maandag 2 januari 2012

Valkuilen bij bedrijfswaardering

Een ondernemer die zijn bedrijf wil laten waarderen, moet oppassen voor valkuilen. De belangrijkste op een rijtje gezet. ‘Het is een misvatting te denken dat de waarde van een onderneming kan worden afgelezen aan haar jaarrekening. Vaak gaapt er een groot gat tussen het eigen vermogen — dat is het verschil tussen de bezittingen en verplichtingen — dat op de balans staat en de ondernemingswaarde. Hiervoor zijn meerdere oorzaken aan te wijzen.’

Bron FD:
http://www.mkb-bedrijfsovernames.nl/

‘De jaarrekening is een historisch document waarmee verantwoording wordt afgelegd. Bij de waardering en resultaatbepaling in de jaarrekening wordt geen rekening gehouden met winstverwachtingen. Alleen wanneer die naar beneden moeten worden bijgesteld, kan dat leiden tot afwaarderingen en verliesnemingen. Ook worden immateriële bedrijfsmiddelen vaak niet of slechts beperkt in de balans opgenomen, zoals klantenbestanden, merknamen, kennis en goodwill. Daarnaast zijn er verplichtingen die niet uit de balans blijken, zoals langlopende verplichtingen die voortkomen uit huur- en leasecontracten.’



‘De waarde van een onderneming is subjectief, veranderlijk en afhankelijk van omstandigheden. Zo kan een onderneming “standalone” worden gekocht. De waarde voor de koper hangt af van het rendement dat hij op zijn investering wil. Als de koper met de aankoop synergie denkt te behalen, door schaalvoordelen of vermindering van bedrijfsrisico’s wordt daar bij de waardebepaling rekening mee gehouden. De waarde van een onderneming is te berekenen met de “discounted cashflow”-methode, waarbij toekomstige kasstromen contant worden gemaakt tegen een disconteringsvoet die het verlangde rendement weerspiegelt.’’



‘Start tijdig met de voorbereidingen. Niet alleen wegens de fiscale termijnen maar ook om te anticiperen op zwakke punten van het bedrijf en kritische vragen van de koper. Een “business valuator” kan assisteren bij de waardebepaling en bij de onderhandelingen.’



‘Een valuator kan aspecten als cashgenererend vermogen van activa, risicocomponenten en de (on)verkoopbaarheid van het bedrijf vertalen in “actiepunten” om zo de waarde van de onderneming te optimaliseren. De verkoper wordt steeds vaker gevraagd tijdelijk een deel van de koopsom (risicodragend) in het bedrijf te laten zitten. Want hoe comfortabeler de bank zich voelt bij de continuïteit van het bedrijf na een verkoop, des te geringer het bedrag waarvoor de verkoper dit risico moet blijven lopen.’



‘De verkoper heeft dus belang bij optimale financierbaarheid van de transactie aan de zijde van de koper. Hoge bedrijfswaarde is geen betrouwbare voorspeller. Een winstgevend bedrijf kan goed financierbaar zijn, maar slechts een beperkte waarde vertegenwoordigen door een grote afhankelijkheid van de verkopende directeur-grootaandeelhouder. Een verlieslatend bedrijf is meestal beperkt financierbaar, maar kan toch een (forse) bedrijfswaarde vertegenwoordigen. Overwaarde in vastgoed en machinepark kunnen bancaire zekerheid bieden en een behoorlijke waarde vertegenwoordigen, maar voor de waardering telt alleen het cashgenererend vermogen van deze activa.’



‘De uitgangspunten van de waardeerder en de financier verschillen: toekomstige kasstromen vormen een belangrijke basis voor ondernemingswaarde; een bank neemt voornamelijk historische resultaten als vertrekpunt.’



‘Bij een middelgroot bedrijf wordt veelal uitgegaan van een waardering van de aandelen vrij van schulden. De ondernemingswaarde wordt berekend door de toekomstige vrije kasstromen uit de operationele activiteiten contant te maken.’



‘De opbrengst van de aandelen is de resultante van de ondernemingswaarde vermeerderd met de zelfstandige vruchtdragers (de niet onderneming gebonden activa en overtollige liquiditeit) en verminderd met de rentedragende schulden. Bij de berekening wordt uitgegaan van een normaal werkkapitaal. De ondernemingswaarde is overeengekomen, het werkkapitaal is op het moment van afrekening een variabele.’



‘In deze systematiek kan de koopprijs worden gemaximaliseerd door een juiste én tijdige sturing van het werkkapitaal en door een juiste definitie van het begrip ‘normaal werkkapitaal’. Daarover ontstaat vaak discussie. Het is daarom sterk aan te bevelen in de intentieovereenkomst de volledige definitie van het werkkapitaal vast te leggen, evenals het normale niveau daarvan. Op dat moment is de onderhandelingspositie van de verkoper het sterkst en kan de opbrengst worden gemaximaliseerd.’



Geen opmerkingen:

Een reactie posten