beinvloeding van de rating bij banken (Financiering)
Ondernemers in het MKB weten vaak niet wat ze kunnen doen om hun rating bij de bank te beinvloeden.
Kortgezegd kunt u uw risicoprofiel verbeteren door verschillende zaken:
Er wordt niet alleen naar winstgevenheid, vermogen en cash flow gekeken maar ook naar niet financiele factoren.
Kortgezegd kunt u uw risicoprofiel verbeteren door verschillende zaken:
- Ondernemerschap
- Tijdig aanleveren van de gevraagde informatie
- Gestelde zekerheden
- Goede balansverhouding
- Goede resultatenrekening
Er wordt niet alleen naar winstgevenheid, vermogen en cash flow gekeken maar ook naar niet financiele factoren.
Abonneren op:
Posts (Atom)